Verslag Spoorwandelreis Wallonië

20 oktober 2022

door Frank Hoogenboom

Op een zonnige zaterdag de 3e september 2022 verzamelden zich 27 deelnemers langs spoor 5 van het fraaie station van Maastricht voor wat alweer de 5e spoorwandelreis van SNE was. Een enkeling had zich vanwege het vertrekuur al eerder naar Limburg begeven, maar de meesten waren die ochtend  stakingsvrij naar het zuiden gereisd. Een eerste uitdaging voor onze reisleider Ronald Bokhove was al om onze groep enigszins bijeen te houden, want hoewel je bij de Belgische Spoorwegen zitplaatsen kunt reserveren was dat voor dit deel van de reis niet gelukt. Terwijl de deelnemers kennismaakten en oude bekenden elkaar troffen, naderden wij reeds ons eerste overstappunt, het fraaie hoofdstation van Luik Guillemins.

Station Liège Guillemins, 3 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Hier voegden zich nog twee deelnemers bij ons. We stapten over op een lokale trein richting Namen die ons langs de Maas voerde tot een station met de idyllisch klinkende naam Marche-les-Dames. Aan de overkant van het spoor konden we in restaurant La Feraugière de bagage stallen en even iets drinken. Daarna ging het in ganzenpas voor de eerste wandeling de heuvels in! De Maas heeft zich in deze omgeving scherp ingegraven en er waren dan ook kliffen van tientallen meters hoog met de fraaiste uitzichten. Terug in het dal zagen we dat klimmers zich ook graag aan deze steile rotswanden wagen en zelf konden we het natuurlijk niet laten om bij het eerste het beste viaduct de komst van een (vertraagde) trein uit Luik af te wachten alvorens onze (wandel)weg langs de Maas te vervolgen.

Uitzicht op de Maas en de spoorlijn Luik – Namen bij Marche-les-Dames, 3 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

IC Luik – Namen bij Marche-les-Dames, 3 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Koning Albert I van België wandelde ook graag in deze omgeving maar moest dat in 1934 met de dood bekopen. In het restaurant werd daar aandacht aan besteed.

Aandacht voor de wandeling die Koning Albert I in 1934 fataal werd. Foto: Frank Hoogenboom.

Bij terugkomst aldaar werd ons een avondmaaltijd geserveerd waarna we terugliepen naar het station, terwijl het ten zuiden van ons flink rommelde in de lucht! Fraaie regenbogen overspanden daardoor het Maasdal! Met de trein was het hierna nog een klein stukje naar Namen (Namur) waar we aankwamen in een station dat nog altijd de sporen draagt van verbouwing: de meeste winkelruimtes zijn nog leeg, het busstation niet af. De façade  van het oude station is bij de vernieuwing gelukkig blijven staan, maar de omgeving van het station en in het bijzonder onze route naar het hotel bood geen prettige aanblik. Veel lege winkels, veel rommel en een busstation langs zo’n beetje de hele lengte van onze route. Ons eerste hotel lag op ongeveer een kwartier lopen van het station en ertegenover was één gigantisch bouwterrein op de plek waar ooit een kazerne had gestaan.

Een fraaie regenboog boven het Maasdal bij Marche-les-Dames, 3 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Station Namur met een klassieke voorgevel uit 1864, 3 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

De tweede dag, zondag, was de enige volledig vrije dag. Ieder ging zijns en haars weegs dus. Sommigen kozen voor een wandeling in de fraaie natuur in en boven het Maasdal waarbij te zien aan de Whatsapp het fantastische uitzicht vanaf ‘les sept Meuses’ favoriet was. Wie het richting Dinant zocht, kreeg te maken met treinvervangend busvervoer (‘vervangbussen’). Dat leverde wat gymnastische oefeningen op, al staand slingerend in de bus langs de Maas, maar er was ook gelegenheid de huidige staat van de diverse stations te bekijken.

Zicht op de Maas vanuit het uitzichtpunt Les 7 Meuses nabij Profondeville, 4 september 2022. Foto: Paul Nienhuis.

Wachtkamer met voormalig loket in station Godinne, 4 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Anderen verkenden de binnenstad van Namen, bezochten de citadel en oude tramtunnels of het plaatselijke computermuseum. Weer anderen hadden het verder weg gezocht en daarbij onder andere het ‘spookstation’ Gare Royal d’Ardenne bij Houyet aangedaan, ooit gebouwd omdat koning Leopold II er een luxe hotel in de buurt had laten bouwen, het Château Royal d’Ardenne.  ’s Avonds sloten de meesten zich aan bij het initiatief van Ronald om bij het plaatselijke, voortreffelijke Italiaanse visrestaurant te gaan eten waar behalve niet te versmaden mosselen volgens sommigen gelukkig ook andere gerechten op het menu stonden.

Terug in de IT-tijd in het Computermuseum van Namen, 4 september 2022. Foto: Ronald Boers.

Het ‘spookstation’ Gare Royal d’Ardenne bij Houyet, 4 september 2022. Foto: Fenno Fierens.

Mosselen en andere gerechten bij een Italiaans visrestaurant in Namen, 4 september. Foto: Paul Nienhuis.

Het fraai gelegen stadje Dinant aan de Maas met kerk en citadel, 5 september 2022. Foto: Paul Nienhuis.

De volgende ochtend, maandag, bleken de bouwvakkers niet al te vroeg uit de veren of weinig luidruchtig. De treinen richting Dinant reden inmiddels weer en dat bracht ons richting deze mooie stad in het Maasdal én het zijdal van de Lesse waar een wandeling met mooie uitzichten op het spoor bij Chaleux en op het uitzichtpunt aldaar op het programma stond.

Het waterpeil van de Lesse houdt niet over op 5 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Uitzicht op het spoor bij Chaleux. Foto: Frank Hoogenboom.

Uitzichtpunt bij Chaleux met enkele NVBS’ers, 5 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Wachten op de trein. Foto: Ed de Smit.

Op de reis van Dinant naar ons beginpunt Gendron-sur-Lesse was nog even de in onbruik geraakte lijn naar Givet (Fr) te zien. Net als op de eerste dag zat in de wandeling een stijging van enkele honderden meters, dus de benen werden weer flink op de proef gesteld. Tijdens de wandeling passeerden we enkele spoorbruggen waarbij opviel dat de ene inmiddels volledig gerenoveerd was, iets waar Infrabel wel trots op was, terwijl anderen geen okselfrisse indruk meer maakten.

Gerenoveerde brug over de Lesse, 5 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Voetpad op de brug langs het spoor, 5 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Uw verslaggever waagde zich ook nog aan een aanbevolen routeverlenging naar het prachtig gelegen kasteel Walzin. Aan het einde van de middag gebruikten we een voedzame avondmaaltijd op het terras bij station Gendron-Celles met uitzicht over de Lesse. De avonduren leverden enkele onvermoeibaren nog fraaie beelden van de citadel van Namen op.

Kasteel Walzin, 5 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

 

Citadel en het Waalse parlement in Namen, 5 september 2022. Foto: Paul Nienhuis.

Citadel en het Waalse parlement  aan de Maas,  5 september 2022. Foto: Paul Nienhuis.

Voor het programma van de dinsdag stond al vroeg een toerbus op ons te wachten voor het hotel. Alle bagage ging daarin, want we gingen verkassen naar Bergen (Mons). Geen rails of wandelingen dus vandaag? Jazeker wel, want de eerste stop was Warnant aan de restanten van de voormalige spoorlijn 150 Dinant – Tamines. Deze spoorlijn had ooit een belangrijke rol gespeeld in het transport van ijzererts en cokes uit Luxemburg en Lotharingen en was uiteindelijk in 1983 gesloten, maar tot 2007 nog wel in stand gehouden om militair-strategische redenen.  Op een groot deel van het tracé ligt inmiddels een fietspad, maar het gedeelte dat wij vandaag bereden was herlegd of gerenoveerd voor railfietsen. Een hele uitdaging voor de deelnemers, zeker waar het tracé heuvelop ging. In totaal was het een afstand van ongeveer 14 km retour, halverwege onderbroken door een wegkruising waar geen spoor meer in lag. Zo’n railfiets heeft een lichte versnelling om de hardrijders te ontmoedigen en een handrem voor het geval dat. Nadat de resten van een milde ochtendregen waren verwijderd, zetten we koers naar het tussenstation Falaën.

Railfietsen tussen Warnant en Falaën. Foto: Fenno Fierens.

Tussenstation Falaën, 6 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

De rails lag prima al leek de verkanting soms wel wat overdreven voor de snelheden van heden. Dan was het overigens ook geen probleem dat op sommige gedeelten de bielzen weinig hout meer leken te hebben, terwijl overigens op andere delen fantastische staal-betonbielzen lagen! Dat de baan herlegd zal zijn bleek wel uit de plotselinge passage van een (vastgelegd) wissel midden in de rimboe! Onderweg passeerden we nog een tunnel en diverse hoge viaducten.

Op de railfiets door de tunnel, 6 september 2022. Foto: Remmelt-Jan Oosting.

Hoge viaducten op het railfietstraject, 6 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Bij het eindpunt, station Denée – Maredsous ging het lopend verder langs het tracé door een wat langere, fraai verlichte tunnel en daarna omhoog naar de Abdij van Maredsous, een Benedictijner klooster uit de 19e eeuw, gesticht met kapitaal van de grondlegger van een van de grote energiemaatschappijen in België. We kregen er een mooie rondleiding door de kloosterkerk en een deel van de abdijgebouwen waarbij en passant zichtbaar was dat fresco’s niet tegen vocht kunnen… Een korte lunch bij de horeca van de abdij sloot ons bezoek af waarbij sommige deelnemers de gelegenheid te baat namen zich het abdijbier wel te laten smaken.

Verlichte tunnel met voetpad, 6 september 2022. Foto: Fenno Fierens.

Klooster en kerk van Maredosus. Foto: Frank Hoogenboom.

Kerk in Maredsous. Foto: Frank Hoogenboom.

Kloostergang in Maredsous. Foto: Frank Hoogenboom.

 

Station Denée – Maredsous, 6 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

De tijd drong inmiddels zodat we een kortere weg dan het spoortracé terugwandelden naar station Denée – Maredsous voor de terugrit naar Warnant. Daar stond de bus klaar om ons af te zetten bij station Namen voor de trein naar Mons. Ons hotel in Mons lag op zo’n 20 minuten lopen van het station en voor degenen voor wie zo’n wandeling mét bagage teveel was, reed er een stadsbus. ’s Avonds dineerden we gezamenlijk in een restaurant op de Grande Place op 10 minuten gaans van het hotel.

Op de woensdag togen we kort na negen uur naar het station voor een reis naar Mariembourg en een bezoek aan de Chemin de Fer à Vapeur des trois Vallées (CFV3V), dat was althans de bedoeling. Bij aankomst op station Mons was er direct al verwarring over de vraag of onze trein richting Charleroi zou rijden of niet. Voor de zekerheid gingen we toch maar naar het perron waar de aanwezige NMBS-medewerkers het ook niet bleken te weten… Op zich nog niet getreurd want we konden wel wat vertraging hebben en er was dan ook enige blijheid toen we met de volgende trein alsnog vertrokken. Heel ver kwamen we echter niet, in het nabijgelegen Piéton, tussen La Louvière en Charleroi, kwamen we tot stilstand en werd ons de bekende onbekende vertraging aangekondigd. De enige (vervangende?) bus die zich voor het station vertoonde, ruimde al spoedig het veld. Goede raad was nu duur, ook de vriendelijke conducteur kon ons niet helpen, zeker niet nadat hij tijdens zijn onderhoud met Ronald Bokhove gebeld werd door de treindienstleiding met de vraag waar hij precies stond… In ieder geval werd duidelijk dat onze vertraging door een aanrijding was veroorzaakt en dat het nog een tijd zou gaan duren. Bij een telefoontje met de mensen van CFV3V bleek dat zij bereid en in staat waren ons ook donderdag te ontvangen (hulde!) en aldus konden we besluiten terug te keren naar Mons en de wandeling die voor donderdagmorgen op het programma stond, deze middag al te doen. Daartoe dienden we eerst door te reizen naar Marchienne-Au-Pont waar onze trein keerde en we zodoende drie uur na de beoogde vertrektijd weer in Mons arriveerden. Het bliksemsnel ontworpen nieuwe reisschema bleek precies te passen! Onze reisleider had een keuzemenu van 4 wandelafstanden samengesteld die alle tezamen kwamen bij een cafeetje in het gehucht Mouligneau en het weer werkte ten volle aan deze programmawijziging mee!

Gestrande trein in Piéton, 7 september 2022. Foto: Jos Mascini.

Station Jurbise, startpunt van de langste wandeling op 7 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

We reisden gezamenlijk richting het mooie station van Jurbise waarbij een deel van de groep al in Erbisœul uitstapte. Vanuit de verste bestemming, Jurbise, volgde de route een lange-afstandswandelpad dat in de buurt van de spoorlijn naar Mons liep. Langs deze afwisselende route door akkers en bossen en met vele doorkijkjes naar het spoor was het heerlijk wandelen!

Spoorzijde van station Jurbise, 7 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Trein in de ingraving bij Mouligneau, 7 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Natuurlijk op de eerste plaats vanwege de gelegenheid om vanaf de diverse viaducten en bruggen treinen op de route te fotograferen, maar ook om paddenstoelen of bijzondere architectuur op de gevoelige plaat vast te leggen. Een deel van de groep volgde het spoor na de koffie (of het Belgisch bier) tot Ghlin, de rest wandelde door naar de buitenwijken van Mons om het spoor nabij het station te kruisen, terug naar het hotel. Deze wandeling bewees wat een weelde het is dat er in België nog bij ieder café een station is! De meeste van die kleine stations zien er niet uit, loketten gesloten, stationsgebouw in vervallen staat, perrons vol gravel en onkruid, maar… ze functioneren! In de avond was het diner aan eenieder om zelf te kiezen, en velen zullen net als uw verslaggever een restaurant op het centrale plein van Mons gekozen hebben en nog even naar het station in aanbouw gekeken hebben.

Werktrein op weg naar Mons op het viaduct bij Bois de Ghlin, 7 september 2022. Foto: Paul Nienhuis.

Brug over het Canal du Centre in de lijn Mons – Jurbise. Foto: Frank Hoogenboom.

Station Mons in aanbouw, 7 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Op donderdag waagden we een nieuwe poging Mariembourg te bereiken. Om het risico op fatale vertragingen te beperken, namen we nu een trein eerder richting Charleroi. Deze reed min of meer op tijd en de overstap in Charleroi-Sud, waar het stationsgebied natuurlijk ook een bouwput was, was ruim genoeg om de werkzaamheden te kunnen waarnemen. Omdat er kennelijk een enorm ruimtegebrek in de stad is, loopt een belangrijke verkeersader op een hooggelegen viaduct schuin over het stationscomplex heen.

Het NMBS-stationsgebouw van Mariembourg, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Locomotief AD05 (Tubize, 1926) in de halfronde locloods van Mariembourg, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Een dieselstel bracht ons door fraaie beboste dalen naar Mariembourg waar het nog een aardige omweg was om lopend het depot van de CFV3V te bereiken waar het perron voor onze trein naar Treignes lag. Om de een of andere reden hadden de NMBS en CFV3V geen overeenstemming meer over het medegebruik van het station, terwijl de sporenlay-out dat toch alleszins mogelijk leek te maken. Hoe dan ook, nu was er alle gelegenheid om de werkplaats te bezichtigen, gevestigd in de halfronde locloods, en de ruime collectie materieel die er opgesteld stond. Er stond nog een aardig treinstel te koop… Vanwege de droogte was het helaas van overheidswege niet toegestaan met stoom te rijden dus de beloofde stoomrit ging aan onze neus voorbij. Niet getreurd, onder aanvoering van de mooie bolneus dieselloc 5120 v/h NMBS ging het daarom naar Treignes. Onderweg was er een stop in het mooie station van Olloy-sur-Viroin. Tijd dus voor een onvervalste fotolijn! Bij aankomst in Treignes werd ons al snel een lunch geserveerd wat sommige deelnemers verraste die eerst het complete complex nog hadden willen fotograferen. Nou was dat complex zeer de moeite waard, alleen al het station, een dubbel uitgevoerd standaardstation met links het NMBS- en rechts de SNCF-deel en ertussen een deel voor de douane. Hoe ver de service van de spoorwegen reikt, bleek tijdens de lunch. Bent u ooit aan tafel door een conducteur bediend?

Loc 8120 met excursietrein in Olloy-sur-Viroin, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Dubbelstation Treignes vanaf de straatzijde, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Diesellocs 5120 en 6086 in Treignes, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

NMBS-motorwagen 4608 te Treignes, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Tijdens de lunch werd buiten nog een show opgevoerd met twee bolneuzen: de 6086 stond in de weg voor het omlopen van onze loc en er werd wat rangeerwerk voor ons verricht. Na de lunch konden we de indrukwekkende materieelverzameling van de CFV3V bewonderen, opgesteld in een grote loods, die eigenlijk alweer te klein was. Ook de werkplaats mocht zich in onze aandacht verheugen. Tot de verzameling behoort ook motorwagen 4608, een autorail van hetzelfde type als waarmee uw verslaggever in 1991 tussen Dinant en Givet gereden had, een toeristische dienst die CFV3V toen ook uitvoerde. Tevreden over al dit schoons konden we de terugreis aanvaarden. Bij aankomst op het station van Mariembourg gunden we ons nog een laatste blik over het terrein van de CFV3V vanaf de loopbrug over de NMBS-sporen. De avond bracht eenieder weer een diner naar keuze en ook een verfrissende bui.

Emplacement Mariembourg met rechtsachter de loods van de CFV3V, 8 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Motorwagen 10284 bij de halte Lobbes Entreville, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Voor de vrijdag stond dan een echte tramexcursie op het programma! Daarvoor begaven we ons per trein via Charleroi naar Lobbes. De reis van Charleroi-Sud naar Lobbes ging per dieselstel ‘onder de draad’, zo te zien omdat de NMBS bezig is het traject om te bouwen naar enkelspoor dat waarschijnlijk voldoende is nu er zoveel minder industrie met een spooraansluiting is in deze omgeving. Hoe dan ook, bij aankomst in Lobbes kwam zelfs een medewerker van de NMBS onze passage van het enige nog bereden spoor beveiligen, kennelijk nodig zolang er nog geen definitieve situatie was ingetreden (de seinen op het buiten dienst gestelde spoor functioneerden nog gewoon). Maar goed, het ging niet om de trein deze dag, maar om de trams! Speciaal voor deze dag hadden nog twee deelnemers zich bij ons aangesloten.

Knus op elkaar in de A9073, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Motorwagen A9073 op de korte zijlijn Thuin Musée ASVi – Thuin Ville Basse, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Stoomtramloc 303 (Tubize, 1888) bij de remise in Thuin, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Motowagen AR.86 bij de halte Thuin Haut Marteau, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Op loopafstand van het station wachtte ons de eerste van de 5 trams waar we deze dag mee zouden gaan rijden, wagen 10284. De vriendelijke medewerkers van de ASVi (Association pour la Sauvegarde du Vicinal) namen ons eerst mee op een rit over het geëlektrificeerde deel van het net, een restant van de voormalige NMVB-lijn 91/92 van Lobbes via Thuin naar Anderlues en Charleroi. Op dit moment is alleen het deel Museum – Lobbes Quatrebas en een korte zijlijn in Thuin daar nog van over. De gedeelten die in/langs de wegen gelegen zijn hoeven de aanwonenden alleen op zon- en feestdagen vrij te houden, dus we konden niet overal komen, maar even goed was het een belevenis om de steile trajecten te berijden waar tot de jaren tachtig nog diensttrams gereden hebben. Het leek wel ouderwets spitsvervoer, want iedere wagen waar we mee reden, was met onze 31 passagiers, de wagenvoerder en zijn assistent steeds weer volbezet!  Bepaald bewondering had ik voor de wagenvoerders die de oudste elektrische tram uit het bestand, de A9073 uit 1901, met de hand moesten remmen. Minder prettig voor het bedrijf was dat bepaalde losse handels eerder de belangstelling bleken te hebben gewekt van mensen die mijn en dijn niet goed van elkaar kunnen onderscheiden, zodat de bediening van een enkel onderdeel nu met de tang moest geschieden in plaats van zo’n mooie oude kruk. Na enkele ritten was het tijd de uitgebreide museumverzameling te bezichtigen in de loods in Thuin. Bijzonder was stoomtramloc 303 te zien uit 1888, en nog altijd in bedrijf! Vanaf het museum annex de werkplaats in Thuin liep een lijn zuidoostelijke richting, oorspronkelijk deel van lijn 109 van de NMBS, die was omgebouwd voor meterspoor tot Biesme-sous-Thuin en waar nu met stoom- en dieselmaterieel werd gereden. Direct na de pauze bleek dat reizen per tram ook risico’s met zich meebrengt toen een van onze deelnemers bij een struikelpartij op het stationsemplacement een gebroken oogkas opliep. Flink schrikken voor iedereen, maar gelukkig kwam er snel hulp en hoorden we ’s avonds dat het hem naar omstandigheden goed ging. Helaas konden hij en zijn partner de rest van de mooie dag niet meemaken. Daardoor misten zij onder andere twee mooie ritten met de ‘autorails’ (verbrandingsmotorrijtuigen AR.86 uit 1934 en ART.300 uit 1947 van de ASVi die beide een behoorlijke snelheid konden ontwikkelen, tot 70 km/h. Dat ze bepaald niet geluidsarm waren, vonden we voor nu geen probleem, en dat zal het destijds bij de indienststelling ook niet geweest zijn: beperking van de kosten was toen het belangrijkste argument, stoomexploitatie was veel te duur. Na een voorspoedige terugreis stond er voor de avond weer een gezamenlijk diner op het programma waar traditioneel onze nestor onder de deelnemers, Gert-Jan Hondelink, een korte evaluatie uitsprak.

Motorwagen ART.300 bij de halte Biesme-sous-Thuin, 9 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

De volgende ochtend kon eenieder nog van zijn vrijheid genieten. Er waren er die nog de nodige railgerelateerde bezoeken aflegden, anderen namen de gelegenheid te baat om de stad Mons en omgeving te bekijken. Na de middagpauze was het tijd voor de terugreis die vanwege diverse werkzaamheden ook weer met omwegen verliep. De overstap in La Louvière-Sud was nog even spannend, met z’n allen door de tunnel naar het volgende perron binnen 5 minuten, maar van daar af verliep de reis voorspoedig. Het was een genot om nog even tijd over te hebben op Antwerpen Centraal dat smaakvol is verbouwd en gerestaureerd. Voor een aantal onder ons waren de diverse werkzaamheden aan het spoor in Nederland een hinderpaal om redelijk snel thuis te komen, maar voor middernacht waren de laatste appjes met bevestiging van thuiskomst wel binnen.

Gert-Jan Hondelink spreekt de excursiegangers toe. Foto: Frank Hoogenboom.

In de restauratie van Antwerpen Centraal, 10 september 2022. Foto: Frank Hoogenboom.

Veel dank aan Ronald Bokhove voor al zijn inzet om ook deze reis weer tot een succes te maken! Benieuwd waar het volgend jaar heen gaat!