De Belgische Meerspanningslocs (Les locomotives polytensions belges)

Door: Herman van Esbroeck, Bertrand Montjobaques, Michel van Ussel.
Uitg.: Nicolas Collection.
De Reeksen 11, 12, 13, 15, 16, 18I, 18II, 19 II, 25.5 en 28II. Beknopte technische beschrijving per reeks / serie, overzicht treinsamenstellingen.
288 blz. 30 x 21 cm. ca 300 kl. foto’s.

57,00

Toevoegen aan verlanglijst
Toevoegen aan verlanglijst
Artikelnummer: 102-0096 Categorieën: ,

Beschrijving

In de jaren ’50 van de vorige eeuw was in de meeste landen van Europa de elektrificatie van de normaalspoornetten nog niet aan de landsgrenzen gekomen. Maar in de volgende 10 jaar zou de situatie in veel West-Europese landen sterk veranderen. België had al in 1935 gekozen voor 3000 volt gelijkstroom en was omringd door landen met andere systemen: in Noord-Frankrijk reden de treinen op 25 kV wisselstroom, in Duitsland op 15 kV wisselstroom en in Nederland op 1500 volt gelijkstroom. Op grensstations moest worden gewisseld van locomotief. Tegelijkertijd was het onderlinge verkeer tussen de landen door Europese samenwerking sterk toegenomen en nam het luchtverkeer een enorme vlucht zodat de behoefte bestond aan snelle verbindingen. De Belgen pakten de uitdaging op: Reeks 15 (1962)werd ontwikkeld voor de lijn Parijs-Brussel-Amsterdam en Reeks 16 (1966) voor Parijs-Brussel-Keulen. Ook Frankrijk en Duitsland ontwikkelden meerspanningslocs (CC 40100, Baureihe E310 en E410). Deze bleken vaak storingsgevoelig te zijn en er hing een behoorlijk prijskaartje aan. Dus veel werden er niet gebouwd. En in België moest men ook nog een groot aantal fabrikanten te vriend houden! Door technische ontwikkelingen zijn meerspanningslocs tegenwoordig de norm en zo komt het dat in dit fotoboek maar liefst 13 typen locs staan, zie het overzicht onderaan. Er worden nu veel exemplaren gebouwd, van Reeks 13 bijvoorbeeld 60 stuks voor België plus 20 stuks voor Luxemburg. En ze rijden ook niet alleen meer voor internationale reizigerstreinen: de TRAXX’en of Reeks 13 zijn ook te vinden voor zware goederentreinen.
Dit boek is geen technisch werk. Per loctype is wel een “Fiche descriptive” van de NMBS opgenomen. Nadruk van het boek is op de inzet. Veel locs zijn te zien voor EuroCity treinen met hun vaak kakelbonte samenstellingen. Zelf vind ik de TEE-treinen leuker, maar van EC-treinen kan niet worden beweerd dat ze saai zijn. In de bijschriften van het boek worden de diensten uitgebreid beschreven, zodat het niet alleen over de locomotieven gaat, maar ook over de treinsamenstellingen. In de loop der tijd zijn vooral de oudere locomotieven regelmatig van ‘livrei’ veranderd en ook dat komt aan bod. Over smaak valt niet te twisten, maar mijn favoriet is reeks 11 met de geel/bordeaux kleurencombinatie van de Beneluxtreinen, die ik nog steeds mis.
De oudere meerspanningslocs eindigden uiteindelijk in de Belgische binnenlandse dienst, mogelijk om de locs te ontzien. Hoewel spitsuurdiensten met dubbeldekstreinen geen licht werk waren. Maar een “scholierentrein” van één rijtuig voor een Reeks 15 is wel wat anders dan een TEE naar Parijs!
Dit dikke boek leest of kijkt u niet in één keer uit, maar is wel een genot voor het oog.
Behandelde locomotieftypen: Reeksen 15, 16, 18 I, 25.5, 11, 12, 13, 18 II, 19 Siemens, 28 TRAXX, 29, 186 en 17.
BRON: NVBS Actueel – juli 2023

Extra informatie

Taal

Land België

Beoordelingen

Er zijn nog geen beoordelingen.

Enkel ingelogde klanten die dit product gekocht hebben, kunnen een beoordeling schrijven.