De tram naar Oostvoorne

Samengesteld door Frans Stuurman en Nico Booij

Onderstaande beelden vormen een kleine selectie van de door Frans Stuurman vertoonde dia′s bij presentaties in Rotterdam en Eindhoven. Hij haalde daarbij herinneringen op aan reizen vanuit de stad Rotterdam naar het strand bij Oostvoorne en naar het kampeerterrein Kruininger Gors bij Brielle, waar de buren een zomerhuisje hadden.

De RTM (Rotterdamsche Tramweg Maatschappij) was de laatste vervoerder die nog echte interlokale tramlijnen exploiteerde. Deze exploitatie was financieel moeilijk vol te houden; er was eigenlijk altijd tekort aan geld. De maatschappij gebruikte daarom vooral veel tweede-hands materieel dat in eigen werkplaats werd opgeknapt, en soms ingrijpend verbouwd. De NVBS-kalender voor 2016 (1-14 februari) laat daarvan een voorbeeld zien. Resultaat was een grote verscheidenheid aan materieel, er waren geen twee locomotieven gelijk aan elkaar.

In 1965 reed de tram voor het laatst. De doodsteek voor het trambedrijf van de RTM kwam door de overstromingsramp van februari 1953 en de daarop volgende uitvoering van het Deltaplan. Veel banen in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden waren beschadigd, en later kwamen de vervoersstromen door de bouw van bruggen en dammen heel anders te liggen. Het minst gold dit voor de lijnen van Rotterdam naar Oostvoorne en Hellevoetsluis, die het dan ook het langst hebben volgehouden.


Affiche door H.W. Tap uit ca 1950 om het reizen naar het strand te promoten.Tap heeft naast affiches nog allerlei andere vormgeving voor de RTM gedaan; hij ontwierp het beeldmerk met de vleugels dat op de trams en bussen te zien was, en had ook een bijdrage aan de vormgeving van diverse locomotieven die in de werkplaats van het bedrijf zijn verbouwd.

Affiche door H.W. Tap uit ca 1950 om het reizen naar het strand te promoten. Tap heeft naast affiches nog allerlei andere vormgeving voor de RTM gedaan; hij ontwierp het beeldmerk met de vleugels dat op de trams en bussen te zien was, en had ook een bijdrage aan de vormgeving van diverse locomotieven die in de werkplaats van het bedrijf zijn verbouwd.

Beginpunt van de reis was het RTM-station aan de Rosestraat te Rotterdam. Het gebouw staat er nog, nu witgepleisterd.Aan beide kanten van het gebouw stonden trams opgesteld. Vooraan is een rangeerlocje bezig om materieel van of naar het op korte afstand gelegen Handelsterrein te brengen. De RTM had twee van deze locjes, waarvan er één nog in het RTM-museum te Ouddorp verblijft.De foto is gemaakt door Hans Oerlemans op 8 augustus 1958.

Beginpunt van de reis was het RTM-station aan de Rosestraat te Rotterdam. Het gebouw staat er nog, nu witgepleisterd. Aan beide kanten van het gebouw stonden trams opgesteld. Vooraan is een rangeerlocje bezig om materieel van of naar het op korte afstand gelegen Handelsterrein te brengen. De RTM had twee van deze locjes, waarvan er één nog in het RTM-museum te Ouddorp verblijft. De foto is gemaakt door Hans Oerlemans op 8 augustus 1958.

Een personentram komt aan bij het station aan de Rosestraat. Daarbij kruist hij het NS-goederenspoor dat van het emplacement IJsselmonde naar de BlueBand-fabriek liep.De tram wordt getrokken door de M67.

Een personentram komt aan bij het station aan de Rosestraat. Daarbij kruist hij het NS-goederenspoor dat van het emplacement IJsselmonde naar de BlueBand-fabriek liep. De tram wordt getrokken door de M67. Deze was afkomstig van de Maas-Buurt­spoorweg, waar hij het nummer DIV droeg.

Op de Brielselaan zien wij een goederentrein van NS, getrokken door de 2461, samen met een tram van de RTM (het ′Sperwer′-stel).Op de Brielselaan lagen naast elkaar sporen van NS, van de RTM en van de Rotterdamse Electrische Tram (het stads­vervoer­bedrijf van Rotterdam).Foto: J.C. de Jongh, 11 maart 1965.

Op de Brielselaan zien wij een goederentrein van NS, getrokken door de 2461, samen met een tram van de RTM (het ′Sperwer′-stel). Op de Brielselaan lagen naast elkaar sporen van NS, van de RTM en van de Rotterdamse Electrische Tram (het stads­vervoer­bedrijf van Rotterdam). Foto: J.C. de Jongh, 11 maart 1965.

Tramkruising te Rhoon.Het RTM-net was bijna overal enkelsporing, en bij diverse haltes konden trams elkaar kruisen. Tussen Rotterdam en Spijkenisse was Rhoon het gebruikelijke passeerpunt.Op de voorgrond staat loc. M1805, terwijl motorrijtuig M1803 in de verte nadert.Op deze plek staat nu het metro-station Rhoon.Foto: Theo Barten, 10 augustus 1965.

Tramkruising te Rhoon. Het RTM-net was bijna overal enkelsporing, en bij diverse haltes konden trams elkaar kruisen. Tussen Rotterdam en Spijkenisse was Rhoon het gebruikelijke passeerpunt. Op de voorgrond staat loc. M1805, terwijl motorrijtuig M1803 in de verte nadert. Op deze plek staat nu het metro-station Rhoon. Foto: Theo Barten, 10 augustus 1965.

Op diverse plaatsen zijn nog overblijfselen van het trambedrijf te vinden. Hier het voormalige station Hoogvliet, dat na de sluiting van het trambedrijf nog jaren bewoond is door een werknemer van de RTM. Nu is het horeca-gelegenheid.In de laatste jaren van de RTM-tram werd in Hoogvliet druk gebouwd aan de satelliet-stad die nu bediend wordt door de metro van de RET. Foto: F. Stuurman, 14 mei 1994.

Op diverse plaatsen zijn nog overblijfselen van het trambedrijf te vinden. Hier het voormalige station Hoogvliet, dat na de sluiting van het trambedrijf nog jaren bewoond is door een werknemer van de RTM. Nu is het horeca-gelegenheid. In de laatste jaren van de RTM-tram werd in Hoogvliet druk gebouwd aan de satelliet-stad die nu bediend wordt door de metro van de RET. Foto: F. Stuurman, 14 mei 1994.

Kort na Hoogvliet passeerde de tram de brug over de Oude Maas. Deze brug is verdwenen, maar op de beide oevers staan als herinnering aan de oude brug nog de toegangsportalen van deze brug. Foto: F. Stuurman, 9 mei 1998.

Kort na Hoogvliet passeerde de tram de brug over de Oude Maas. Deze brug is verdwenen, maar op de beide oevers staan als herinnering aan de oude brug nog de toegangsportalen van deze brug. Foto: F. Stuurman, 9 mei 1998.

Het belangrijkste station onderweg was Spijkenisse, waar de lijn zich splitste in de takken naar Hellevoetsluis en Oostvoorne. Er was een ruim midden­perron, waar men van de ene naar de andere tram kon overstappen.Links staat de tram naar Oostvoorne klaar, rechts die naar Hellevoetsluis.

Het belangrijkste station onderweg was Spijkenisse, waar de lijn zich splitste in de takken naar Hellevoetsluis en Oostvoorne. Er was een ruim midden­perron, waar men van de ene naar de andere tram kon overstappen. Links staat de tram naar Oostvoorne klaar, rechts die naar Hellevoetsluis. Foto: W. de Ruyter, 18 mei 1959.

Na het passeren van de dorpen Geervliet en Heenvliet nadert de tram het Kanaal door Voorne. Hierover lag een draaibrug, die net breed genoeg was voor de tram, maar waar niettemin lange tijd al het verkeer overheen moest. In de nadagen van de tram is er voor het gewone verkeer een ophaalbrug naast gebouwd.Foto: J.W. Sluiter, 15 juli 1959.

Na het passeren van de dorpen Geervliet en Heenvliet nadert de tram het Kanaal door Voorne. Hierover lag een draaibrug, die net breed genoeg was voor de tram, maar waar niettemin lange tijd al het verkeer overheen moest. In de nadagen van de tram is er voor het gewone verkeer een ophaalbrug naast gebouwd. Foto: J.W. Sluiter, 15 juli 1959.

Ondanks dat het RTM-net vrijwel geheel enkelsporig was, kende het nauwelijks seinpalen. Er stond er echter wel één voor de brug over het Kanaal door Voorne, en wel aan de westkant. Komend van die kant was het moeilijk te zien of (er een tegenligger op de brug in aantocht was) de brug geopend was; het sein werd ook bediend door de brugwachter.Foto: F.J. Hoevenagel, 25 oktober 1964.

Ondanks dat het RTM-net vrijwel geheel enkelsporig was, kende het nauwelijks seinpalen. Er stond er echter wel één voor de brug over het Kanaal door Voorne, en wel aan de westkant. Komend van die kant was het moeilijk te zien of (er een tegenligger op de brug in aantocht was) de brug geopend was; het sein werd ook bediend door de brugwachter. Foto: F.J. Hoevenagel, 25 oktober 1964.

Tram in de bocht voor het station van Oostvoorne. De tram wordt getrokken door de M1802, genaamd ′Zwaluw′. De eerder genoemde H.W. Tap heeft de kop van deze motorwagen ontworpen.

Tram in de bocht voor het station van Oostvoorne. De tram wordt getrokken door de M1802, genaamd ′Zwaluw′. De eerder genoemde H.W. Tap heeft de kop van deze motorwagen ontworpen.

We zijn aangekomen in het station van Oostvoorne. De meeste trams eindigen hier, en er is een uitgebreid emplacement. De foto geeft ook een indruk van de veelvormigheid van het RTM-materieel. Links staat de M1802, een voormalig benzinemotorrijtuig, dat begin jaren ′50 verbouwd is tot diesel-mechanisch rijtuig; rechts daarvan de M67, en geheel rechts staan enkele personenrijtuigen die van de NBM (Nederlandse Buurtspoorweg Maatschappij) afkomstig zijn.Foto: L.J.P. Albers, 8 juni 1958.

We zijn aangekomen in het station van Oostvoorne. De meeste trams eindigen hier, en er is een uitgebreid emplacement. De foto geeft ook een indruk van de veelvormigheid van het RTM-materieel. Links staat de M1802, een voormalig benzinemotorrijtuig, dat begin jaren ′50 verbouwd is tot diesel-mechanisch rijtuig; rechts daarvan de M67, en geheel rechts staan enkele personenrijtuigen die van de NBM (Nederlandse Buurtspoorweg Maatschappij) afkomstig zijn. Foto: L.J.P. Albers, 8 juni 1958.

Vanaf het station liep er één spoor door in de richting van het strand. Dit spoor liep door het dorp en dan door de duinen. Hier zien we een tram tussen het groen in de duinen rijden.Foto: Archief RTM Ouddorp, 1 juni 1958.

Vanaf het station liep er één spoor door in de richting van het strand. Dit spoor liep door het dorp en dan door de duinen. Hier zien we een tram tussen het groen in de duinen rijden. Foto: Archief RTM Ouddorp, 1 juni 1958.

Een tram bestaande uit locomotief M1806 en rijtuig 1516 is aangekomen op het strand van Oostvoorne.Prentbriefkaart uit juli 1963.

Een tram bestaande uit locomotief M1806 en rijtuig 1516 is aangekomen op het strand van Oostvoorne. Prentbriefkaart uit juli 1963.

In het dorp Oostvoorne vinden we nog een grappig beeld van een moeder met kind die na een dag strand naar huis gaan. Dit bronzen beeld is gemaakt door Elly Baltus.Foto: F. Stuurman.

In het dorp Oostvoorne vinden we nog een grappig beeld van een moeder met kind die na een dag strand naar huis gaan. Dit bronzen beeld is gemaakt door Elly Baltus. Foto: F. Stuurman.

Gelukkig is veel van het materieel van de RTM bewaard gebleven. Het is nu te zien in het museum in Ouddorp, waar het in uitstekende conditie wordt gehouden. We zien hier wederom het ′Sperwer′-stel; dit is het laatste tram-materieel dat bij de RTM in dienst gekomen is. Het bestond uit twee tweedehands elektrische trams, afkomstig van een opgeheven lijn van de Deutsche Bundesbahn, waartussen de RTM-werkplaats een bijpassende generator-wagen heeft gebouwd. Hier blijkt weer tot wat voor prestaties de werkplaats in staat was.Foto: F. Stuurman, 8 juli 2006.

Gelukkig is veel van het materieel van de RTM bewaard gebleven. Het is nu te zien in het museum in Ouddorp, waar het in uitstekende conditie wordt gehouden. We zien hier wederom het ′Sperwer′-stel; dit is het laatste tram-materieel dat bij de RTM in dienst gekomen is. Het bestond uit twee tweedehands elektrische trams, afkomstig van een opgeheven lijn van de Deutsche Bundesbahn, waartussen de RTM-werkplaats een bijpassende generator-wagen heeft gebouwd. Hier blijkt weer tot wat voor prestaties de werkplaats in staat was. Foto: F. Stuurman, 8 juli 2006.

Frans Stuurman heeft als kunstschilder veel tram-gerelateerde onderwerpen geschilderd, ook van de RTM. Dit schilderij heeft als titel "Micheline"; het is geïnspireerd op het "Fuut"-tramstel van de RTM. Dit stel bestond uit twee uit Frankrijk overgenomen Billard-rijtuigen.Olieverf op linnen, 50x65 cm, 1987.

Frans Stuurman heeft als kunstschilder veel tram-gerelateerde onderwerpen geschilderd, ook van de RTM. Dit schilderij heeft als titel “Micheline”; het is geïnspireerd op het “Fuut”-tramstel van de RTM. Dit stel bestond uit twee uit Frankrijk overgenomen Billard-rijtuigen. Olieverf op linnen, 50×65 cm, 1987.


4 februari 2016