Belgische treinen in de jaren 80

Presentatie door Bart van ’t Grunewold

De jaren tachtig van de vorige eeuw stonden voor de Belgische Spoorwegen (NMBS) in het teken van modernisering. Op velerlei gebied veranderde het aanzien van de NMBS drastisch. Er werd veel nieuw materieel in dienst gesteld, zoals de locomotieven van de reeks 27 en de treinstellen ‘Break AM 80’ en de ‘Duikbrillen’ (AM 86). Maar ook werd afscheid genomen van materieel, zoals van de elocs van de reeksen 28 en 29, de ‘Bolle Neuzen’ van de reeksen 52, 53 en 54, de degelijke reeks 59 en de dieseltreinstellen van de reeks 40.

Meest opvallend was nog wel de invoering van de nieuwe huisstijl, die het nog tot voor enkele jaren geleden heeft volgehouden. Het klassieke groen van de locomotieven, treinstellen en rijtuigen werd in rap tempo vervangen door geel, blauw en rood, waarbij de NMBS nog lang heeft gezocht naar de uiteindelijke uitvoering van deze nieuwe huisstijl.

Midden in deze periode vond in 1985 het 150-jarig jubileum van de Belgische Spoorwegen plaats, met de inzet van (deels weer rijvaardig gemaakte) historische Belgische treinen. Tevens was dit de opmaat voor een vrij open instelling van de NMBS voor het toelaten van allerhande museummaterieel op haar net. Stoomlocs uit Nederland en België waren in België welkom en in eigen land begon het Touristisch Spoor Patrimonium (TSP) met tal van bijzondere fotoritten op het hoofdnet. Ook kwamen Belgische locomotieven eenvoudig in het buitenland.

In deze tijd van veranderingen en bijzonderheden reisde Bart van ’t Grunewold vaker naar België om alles op foto vast te leggen, Vanavond, ruim dertig tot veertig jaar later, neemt hij ons mee terug in de tijd naar het land van onze zuiderburen. De Luxemburgse spoorwegen CFL zullen hierbij ook worden bezocht. Laat u verrassen door een verscheidenheid aan materieeltypen en kleuren, in het landschap van de Noordzeekust tot diep in de Ardennen.

Loc 1803 van de CFL rijdt met trein 296 van Pisa Centrale naar Amsterdam. Cruchten, 10 juli 1982. Foto: Bart van ’t Grunewold.