Drie en meer

Samengesteld door Ciril van Hattum

Leden van de NVBS hebben een hobby in hetgeen op of naast de rails gebeurt. Bijna iedereen heeft hierin wel een voorliefde: de stoomtrein, het seinwezen, elektrische locomotieven, gelede trams, stations­architectuur etc. De vrijwilligers van de SNR zijn vrijwel dagelijks bezig de beeldbank te vullen met nog meer foto’s. Grote kans dus dat een ieder er voor zijn specialiteit wel iets in vindt, hoe bijzonder die ook mag zijn.

Neem Rudi. Hij is geïnteresseerd in elektrische trams met meer aanhang­wagens. Die waren er in Amsterdam en Rotterdam nauwelijks; de HTM daarentegen kende ‘standaard’, behalve op de stille uren, op de lijnen I² naar Leiden en 8 en 9 naar Scheveningen trams met twee aanhangwagens. Maar ook andere maatschappijen kenden dit verschijnsel. Drie aanhangwagens? Dat niet. Of toch? Deze serie toont hoofdzakelijk Nederlandse beelden van elektrische trams — al dan niet in de gewone dienst — met meer dan twee aanhangers. Ook Piet met zijn bijzondere voorkeur komt bij de beeldbank zoals u kunt zien aan zijn trekken.


Kampioen driebijwagentrams was wel de NBM, zowel op het normaal- als op het smalspoor. De lijn van Utrecht naar Zeist was de enige met normaalspoor en heeft als elektrische tram veertig jaar bestaan van 1909 tot 1949. Hier zien we motorwagen 16 -met slechts één trolleystang in plaats van drie- met de aanhangers 54, 53 en 51 in De Bilt. In de jaren van de Tweede Wereldoorlog was het KNMI niet meer in De Bilt gevestigd en kon de dubbelpolige bovenleiding op het traject tussen de Utrechtse Berenkuil en De Bilt dus vervallen. Deze was indertijd noodzakelijk om storingen aan de meetinstrumenten door zwerfstromen zo veel mogelijk te voorkomen. Zoals voorop de motorwagen is te zien, bood deze tram in Zeist de mogelijkheid om aansluitend over te stappen op de tram naar Doorn. J.A. Bonthuis fotografeerde dit tafereel op 2 april 1944. (NVBS-fotonummer 129.486)

Kampioen driebijwagentrams was wel de NBM, zowel op het normaal- als op het smalspoor. De lijn van Utrecht naar Zeist was de enige met normaalspoor en heeft als elektrische tram veertig jaar bestaan van 1909 tot 1949. Hier zien we motorwagen 16 -met slechts één trolleystang in plaats van drie- met de aanhangers 54, 53 en 51 in De Bilt. In de jaren van de Tweede Wereldoorlog was het KNMI niet meer in De Bilt gevestigd en kon de dubbelpolige bovenleiding op het traject tussen de Utrechtse Berenkuil en De Bilt dus vervallen. Deze was indertijd noodzakelijk om storingen aan de meetinstrumenten door zwerfstromen zo veel mogelijk te voorkomen. Zoals voorop de motorwagen is te zien, bood deze tram in Zeist de mogelijkheid om aansluitend over te stappen op de tram naar Doorn. J.A. Bonthuis fotografeerde dit tafereel op 2 april 1944. (NVBS-fotonummer 129.486)

Deze foto werd gemaakt op Tweede Pinksterdag, die in 1935 viel op 10 juni. Een extra drukke dag voor de NBM, die ook de voormalige paardentramrijtuigen moest inzetten om de drukte aan te kunnen. Bij het beginpunt in Zeist staat emr. 6 met de aanhangwagens 23, 28 en 16 klaar om naar Utrecht te vertrekken. Het eerste en laatste aanhangwagentje zijn na de opheffing in 1949 naar het Nederlands Spoorwegmuseum verhuisd waar de 16 nog steeds binnen is te bewonderen. De 23, sinds 1944 met gesloten balkons, werd in 2007 ondergebracht bij de Tramwegstichting in Overloon. De foto is van W.D.J.Cramer. (NVBS-fotonummer 119.144)

Deze foto werd gemaakt op Tweede Pinksterdag, die in 1935 viel op 10 juni. Een extra drukke dag voor de NBM, die ook de voormalige paardentramrijtuigen moest inzetten om de drukte aan te kunnen. Bij het beginpunt in Zeist staat emr. 6 met de aanhangwagens 23, 28 en 16 klaar om naar Utrecht te vertrekken. Het eerste en laatste aanhangwagentje zijn na de opheffing in 1949 naar het Nederlands Spoorwegmuseum verhuisd waar de 16 nog steeds binnen is te bewonderen. De 23, sinds 1944 met gesloten balkons, werd in 2007 ondergebracht bij de Tramwegstichting in Overloon. De foto is van W.D.J.Cramer. (NVBS-fotonummer 119.144)

Deze foto, die ook in de kop te zien is, toont de NBM-tramlijn Utrecht-Zeist en werd in deze laatste plaats gemaakt op 19 maart 1944. De achterste van de drie aanhangwagens is weer de 23, die we ook op de vorige foto tegenkwamen. (M.van Notten; NVBS-fotonummer 169.615)

Deze foto, die ook in de kop te zien is, toont de NBM-tramlijn Utrecht-Zeist en werd in deze laatste plaats gemaakt op 19 maart 1944. De achterste van de drie aanhangwagens is weer de 23, die we ook op de vorige foto tegenkwamen. (M.van Notten; NVBS-fotonummer 169.615)

Op 2 mei 1949 viel het doek voor de NBM-lijn Utrecht-Zeist. J.A.Bonthuis heeft op deze laatste dag nog een aantal foto's gemaakt, waarvan dit er een is. U ziet dat de trolleystang inmiddels is vervangen door een schaarbeugel. Bij het station in Zeist staat motorwagen 12 met de aanhangrijtuigen 91, 96 en 94 gereed voor misschien wel de allerlaatste rit. Via deuren in de balkonschermen kon de conducteur zich van het ene naar het andere rijtuig begeven. (NVBS-fotonummer 130.630)

Op 2 mei 1949 viel het doek voor de NBM-lijn Utrecht-Zeist. J.A.Bonthuis heeft op deze laatste dag nog een aantal foto’s gemaakt, waarvan dit er een is. U ziet dat de trolleystang inmiddels is vervangen door een schaarbeugel. Bij het station in Zeist staat motorwagen 12 met de aanhangrijtuigen 91, 96 en 94 gereed voor misschien wel de allerlaatste rit. Via deuren in de balkonschermen kon de conducteur zich van het ene naar het andere rijtuig begeven. (NVBS-fotonummer 130.630)

De overige lijnen van de NBM kenden allemaal smalspoor (1067mm). Van Zeist liepen lijnen naar Driebergen, Arnhem en Amersfoort terwijl vanuit Doorn ook Wijk bij Duurstede kon worden bereikt. Op deze foto staat de 77 met drie aanhang­wagens van de serie 30-54 in Amersfoort. De motor­wagen werd door Werkspoor gebouwd in 1924 en de aanhang­wagens zijn van Allan, daterend uit 1910, maar alle vier dus van Nederlands fabricaat. De bestuurder kon via de deur in de kop zijn plaats bereiken. Aan de overzijde van het perron staat een andere tram gereed en op het zijspoor zien we nog aan aantal goederenwagens. De foto werd op 17 mei 1937 genomen door H.G.Hesselink. (NVBS-fotonummer 170.736)

De overige lijnen van de NBM kenden allemaal smalspoor (1067mm). Van Zeist liepen lijnen naar Driebergen, Arnhem en Amersfoort terwijl vanuit Doorn ook Wijk bij Duurstede kon worden bereikt. Op deze foto staat de 77 met drie aanhang­wagens van de serie 30-54 in Amersfoort. De motor­wagen werd door Werkspoor gebouwd in 1924 en de aanhang­wagens zijn van Allan, daterend uit 1910, maar alle vier dus van Nederlands fabricaat. De bestuurder kon via de deur in de kop zijn plaats bereiken. Aan de overzijde van het perron staat een andere tram gereed en op het zijspoor zien we nog aan aantal goederenwagens. De foto werd op 17 mei 1937 genomen door H.G.Hesselink. (NVBS-fotonummer 170.736)

Niet alleen met Pinksteren maar ook met Pasen trokken de mensen er massaal op uit. En vlak na de oorlog ging dat gewoonlijk per trein of tram. Op 22 april 1946, Tweede Paasdag, vertrekt emr. 93 met zelfs vier aanhangers van het Dorpsplein in Doorn naar hetzij Arnhem hetzij Driebergen, de beide eindpunten van deze lijn. De foto werd door W.D.J.Cramer gemaakt op 22 april 1946. (NVBS-fotonummer 119.468)

Niet alleen met Pinksteren maar ook met Pasen trokken de mensen er massaal op uit. En vlak na de oorlog ging dat gewoonlijk per trein of tram. Op 22 april 1946, Tweede Paasdag, vertrekt emr. 93 met zelfs vier aanhangers van het Dorpsplein in Doorn naar hetzij Arnhem hetzij Driebergen, de beide eindpunten van deze lijn. De foto werd door W.D.J.Cramer gemaakt op 22 april 1946. (NVBS-fotonummer 119.468)

Een vooroorlogs plaatje uit Amsterdam, met rangeermotorwagen GTr 2 en vier aanhangwagens uit de series genummerd van 701 tot 880. Rangeermotorwagens brachten vanuit de remise aanhangrijtuigen naar de eindpunten van tramlijnen wanneer ze daar nodig waren voor het spitsvervoer. Op de foto van J.Voerman staat de GTr 2 op de Rivierenlaan en de datum is 26-12-1939, de voorlopig laatste Tweede Kerstdag in vredestijd. (NVBS-fotonummer 147.025)

Een vooroorlogs plaatje uit Amsterdam, met rangeermotorwagen GTr 2 en vier aanhangwagens uit de series genummerd van 701 tot 880. Rangeermotorwagens brachten vanuit de remise aanhangrijtuigen naar de eindpunten van tramlijnen wanneer ze daar nodig waren voor het spitsvervoer. Op de foto van J.Voerman staat de GTr 2 op de Rivierenlaan en de datum is 26-12-1939, de voorlopig laatste Tweede Kerstdag in vredestijd. (NVBS-fotonummer 147.025)

Een soortgelijk plaatje uit Scheveningen, waar HTM motorwagen 807 in de Harstenhoekstraat drie vierassige bijwagens, de 772, 776 en 773 vanuit de nabijgelegen remise klaar gaat zetten voor versterking van lijn 9. Op 5 november 1949 schoot J.A.Bonthuis dit ‘konvooi', zoals in Den Haag een tram van drie of meer rijtuigen werd genoemd.(NVBS-fotonummer 109.647)

Een soortgelijk plaatje uit Scheveningen, waar HTM motorwagen 807 in de Harstenhoekstraat drie vierassige bijwagens, de 772, 776 en 773 vanuit de nabijgelegen remise klaar gaat zetten voor versterking van lijn 9. Op 5 november 1949 schoot J.A.Bonthuis dit ‘konvooi’, zoals in Den Haag een tram van drie of meer rijtuigen werd genoemd. (NVBS-fotonummer 109.647)

We blijven nog even bij de HTM, midden in oorlogstijd. Dat is ook te zien aan het verveloze uiterlijk van de interlokale motorwagen 76, die op deze plaat vier open aanhangers naar Leiden brengt, hier ter hoogte van de Posthof. Door de brandstof­schaarste en de gevorderde fietsen kregen de trams en bussen van de HTM, maar ook elders natuurlijk, het extra druk. De open aanhang­wagens die normaal alleen in de zomer dienst deden, moesten nu ook in de overige jaargetijden de remise uitkomen. Om de reizigers tegen de ergste kou te beschermen had de HTM een order aan de firma Beijnes in Haarlem gegeven om deze rijtuigen om te bouwen tot gesloten wagens. Het transport van Den Haag naar Haarlem geschiedde geheel over tramrails. Op deze foto brengt emr.76 de 557, 555, 554 en 556 naar de NZH-remise aan de Rijnsburgerweg te Leiden, vanwaar de NZH het verdere transport voor haar rekening zou nemen. Het is 28 februari 1944. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.502)

We blijven nog even bij de HTM, midden in oorlogstijd. Dat is ook te zien aan het verveloze uiterlijk van de interlokale motorwagen 76, die op deze plaat vier open aanhangers naar Leiden brengt, hier ter hoogte van de Posthof. Door de brandstof­schaarste en de gevorderde fietsen kregen de trams en bussen van de HTM, maar ook elders natuurlijk, het extra druk. De open aanhang­wagens die normaal alleen in de zomer dienst deden, moesten nu ook in de overige jaargetijden de remise uitkomen. Om de reizigers tegen de ergste kou te beschermen had de HTM een order aan de firma Beijnes in Haarlem gegeven om deze rijtuigen om te bouwen tot gesloten wagens. Het transport van Den Haag naar Haarlem geschiedde geheel over tramrails. Op deze foto brengt emr.76 de 557, 555, 554 en 556 naar de NZH-remise aan de Rijnsburgerweg te Leiden, vanwaar de NZH het verdere transport voor haar rekening zou nemen. Het is 28 februari 1944. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.502)

In omgekeerde volgorde, nu met wagen 556 voorop, brengt vervolgens NZH motorwagen A512 het viertal naar Haarlem. Op dit moment rijdt het stel in Heemstede bij de Glipperbrug. De heer Bonthuis heeft het hele gebeuren tot in detail op de foto gezet. Het vervolgtransport naar Haarlem vond op dezelfde dag plaats als dat naar Leiden: 28 februari. (NVBS-fotonummer 109.504)

In omgekeerde volgorde, nu met wagen 556 voorop, brengt vervolgens NZH motorwagen A512 het viertal naar Haarlem. Op dit moment rijdt het stel in Heemstede bij de Glipperbrug. De heer Bonthuis heeft het hele gebeuren tot in detail op de foto gezet. Het vervolgtransport naar Haarlem vond op dezelfde dag plaats als dat naar Leiden: 28 februari. (NVBS-fotonummer 109.504)

Ook op dezelfde dag keert de A512 terug van de fabriek met dichtgemaakte rijtuigen. De firma Beijnes werkte wel snel, maar binnen een dag de open aanhangers te transformeren tot gesloten exemplaren was toch iets te veel gevraagd. Het betreft hier dan ook vier andere rijtuigen, die al eerder via dezelfde route naar Haarlem waren vervoerd. Het zijn de 563, 559, 558 en 560. In totaal werden zestien rijtuigen (550-565) door Beijnes onder handen genomen, hetgeen meerdere transporten v.v. heeft betekend. De locatie is de Heerenweg in Lisse, tussen Haarlem en Leiden. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.509)

Ook op dezelfde dag keert de A512 terug van de fabriek met dichtgemaakte rijtuigen. De firma Beijnes werkte wel snel, maar binnen een dag de open aanhangers te transformeren tot gesloten exemplaren was toch iets te veel gevraagd. Het betreft hier dan ook vier andere rijtuigen, die al eerder via dezelfde route naar Haarlem waren vervoerd. Het zijn de 563, 559, 558 en 560. In totaal werden zestien rijtuigen (550-565) door Beijnes onder handen genomen, hetgeen meerdere transporten v.v. heeft betekend. De locatie is de Heerenweg in Lisse, tussen Haarlem en Leiden. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.509)

Tenslotte moet de HTM het stel weer terugbrengen naar Den Haag, hetgeen motorwagen 79 voor zijn rekening neemt. De richtingfilm toont ‘Wassenaar', de plaats waar de foto ook is gemaakt. Opvallend is dat deze gesloten 550-ers, het is op de foto niet zo duidelijk te zien, in eerste instantie aan de zijkanten geen rijtuignummers hebben gekregen. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.515)

Tenslotte moet de HTM het stel weer terugbrengen naar Den Haag, hetgeen motorwagen 79 voor zijn rekening neemt. De richtingfilm toont ‘Wassenaar’, de plaats waar de foto ook is gemaakt. Opvallend is dat deze gesloten 550-ers, het is op de foto niet zo duidelijk te zien, in eerste instantie aan de zijkanten geen rijtuignummers hebben gekregen. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 109.515)

Een heel oud plaatje, uit augustus 1924. Maar ook toen al telde de ANWB een groot aantal leden. Voor hen werd eens per jaar de zogenaamde Bondsdag georganiseerd. In 1924 vond deze plaats te Vlissingen. De leden kwamen met de trein aan in het station en werden vervolgens over het stadstraject van de TVFM — Société anonyme des Tramways à Vapeur de Flessingue, Middelbourg et extensions — naar de stad vervoerd, waarschijnlijk naar een van de hotels aan de boulevard. Op de foto staan twee trams voor het station klaar, ieder met drie aanhangers, waarvan vele nog uit de stoomtijd stammen. Een politieagent met fiets houdt toezicht. (verzameling M. van Witsen; fotonummer NVBS 295.137)

Een heel oud plaatje, uit augustus 1924. Maar ook toen al telde de ANWB een groot aantal leden. Voor hen werd eens per jaar de zogenaamde Bondsdag georganiseerd. In 1924 vond deze plaats te Vlissingen. De leden kwamen met de trein aan in het station en werden vervolgens over het stadstraject van de TVFM — Société anonyme des Tramways à Vapeur de Flessingue, Middelbourg et extensions — naar de stad vervoerd, waarschijnlijk naar een van de hotels aan de boulevard. Op de foto staan twee trams voor het station klaar, ieder met drie aanhangers, waarvan vele nog uit de stoomtijd stammen. Een politieagent met fiets houdt toezicht. (verzameling M. van Witsen; fotonummer NVBS 295.137)

Terug naar Haarlem en de NZH. Langs de Leidschevaart rijdt de A453 met de aanhangrijtuigen B66, B65 en B67, in de buurt van de remise. Het is onduidelijk of het een diensttram betreft of een remisetransport. De motorwagen is een van de smalspoor ‘Boedapesters' van de firma Ganz uit 1924. De aanhangwagens zijn aanmerkelijk ouder: zij zijn afkomstig van de ESM en dateren van 1905. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 130.420)

Terug naar Haarlem en de NZH. Langs de Leidschevaart rijdt de A453 met de aanhangrijtuigen B66, B65 en B67, in de buurt van de remise. Het is onduidelijk of het een diensttram betreft of een remisetransport. De motorwagen is een van de smalspoor ‘Boedapesters’ van de firma Ganz uit 1924. De aanhangwagens zijn aanmerkelijk ouder: zij zijn afkomstig van de ESM en dateren van 1905. (J.A.Bonthuis; NVBS-fotonummer 130.420)

Ook het buitenland kende trams met meer dan twee aanhangers. We hoeven daarvoor niet eens ver de grens over, naar de Belgische kusttram van de NMVB. Bij het tramstation van De Haan tussen Knokke en Oostende staat een lange tram van lijn 2, bestaande uit motorwagen 9942 met een tweeasser van het type Allongé (verlengd) plus nog twee vierassige bijwagens uit de serie 11564-11593. H.J.H.M. van Haare Heijmeijer fotografeerde dit tramstel op 10 augustus 1947. (NVBS-fotonummer 332.074)

Ook het buitenland kende trams met meer dan twee aanhangers. We hoeven daarvoor niet eens ver de grens over, naar de Belgische kusttram van de NMVB. Bij het tramstation van De Haan tussen Knokke en Oostende staat een lange tram van lijn 2, bestaande uit motorwagen 9942 met een tweeasser van het type Allongé (verlengd) plus nog twee vierassige bijwagens uit de serie 11564-11593. H.J.H.M. van Haare Heijmeijer fotografeerde dit tramstel op 10 augustus 1947. (NVBS-fotonummer 332.074)

Ook op de kustlijn treffen we in Westkapelle deze tram aan, waarvan alleen het nummer van de achterste bijwagen bekend is: 11569. Zo'n open balkon is op een mooie zomerse dag toch ideaal; wat dat betreft is er met de modernisering van het tramverkeer ook veel moois verloren gegaan. J. Voerman fotografeerde het ensemble op 3 augustus 1947. (NVBS-fotonummer 347.060)

Ook op de kustlijn treffen we in Westkapelle deze tram aan, waarvan alleen het nummer van de achterste bijwagen bekend is: 11569. Zo’n open balkon is op een mooie zomerse dag toch ideaal; wat dat betreft is er met de modernisering van het tramverkeer ook veel moois verloren gegaan. J. Voerman fotografeerde het ensemble op 3 augustus 1947. (NVBS-fotonummer 347.060)

Een eindje verder van huis belanden we in Oostenrijk, waar voor het ÖBB-station van Innsbruck lijn 4 van de Innsbrucker Verkehrs Betriebe (IVB) vertrok. Verleden tijd, want de fraaie lijn 4 naar Solbad Hall is in 1974 opgeheven. Motorwagen 1 trekt vier oude en zeer kleine tweeassertjes, een uniek beeld bij de IVB. (foto R. van Hattum; 14-7-1959)

Een eindje verder van huis belanden we in Oostenrijk, waar voor het ÖBB-station van Innsbruck lijn 4 van de Innsbrucker Verkehrs Betriebe (IVB) vertrok. Verleden tijd, want de fraaie lijn 4 naar Solbad Hall is in 1974 opgeheven. Motorwagen 1 trekt vier oude en zeer kleine tweeassertjes, een uniek beeld bij de IVB. (foto R. van Hattum; 14-7-1959)

Ook nog een foto uit Italië. Bij het tramstation te Ponte Tresa in Noord-Italië, in de buurt van het Lago Maggiore, staat een tram gereed om naar Luino te vertrekken. Motorwagen 37 heeft nog een sleepbeugel. De foto is ook al tamelijk oud, namelijk genomen op 18 augustus 1952 door L.Albers toen de reeds lang geleden opgeheven lijn nog actief was. (NVBS-fotonummer 359.652)

Ook nog een foto uit Italië. Bij het tramstation te Ponte Tresa in Noord-Italië, in de buurt van het Lago Maggiore, staat een tram gereed om naar Luino te vertrekken. Motorwagen 37 heeft nog een sleepbeugel. De foto is ook al tamelijk oud, namelijk genomen op 18 augustus 1952 door L.Albers toen de reeds lang geleden opgeheven lijn nog actief was. (NVBS-fotonummer 359.652)

Tot slot het record op dit gebied, tenminste voor zover de samensteller van deze reeks heeft kunnen nagaan: een tram met maar liefst acht aanhangwagens. Ook hiervoor gaan we naar de Belgische kustlijn van de NMVB. Op de foto trekt motorwagen 10019 achtereenvolgend de aanhangers 8891, 8886, 8871, 8867, 8769, 8771, 8888 en 8889. Het ‘transport' vindt plaats op de Koningin Astrid Boulevard te Oostende. Het betreft hier een Kindertram. Tijdens de zomermaanden liet de Stad Oostende deze trams rijden van het centrum naar een grote speeltuin in de duinen buiten de stad. ′s Ochtends heen, eind van de middag terug.De datum is 5 juli 1955 en de fotograaf E.J.Bouwman (NVBS-fotonummer 1332.0006)

Tot slot het record op dit gebied, tenminste voor zover de samensteller van deze reeks heeft kunnen nagaan: een tram met maar liefst acht aanhangwagens. Ook hiervoor gaan we naar de Belgische kustlijn van de NMVB. Op de foto trekt motorwagen 10019 achtereenvolgend de aanhangers 8891, 8886, 8871, 8867, 8769, 8771, 8888 en 8889. Het ‘transport’ vindt plaats op de Koningin Astrid Boulevard te Oostende. Het betreft hier een Kindertram. Tijdens de zomermaanden liet de Stad Oostende deze trams rijden van het centrum naar een grote speeltuin in de duinen buiten de stad. ′s Ochtends heen, eind van de middag terug. De datum is 5 juli 1955 en de fotograaf E.J.Bouwman (NVBS-fotonummer 1332.0006).


4 maart 2016