De bevrijding

Samengesteld door Ciril van Hattum

Op 5 mei 2015 is het precies zeventig jaar geleden dat Nederland werd bevrijd van de Duitse bezetting. Dat werd natuurlijk overal in het land uitbundig gevierd. Maar niet bij de spoor- en tramwegbedrijven. Waarom niet? Er waren nauwelijks nog onbeschadigde baanvakken en nauwelijks nog rijtuigen om mee te rijden. Zien wij tegenwoordig bij festiviteiten als Koningsdag, Prinsjesdag of een jubileum fraai gepoetste treinen en trams op de rails, vaak uitgedost met vlaggetjes of bloemen, daar was in mei 1945 dus geen sprake van.

Onderstaande reportage wil laten zien hoe ontredderd de Nederlandse spoor- en tramwegen direct na de oorlog waren en hoe moeizaam maar voortvarend er werd gewerkt aan herstel van baan en materieel om de reizigers- en goederendienst te kunnen hervatten. Niet overal bleek dit mogelijk: met name bij sommige trambedrijven was de schade zo aanzienlijk, dat men besloot op een andere vorm van openbaar vervoer over te gaan.

De getoonde foto’s zijn alle kort na de bevrijding door de heer J.A. Bonthuis gemaakt, tenzij anders vermeld. Enige gegevens zijn ontleend aan ‘Spoorwegen in Nederland’ van auteur Guus Veenendaal. Een paar plaatjes zijn door Evert Heusinkveld via photoshop kwalitatief verbeterd.


In het zuiden van Nederland, in september 1944 bevrijd, reden al eerder weer treinen, maar in het bevrijde westen reed op 7 mei 1945 de eerste: een inspectietrein van Utrecht naar Amsterdam. Dat was op de dag dat in Utrecht het Nederlands spoorwegnet en het materieel door de Reichsbahn aan de NS werd overgedragen in aanwezigheid van talrijke topfunctionarissen. President-directeur der NS Ir. W. Hupkes is waarschijnlijk de zesde van rechts, voor de NS-er met pet. Op de Oude Lijn kon vanaf Amsterdam op 15 augustus Haarlem weer worden bereikt met elektrische treinen; Zwijndrecht op 11 november. Eind 1945 reden er weer op de meeste vooroorlogse baanvakken treinen, maar de reis duurde nog wel lang en was vaak niet erg comfortabel, onder andere door het ontbreken van glas in de ramen. (foto NS)

In het zuiden van Nederland, in september 1944 bevrijd, reden al eerder weer treinen, maar in het bevrijde westen reed op 7 mei 1945 de eerste: een inspectietrein van Utrecht naar Amsterdam. Dat was op de dag dat in Utrecht het Nederlands spoorwegnet en het materieel door de Reichsbahn aan de NS werd overgedragen in aanwezigheid van talrijke topfunctionarissen. President-directeur der NS Ir. W. Hupkes is waarschijnlijk de zesde van rechts, voor de NS-er met pet. Op de Oude Lijn kon vanaf Amsterdam op 15 augustus Haarlem weer worden bereikt met elektrische treinen; Zwijndrecht op 11 november. Eind 1945 reden er weer op de meeste vooroorlogse baanvakken treinen, maar de reis duurde nog wel lang en was vaak niet erg comfortabel, onder andere door het ontbreken van glas in de ramen. (foto NS)

Zondag 17 september 1944 had de regering in Londen het bevel tot de spoorwegstaking gegeven waar op de meeste plaatsen in Nederland gehoor aan werd gegeven. De stoomlocomotieven die er nog waren, met camouflagebeschildering, werden bij de stations gestald zoals op deze foto naast de locloods van station Den Haag Staatsspoor. We zien locomotieven van de series 5500, 7700 en 3700. Op de achtergrond een G8-locomotief, een van de latere serie 4101-4149. (foto 509.025; 13-5-1945)

Zondag 17 september 1944 had de regering in Londen het bevel tot de spoorwegstaking gegeven waar op de meeste plaatsen in Nederland gehoor aan werd gegeven. De stoomlocomotieven die er nog waren, met camouflagebeschildering, werden bij de stations gestald zoals op deze foto naast de locloods van station Den Haag Staatsspoor. We zien locomotieven van de series 5500, 7700 en 3700. Op de achtergrond een G8-locomotief, een van de latere serie 4101-4149. (foto 509.025; 13-5-1945)

Ook de trambedrijven hebben veel te lijden gehad van de oorlog. Bij de HTM lijn I² naar Leiden hebben mensen in de Hongerwinter op sommige plaatsen de dwarsliggers gesloopt om op te stoken, zoals hier bij de halte Laboratoria in Leiden. Maar ook al zouden die er nog wel liggen, de tankversperring in de vorm van ‘egels' iets verderop had doorrijden sowieso verhinderd. (foto 109.802; 14 juni 1945)

Ook de trambedrijven hebben veel te lijden gehad van de oorlog. Bij de HTM lijn I² naar Leiden hebben mensen in de Hongerwinter op sommige plaatsen de dwarsliggers gesloopt om op te stoken, zoals hier bij de halte Laboratoria in Leiden. Maar ook al zouden die er nog wel liggen, de tankversperring in de vorm van ‘egels’ iets verderop had doorrijden sowieso verhinderd. (foto 109.802; 14 juni 1945)

Niet alleen baanvakken en materieel waren vernield, ook veel stationsgebouwen. Station Leiden hier op de foto moet het stellen zonder één glasruit in de ramen, naast nog andere beschadigingen. Volgens het NS jaarverslag over 1945 waren er 72 stations vernield of zwaar beschadigd. (foto 509.628; 21-6-1945)

Niet alleen baanvakken en materieel waren vernield, ook veel stationsgebouwen. Station Leiden hier op de foto moet het stellen zonder één glasruit in de ramen, naast nog andere beschadigingen. Volgens het NS jaarverslag over 1945 waren er 72 stations vernield of zwaar beschadigd. (foto 509.628; 21-6-1945)

Van de Nederlandse trambedrijven heeft de GETA, de gemeente Elektrische Tram Arnhem, wel het meest te lijden gehad van de oorlog. Arnhem beschikte volgens velen over de mooiste vierassige motorwagens, gebouwd door Beijnes in 1929, waarvan er vele samen met ouder materieel door een voltreffer op de remise aan de Westervoortschedijk verloren zijn gegaan. Dit moet gebeurd zijn ten tijde van de Slag om Arnhem, 18 of 19 september 1944. Op de foto onder andere motorwagen 70, een van de slachtoffers. De stad en de trambanen waren eveneens dermate beschadigd, dat de tram na de oorlog niet meer in het straatbeeld is teruggekomen. Gelukkig rijden er nog wel steeds trolleybussen. En niet te vergeten replica motorwagen 76 in het Openluchtmuseum . Ook de elektrisch tramlijn in Zeeland tussen Middelburg en Vlissingen was zodanig vernield, dat men geen heil zag in herstel en er bussen op dit traject werden ingezet. Het nog bruikbare rollend materieel ging naar de NBM. (foto 129.069; 28-8-1945)

Van de Nederlandse trambedrijven heeft de GETA, de gemeente Elektrische Tram Arnhem, wel het meest te lijden gehad van de oorlog. Arnhem beschikte volgens velen over de mooiste vierassige motorwagens, gebouwd door Beijnes in 1929, waarvan er vele samen met ouder materieel door een voltreffer op de remise aan de Westervoortschedijk verloren zijn gegaan. Dit moet gebeurd zijn ten tijde van de Slag om Arnhem, 18 of 19 september 1944. Op de foto onder andere motorwagen 70, een van de slachtoffers. De stad en de trambanen waren eveneens dermate beschadigd, dat de tram na de oorlog niet meer in het straatbeeld is teruggekomen. Gelukkig rijden er nog wel steeds trolleybussen. En niet te vergeten replica motorwagen 76 in het Openluchtmuseum . Ook de elektrisch tramlijn in Zeeland tussen Middelburg en Vlissingen was zodanig vernield, dat men geen heil zag in herstel en er bussen op dit traject werden ingezet. Het nog bruikbare rollend materieel ging naar de NBM. (foto 129.069; 28-8-1945)

Veel spoor-en trammaterieel is in de oorlogsjaren weggevoerd naar Duitsland. Gelukkig is het meeste daarvan na de oorlog teruggekomen, maar wel in deerlijk gehavende staat. Ook het NS treinstel ELD3 422 was op weg naar Duitsland maar strandde in Arnhem waar op dat moment zwaar werd gevochten. Het stel bleef weliswaar in Nederland, maar er moest toch na de bevrijding heel wat aan gebeuren voor het weer toonbaar en rijdbaar was. (foto 509.377; 28-8-1945)

Veel spoor-en trammaterieel is in de oorlogsjaren weggevoerd naar Duitsland. Gelukkig is het meeste daarvan na de oorlog teruggekomen, maar wel in deerlijk gehavende staat. Ook het NS treinstel ELD3 422 was op weg naar Duitsland maar strandde in Arnhem waar op dat moment zwaar werd gevochten. Het stel bleef weliswaar in Nederland, maar er moest toch na de bevrijding heel wat aan gebeuren voor het weer toonbaar en rijdbaar was. (foto 509.377; 28-8-1945)

Eindelijk is het dan zo ver: de trams gaan weer rijden! Dat geldt ook voor de NZH. Hier poseert het personeel op de Sandtlaan te Rijnsburg voor de allereerste tram die op het traject Leiden-Noordwijk in dienst kwam. We zien het stuurstandrijtuig B 401. (foto 130.190; 25-6-1945)

Eindelijk is het dan zo ver: de trams gaan weer rijden! Dat geldt ook voor de NZH. Hier poseert het personeel op de Sandtlaan te Rijnsburg voor de allereerste tram die op het traject Leiden-Noordwijk in dienst kwam. We zien het stuurstandrijtuig B 401. (foto 130.190; 25-6-1945)

Toch nog een versierde trein te bespeuren, en wel op station Zutphen. De gelegenheid is de eerste trein na het beëindigen van de oorlog naar Winterswijk. Locomotief NS 5504 staat voor een aantal verschillende rijtuigen, waarvan alleen het eerste op de foto is te zien. (foto 509.234; 17-12-1945)

Toch nog een versierde trein te bespeuren, en wel op station Zutphen. De gelegenheid is de eerste trein na het beëindigen van de oorlog naar Winterswijk. Locomotief NS 5504 staat voor een aantal verschillende rijtuigen, waarvan alleen het eerste op de foto is te zien. (foto 509.234; 17-12-1945)

Ook de Nederlandse stadstrambedrijven gingen meteen na de bevrijding flink aan de slag. In Den Haag had dit tot gevolg dat de trams die na 17 november 1944 niet meer hadden gereden, op 11 juni 1945 weer op de rails verschenen. Althans op een aantal lijnen, niet op alle. Op de foto zien we op de derde dag dat er weer gereden werd lijn 20 bestaande uit ombouwer 100 met de aanhangwagens 612 en 608 bij het beginpunt aan de Riviervischmarkt. Als je goed kijkt kun je zien dat de tram geheel verlaten is: geen bestuurder, geen passagiers. De eerste tijd was er namelijk sprake van stroomrantsoenering waar ook de HTM aan werd gehouden: trams stonden midden op de dag een paar uur stil. (foto J. Voerman 148.504; 13-6-1945)

Ook de Nederlandse stadstrambedrijven gingen meteen na de bevrijding flink aan de slag. In Den Haag had dit tot gevolg dat de trams die na 17 november 1944 niet meer hadden gereden, op 11 juni 1945 weer op de rails verschenen. Althans op een aantal lijnen, niet op alle. Op de foto zien we op de derde dag dat er weer gereden werd lijn 20 bestaande uit ombouwer 100 met de aanhangwagens 612 en 608 bij het beginpunt aan de Riviervischmarkt. Als je goed kijkt kun je zien dat de tram geheel verlaten is: geen bestuurder, geen passagiers. De eerste tijd was er namelijk sprake van stroomrantsoenering waar ook de HTM aan werd gehouden: trams stonden midden op de dag een paar uur stil. (foto J. Voerman 148.504; 13-6-1945)

NS had veel materieel verloren in de oorlog maar na de oorlog bleken er ook enige Duitse en geallieerde locomotieven en rijtuigen achtergebleven te zijn. Een daarvan is de Krupp-dieselloc uit 1942 die in Utrecht was gestationeerd (en gefotografeerd). NS had haar initialen er al op geplaatst en de loc ook al een nummer gegeven: L5 met de bedoeling er mee te gaan rijden. Ondanks de aanwezigheid van acht assen bleek de asdruk echter toch te hoog voor de Nederlandse baanvakken. De loc werd kort nadat deze foto werd gemaakt geretourneerd naar Duitsland en kreeg daar het nummer DB 188.002. (foto 509.523; 20-12-1949)

NS had veel materieel verloren in de oorlog maar na de oorlog bleken er ook enige Duitse en geallieerde locomotieven en rijtuigen achtergebleven te zijn. Een daarvan is de Krupp-dieselloc uit 1942 die in Utrecht was gestationeerd (en gefotografeerd). NS had haar initialen er al op geplaatst en de loc ook al een nummer gegeven: L5 met de bedoeling er mee te gaan rijden. Ondanks de aanwezigheid van acht assen bleek de asdruk echter toch te hoog voor de Nederlandse baanvakken. De loc werd kort nadat deze foto werd gemaakt geretourneerd naar Duitsland en kreeg daar het nummer DB 188.002. (foto 509.523; 20-12-1949)

Door de nazi's gevorderde tramrijtuigen kwamen grotendeels weer naar Nederland terug: in Rotterdam gebeurde dit ook per schip. Met een kraan worden de trams uit het ruim getild en op de rails in de stad gezet. Motorwagen 196 staat er al en vierasser 450 bungelt nog in de lucht maar zal weldra de 196 vergezellen. Beide rijtuigen kwamen na een opknapbeurt weer in de normale dienst. (onbekende fotograaf; 23-5-1945)

Door de nazi’s gevorderde tramrijtuigen kwamen grotendeels weer naar Nederland terug: in Rotterdam gebeurde dit ook per schip. Met een kraan worden de trams uit het ruim getild en op de rails in de stad gezet. Motorwagen 196 staat er al en vierasser 450 bungelt nog in de lucht maar zal weldra de 196 vergezellen. Beide rijtuigen kwamen na een opknapbeurt weer in de normale dienst. (onbekende fotograaf; 23-5-1945)

Zes sikken kwamen ongeschonden uit de oorlog: veel te weinig natuurlijk. Aan de bestelling van nieuwe rangeerlocs zat een behoorlijke levertijd, want veel fabrikanten kampten ook nog met de naweeën van de oorlog. Daarom kocht NS in Zwitserland een vijftal stoomlocomotieven van de SBB, die bij NS genummerd werden van 7801 tot en met 7805. Op de foto bij Rotterdam DP zien we de 7801, die bij de SBB het nummer 8424 droeg. Stoomlocomotieven voor rangeerwerk waren echter al uit de tijd, zodat NS zodra het kon dit vijftal aan de kant zette: al in 1948. (foto 509.036; 19-4-1946)

Zes sikken kwamen ongeschonden uit de oorlog: veel te weinig natuurlijk. Aan de bestelling van nieuwe rangeerlocs zat een behoorlijke levertijd, want veel fabrikanten kampten ook nog met de naweeën van de oorlog. Daarom kocht NS in Zwitserland een vijftal stoomlocomotieven van de SBB, die bij NS genummerd werden van 7801 tot en met 7805. Op de foto bij Rotterdam DP zien we de 7801, die bij de SBB het nummer 8424 droeg. Stoomlocomotieven voor rangeerwerk waren echter al uit de tijd, zodat NS zodra het kon dit vijftal aan de kant zette: al in 1948. (foto 509.036; 19-4-1946)

Zonder enig vlagvertoon of versiering reed vanaf 18 juni in Amsterdam lijn 16 weer. We zien hier motorwagen 405 met aanhangwagen 790 op de Prins Hendrikkade op deze eerste dag. De tweeassers zouden nog geruime tijd dienst blijven doen in de hoofdstad, tot in de vijftiger jaren. In 1948 kwamen de drieassers en pas in 1957 de eerste vierassers -van Beijnes- op de rails. (foto L.J.A.M. Heijmeijer 131.001; 18-6-1945)

Zonder enig vlagvertoon of versiering reed vanaf 18 juni in Amsterdam lijn 16 weer. We zien hier motorwagen 405 met aanhangwagen 790 op de Prins Hendrikkade op deze eerste dag. De tweeassers zouden nog geruime tijd dienst blijven doen in de hoofdstad, tot in de vijftiger jaren. In 1948 kwamen de drieassers en pas in 1957 de eerste vierassers -van Beijnes- op de rails. (foto L.J.A.M. Heijmeijer 131.001; 18-6-1945)

Groot feest: de Moerdijkbrug is hersteld! Op deze foto gaat een directietrein als eerste het Hollands Diep over en bereikt over enkele minuten Noord-Brabant. De trein wordt getrokken door stoomlocomotief 4002. Dit is een machine uit de serie 4001-4015 die na de oorlog uit Zweden het NS-locomotievenpark kwam versterken. Ze zijn gebouwd door Nohab in Trollhättan; bij de NS zijn het de enige 2C-locs met drie cilinders. (foto J.J.Overwater; 24-8-1946)

Groot feest: de Moerdijkbrug is hersteld! Op deze foto gaat een directietrein als eerste het Hollands Diep over en bereikt over enkele minuten Noord-Brabant. De trein wordt getrokken door stoomlocomotief 4002. Dit is een machine uit de serie 4001-4015 die na de oorlog uit Zweden het NS-locomotievenpark kwam versterken. Ze zijn gebouwd door Nohab in Trollhättan; bij de NS zijn het de enige 2C-locs met drie cilinders. (foto J.J.Overwater; 24-8-1946)

In augustus 1945 kon je ook weer met de NZH-tram van Den Haag naar Leiden reizen. De foto laat duidelijk zien dat de omgeving van de tram nog niet genormaliseerd is. Er was slechts enkelspoor en veel ruimte voor wandelaars en fietsers bleef er niet over als de tram er door moest. Naast de A614-613, een van de fraaie harmonicatrams die het Haarlemse Beijnes in 1932 had geleverd, zien we een diepe bomkrater: hier was een V2-raket ingeslagen na een mislukte lancering. (foto 130.328; 8-8-1945)

In augustus 1945 kon je ook weer met de NZH-tram van Den Haag naar Leiden reizen. De foto laat duidelijk zien dat de omgeving van de tram nog niet genormaliseerd is. Er was slechts enkelspoor en veel ruimte voor wandelaars en fietsers bleef er niet over als de tram er door moest. Naast de A614-613, een van de fraaie harmonicatrams die het Haarlemse Beijnes in 1932 had geleverd, zien we een diepe bomkrater: hier was een V2-raket ingeslagen na een mislukte lancering. (foto 130.328; 8-8-1945)

De fraaie elektrische treinen van het eerste uur, die van de Hofpleinlijn ex-ZHESM, keerden na de oorlog helaas niet meer terug. Op het traject van Rotterdam naar Den Haag HS en Scheveningen reden na de oorlog aanvankelijk stoomlocomotieven met ZHESM-rijtuigen. Samensteller van deze wisselexpo heeft zo nog gereisd: de rijtuigen hadden langsbanken maar omdat ze er breed genoeg voor waren, ook nog een rij banken in het midden. Zij werden ook elders in het land ingezet: op de foto stuurstandrijtuig NC Cesz 8043 te Utrecht. Het rijtuig ziet er spic en span uit. De foto dateert dan ook al van enkele jaren na de oorlog. (foto 509.290; 20-9-1948)

De fraaie elektrische treinen van het eerste uur, die van de Hofpleinlijn ex-ZHESM, keerden na de oorlog helaas niet meer terug. Op het traject van Rotterdam naar Den Haag HS en Scheveningen reden na de oorlog aanvankelijk stoomlocomotieven met ZHESM-rijtuigen. Samensteller van deze wisselexpo heeft zo nog gereisd: de rijtuigen hadden langsbanken maar omdat ze er breed genoeg voor waren, ook nog een rij banken in het midden. Zij werden ook elders in het land ingezet: op de foto stuurstandrijtuig NC Cesz 8043 te Utrecht. Het rijtuig ziet er spic en span uit. De foto dateert dan ook al van enkele jaren na de oorlog. (foto 509.290; 20-9-1948)

Het duurde lang voor alle trams en autobussen uit Duitsland terugkwamen. De exemplaren die de pech hadden in de Russische zone van Duitsland te zijn beland, kwamen helemaal niet meer terug: die vormden ‘oorlogsbuit'. Vier maanden na de bevrijding arriveert motorrijtuig 813 van de HTM, ‘uitgeleend' aan Duisburg, in het land. In tegenstelling tot Rotterdam kwamen de Haagse trams per trein terug. De wagen staat op een vierassige rongenwagen van de NS hier in Utrecht. De stroomafnemer en alle ruiten ontbreken: de firma Beijnes of Werkspoor had nog enig werk te doen voor de 813 weer in de stad op de rails kon verschijnen. Na verloop van tijd kwamen alle 800-en weer in dienst behalve 818 die in Bremen te zwaar werd beschadigd. (foto 109.576; 6-9-1945)

Het duurde lang voor alle trams en autobussen uit Duitsland terugkwamen. De exemplaren die de pech hadden in de Russische zone van Duitsland te zijn beland, kwamen helemaal niet meer terug: die vormden ‘oorlogsbuit’. Vier maanden na de bevrijding arriveert motorrijtuig 813 van de HTM, ‘uitgeleend’ aan Duisburg, in het land. In tegenstelling tot Rotterdam kwamen de Haagse trams per trein terug. De wagen staat op een vierassige rongenwagen van de NS hier in Utrecht. De stroomafnemer en alle ruiten ontbreken: de firma Beijnes of Werkspoor had nog enig werk te doen voor de 813 weer in de stad op de rails kon verschijnen. Na verloop van tijd kwamen alle 800-en weer in dienst behalve 818 die in Bremen te zwaar werd beschadigd. (foto 109.576; 6-9-1945)

Voor de wederopbouw van het spoorwegnet was natuurlijk ook verschillend werkmaterieel nodig. De Britten kwamen de NS te hulp met het beschikbaar stellen van deze op elf assen rustende gigantische stoomkraan, in 1943 door Cowans Sheldon & Co. Ltd te Carlisle gebouwd. Hier staat de kraan in Hengelo met het ingewikkelde nummer SSIV/TN 539 erop gekalkt. Het officiële nummer zou zijn WD 226. WD staat voor War Department: het is dus duidelijk dat de kraan gebouwd is voor hulp bij de oorlogsvoering tegen Duitsland. (foto W.D.J. Cramer 119.447; 24-6-1945)

Voor de wederopbouw van het spoorwegnet was natuurlijk ook verschillend werkmaterieel nodig. De Britten kwamen de NS te hulp met het beschikbaar stellen van deze op elf assen rustende gigantische stoomkraan, in 1943 door Cowans Sheldon & Co. Ltd te Carlisle gebouwd. Hier staat de kraan in Hengelo met het ingewikkelde nummer SSIV/TN 539 erop gekalkt. Het officiële nummer zou zijn WD 226. WD staat voor War Department: het is dus duidelijk dat de kraan gebouwd is voor hulp bij de oorlogsvoering tegen Duitsland. (foto W.D.J. Cramer 119.447; 24-6-1945)

Precies een jaar na de bevrijding vond er in Utrecht een praalwagenoptocht plaats ter herdenking. Ook de NBM deed hier aan mee: met een wagen waarop een nepmotorwagen 16 stond gemonteerd. Hier gefotografeerd in de F.C. Dondersstraat. Waarom de NBM die toen nog naar Zeist reed niet met een echte motorwagen mee deed, is een raadsel. Een echte tram is nog achter de praalwagen te ontwaren. Toen de NBM in 1949 de tramdienst naar Zeist staakte, ging de echte 16 met nog enkele andere naar Mönchen Gladbach. Vier jaar na de bevrijding ging Nederlands materieel dus alweer vrijwillig naar het oosten… (foto 129.547; 4-5-1946)

Precies een jaar na de bevrijding vond er in Utrecht een praalwagenoptocht plaats ter herdenking. Ook de NBM deed hier aan mee: met een wagen waarop een nepmotorwagen 16 stond gemonteerd. Hier gefotografeerd in de F.C. Dondersstraat. Waarom de NBM die toen nog naar Zeist reed niet met een echte motorwagen mee deed, is een raadsel. Een echte tram is nog achter de praalwagen te ontwaren. Toen de NBM in 1949 de tramdienst naar Zeist staakte, ging de echte 16 met nog enkele andere naar Mönchen Gladbach. Vier jaar na de bevrijding ging Nederlands materieel dus alweer vrijwillig naar het oosten… (foto 129.547; 4-5-1946)

Naast de sneltreinlocomotieven serie 4000 van het plaatje op de Moerdijkbrug betrok NS al eerder, kort na de bevrijding, ook goederenlocomotieven uit Zweden genummerd in de serie 4700. Ook deze zijn gebouwd bij Nohab.Over zee kwamen de locs vanuit Zweden in Rotterdam aan: hier vindt ontscheping plaats in de Merwedehaven. We zien op de foto loc 4703 van achteren, waarbij de goed afgeschermde machinistencabine duidelijk opvalt. Voor het Nederlandse klimaat misschien wat overdreven, maar deze machines zijn gebouwd naar een bestaand ontwerp van in Zweden dienstdoende locomotieven. (foto J.J. Overwater; 24-7-1945)

Naast de sneltreinlocomotieven serie 4000 van het plaatje op de Moerdijkbrug betrok NS al eerder, kort na de bevrijding, ook goederenlocomotieven uit Zweden genummerd in de serie 4700. Ook deze zijn gebouwd bij Nohab.Over zee kwamen de locs vanuit Zweden in Rotterdam aan: hier vindt ontscheping plaats in de Merwedehaven. We zien op de foto loc 4703 van achteren, waarbij de goed afgeschermde machinistencabine duidelijk opvalt. Voor het Nederlandse klimaat misschien wat overdreven, maar deze machines zijn gebouwd naar een bestaand ontwerp van in Zweden dienstdoende locomotieven. (foto J.J. Overwater; 24-7-1945)


22 april 2015