Postvervoer per spoor

Samengesteld door Ciril van Hattum

Postvervoer per spoor, iets uit de vorige eeuw. Want in 1996 kwam er een einde aan. Alleen een nog niet gesloopt postperron bij een groot NS-station kan nog aan deze tijd herinneren. NS heeft in de loop der tijd heel verschillende postrijtuigen in dienst gehad waarvan er hier een aantal worden getoond. Maar niet alleen de spoorwegen hielden zich bezig met het vervoeren van post: ook de interlokale trambedrijven deden mee; zij hadden meestal gecombineerde post- en bagage­rijtuigen. En zelfs de Gemeentetram Amsterdam vervoerde post, al ging het hier om het vervoer van brieven en kaarten naar het postkantoor, via de brievenbussen achterop de tramrijtuigen. In deze serie beperken we ons echter tot het materieel van NS, min of meer in chronologische volgorde.


Postvervoer per spoor begon bij de NS in 1844 met gesloten zakken, maar sinds 1850 ging er ook een postbeambte mee om onderweg te poststukken te sorteren. In 1856 liet de Staat der Nederlanden de eerste rijtuigen bouwen die speciaal waren ingericht voor dit soort werkzaamheden. Van deze eerste rijtuigen zit nog geen foto in de beeldbank, als er al foto’s van aanwezig zijn in de SNR-collectie.Op deze foto staat postrijtuig P2054 op het Groningse station; de datum is 16-8-1951. Het rijtuig staat hier achter derde­klasse­rijtuig C 1184, maar postrijtuigen werden niet per se achteraan een trein geplaatst. De maker van de foto is J.A. Bonthuis (NVBS-fotonummer 529.569).

Op bepaalde trajecten was het aanbod van post en bagage niet zodanig groot dat hiervoor aparte rijtuigen nodig waren. Hier zette NS gecombineerde post-bagagerijtuigen in. Van de serie tweeassers PD 1001-1023 zien we op deze foto een exemplaar op het station van Heerlen staan. Een vooroorlogs plaatje genomen op 15-8-1938 door H.G.Hesselink (NVBS-fotonummer 171.072).

Op deze foto zien we hoe het interieur er uit zag van boven­genoemde rijtuigen. Om precies te zijn: van de PD 1021. De sorteervakken aan de kopkant zijn duidelijk zichtbaar. De beambte op de plaat is niet van de PTT maar is de treinconducteur, die in het rijtuig een eigen tafel tot zijn beschikking had. J.A. Bonthuis maakte deze foto te Warmenhuizen op 21-6-1943 (NVBS-fotonummer 509.079).

Het combineren van post- en bagagevervoer in één rijtuig vond vooral plaats bij de trambedrijven. Zo ook bij de tramlijnen van NS. Rijtuig PDt 211 staat buiten dienst op het emplacement van Maarn. Het rijtuig is afkomstig van de Staatsspoorwegen. Gefotografeerd door H.G. Hesselink op 6-12-1938 (NVBS-fotonummer 171.115)

Een rariteit: deze foto van postrijtuig P 4041 te Nieuwersluis-Loenen. Kort na de oorlog kampte NS met grote materieel­tekorten. Ook deze foto is van kort na de oorlog dus hoogstwaarschijnlijk is dit postrijtuig tijdelijk(?) geschikt gemaakt voor derdeklas-personenvervoer. Op de achtergrond zijn nog armseinen en een bovenleidingsportaal te ontwaren. J.A.Bonthuis maakte de foto op 2-4-1947 (NVBS-fotonummer 509.113)

Later in de tijd komen grotere vierassige postrijtuigen op de baan, zoals deze P 6008, voorzien van een remmershuisje. Gefotografeerd te Utrecht op 10-5-1950 door J.A. Bonthuis (NVBS-fotonummer 529.519).

Ook deze foto maakte Bonthuis in Utrecht: de Pd 7012 in de sneeuw. De rijtuigen krijgen steeds meer een modern uiterlijk. Ze zijn ook van staal, net als het personenmaterieel van NS. Hartje winter op 28-1-1950 geschoten (NVBS-fotonummer 529.506).

Misschien wel het mooiste postrijtuig dat NS ooit heeft gehad. De Pd 7918 is er een uit de serie PD 7911-7920, gebouwd door Allan in 1952. Zij werden in turkooizen kleur afgeleverd maar op deze latere foto is het rijtuig blauw met zandkleurige biezen. Om het laden en lossen van de post te versnellen heeft de Pd 7918 aan beide zijden vier dubbele schuifdeuren. Na de staking van het postvervoer per spoor heeft de Pd 7918 nog enige jaren dienst gedaan als meetrijtuig voor het CTO onder nummer 30 84 478 1005. De foto is in Utrecht gemaakt op 14-3-1960 door J.A. Bonthuis (NVBS-fotonummer 530 452). De laatste van de serie, Pd 7920 zet zijn leven voort in het Nederlands Spoorwegmuseum.

Dit postrijtuig, de blauwe Pd 7921, past perfect bij de personenrijtuigen plan E. Alweer een plaatje uit Utrecht; de datum is 19-9-1955 en de maker wederom Bonthuis. (NVBS-fotonummer 639 334).

Toen NS het stroomlijnmaterieel in dienst nam, kwamen daar ook passende postrijtuigen bij. Werkspoor en Beijnes bouwden in 1938 de eerste serie Pec 8501-8506, ieder drie stuks. Deze rijtuigen waren met ruim 24 meter, langer dan hun voorgangers: dit was nodig om meer personeel te kunnen bergen. Door de hogere snelheid van het nieuwe reizigersmaterieel moest de post namelijk sneller gesorteerd worden hetgeen meer personeel vereiste. Op de foto zien we Pec 8506 in een stoptrein te Breukelen. Bonthuis fotografeerde het geheel op 15-10-1950 (NVBS-fotonummer 509 410).

De kop van een van de postrijtuigen van de eerste serie 8501-8506 zag er zó uit. De koppeling doet wat vreemd aan. Omdat aanvankelijk de stroomlijndieseltreinstellen een ander model Scharfenbergkoppeling hadden dan hun elektrische soortgenoten, moesten de postrijtuigen die zowel in diesel- als elektrische treinen werden ingezet van beide soorten koppeling worden voorzien. Op de foto staat de koppeling in de stand voor elektrische treinstellen, met de ‘dieselkoppeling’ naar boven omgeslagen via een aan de bovenzijde gemonteerd scharniergewricht. In 1940 besloten NS en PTT ook de diesels het laatste model Scharfenbergkoppeling te geven zodat het opzetstuk kon vervallen. De foto is door H.G.Hesselink op 28-4-1938 gemaakt (NVBS-fotonummer 170 875).

We blijven nog even bij de eerste serie stroomlijnpostrijtuigen: hier zien we het interieur van de Pec 8504. Duidelijk zijn de postvakken en de postzakken te onderscheiden. Ook de gaslampen zijn inmiddels vervangen door elektrische exemplaren. Hesselink maakte deze foto ook in 1938, op 23 mei. (NVBS-fotonummer 170 909).

In de jaren 1940 en 1941 bouwden het trio Werkspoor (6 stuks), Beijnes (5 stuks) en Allan (4 stuks) een tweede serie gelijksoortige postrijtuigen, de Pec 8507-8521. Ze hebben een andere kopvorm dan de eerste serie, omdat de dubbele koppelingen reeds waren vervallen. Bovendien zijn ze één meter langer. Niet te zien op deze foto natuurlijk, maar de kleurstelling was lichtgroen met rode biezen. Later kreeg de serie nummers in de 900; hier de 927. De foto is door Bonthuis gemaakt te Venlo op 13-3-1957 (NVBS-fotonummer 509 414).

Tot nu toe zagen we alleen getrokken postrijtuigen die deel uitmaakten van de gewone reizigerstreinen. Dit gaf wel eens oponthoud door het in- en uitladen van postzakken op de stations. Om deze reden werd in 1957 een begin gemaakt met het gebruik van motorpostrijtuigen (mP’s) waardoor de postdienst los kwam te staan van de reizigersdienst. Door invoering van sorteermachines op de grotere stations had het sorteren in de trein aan belangrijkheid ingeboet en gebeurde nog slechts sporadisch; in de mP’s vervoerde de PTT hoofdzakelijk postzakken. Door verbouwing van elektrische motorwagens mat ’24, de zogenaamde blokkendozen, ontstonden 24 mP’s die in treinschakeling konden rijden en ook goederenwagens trekken. Hiermee was de postdienst in deze vorm erg flexibel qua capaciteit geworden. Op de foto zien we zo’n combinatie, bestaande uit mP 9223-P 7916-mP 9203. Posttrein PG 4930 van Vlissingen naar Amsterdam passeert hier Rijswijk (ZH), waar op dat moment een nieuwe woonwijk wordt gebouwd. R. Ankersmit legde dit beeld vast op 21-8-1962 (NVBS-fotonummer 101093-161-27).

In 1965 werden de eerste van 35 door Werkspoor nieuwgebouwde motorpostrijtuigen (mP) in dienst genomen, die de blokkendozen zouden vervangen. Op spoor 1 te Apeldoorn staan de mP 3016 en mP 3020 klaar voor vertrek. Er zou er nog één aan kunnen worden toegevoegd, want treinschakeling van drie mP’s was mogelijk. Het is 5 april 1966. Zij zijn hier dus nog vrij nieuw. De gelijkenis met de treinstellen plan T die even hiervoor op de rails verschenen is onmiskenbaar. Een duidelijk verschil echter is de aanwezigheid van normaal stoot- en trekwerk, nodig om rijtuigen en wagens te kunnen trekken. J.A. Bonthuis is de fotograaf (NVBS-fotonummer 639 889).

Als de capaciteit van een mP te klein was, werd een Hbbkkss postwagen aangekoppeld. Hier in Utrecht betreft het de 42 84 242 2 010-4 met erachter nog een soortgenoot. Wederom een foto van Bonthuis; 31-5-1979 (NVBS-fotonummer 539 405).

Een combinatie van mP met Hbbkkss zien we op deze kleurenfoto, genomen in Zwolle aan het postperron. Postperrons waren iets hoger dan de reizigersperrons. De mP draagt het nummer 3004 en is er een van de eerste serie, gefabriceerd door Werkspoor. De kleuren rood en geel accentueren de samenwerking tussen PTT en NS. Dit beeld van mP met of zonder Hbbkkss heeft het postvervoer tot het einde in 1996 bepaald. Bonthuis fotografeerde dit tafereel op 31-3-1982 (NVBS-fotonummer 530 955).

Gelukkig is er nog iets tastbaars bewaard gebleven van het postvervoer per spoor. Bij foto 8 konden we al lezen dat het rijtuig Pd 7920 in het Nederlands Spoorwegmuseum wordt bewaard. Hetzelfde geldt voor het postrijtuig Pec 1902, dat we op deze foto zien samen met dieselmotorwagen 41. Uiteraard op het terrein van het Spoorwegmuseum. Aan de kopvorm valt af te leiden dat de Pec 1902 tot de eerste serie heeft behoord maar in de loop der tijd van een ander nummer is voorzien. Het is een van de laatste foto’s van Bonthuis genomen op 10-1-1995. (NVBS-fotonummer 139 566). In dat jaar werd hij getroffen door een ernstige ziekte die hem drie jaar later fataal werd. Maar de vele foto’s en artikelen van zijn hand zorgen er voor dat hij zeker in NVBS-kringen niet gauw zal worden vergeten.


18 september 2015