Verslag excursie Sporen uit het Verleden 23: de OLDO

6 mei 2023

door Frank Hoogenboom

Op een mooie zaterdagochtend troffen 59 deelnemers elkaar bij de halte voor Treinvervangend vervoer op station Ommen voor de 23ste excursie in de reeks Sporen uit het Verleden. Dit keer was de voormalige Overijsselsche Lokaalspoorweg-Maatschappij Deventer-Ommen (OLDO) het reisdoel. Deze had in 1910 een lijn van Deventer via Raalte naar Ommen geopend die het, met de Staatsspoorwegen als exploitant, tot 1935 volgehouden had. Wat er nog te zien was paste grotendeels in de ochtend vóór de ledenvergadering van de NVBS te Deventer.

Nadat reisleider Ronald Bokhove ons allen weer van het keurig verzorgde Speurboekje voorzien had, reden we eerst naar de plek waar de lijn naar het zuiden afboog van het nog bestaande spoor naar Zwolle. Die plek lag aan de westkant van de Regge. Vanaf station Ommen dat in gezamenlijk gebruik was met de NOLS, ging het eerst over de NOLS-lijn enkelsporig met een draaibrug over die rivier. We reden over een weg die op het voormalige spoortracé lag, dat wil zeggen, in de bus was er enige discussie of dit nu wel of niet zo was. Een nauwkeurige vergelijking van de kaarten op topotijdreis.nl leidt toch wel tot de conclusie dat we óp het tracé reden. De weg ging over in de ventweg van de provinciale weg naar Raalte. Vanaf dat punt ligt de provinciale weg op de plek van het oude spoor. Onze deskundige begeleider Martin van Oostrom wees ons de plek waar ooit de halte Damsholte moest zijn geweest, gelegen langs de Dalmsholterweg.

Onderweg kon ik vertellen over mijn overgrootvader Nico Bollen die in 1909 met zijn compagnon Fokke de Herder de lijn had aangelegd. Toen ik in 1986 voor het eerst een deel van het tracé van de OLDO volgde, wist ik nog niet dat ik op het werk van mijn overgrootvader liep! Ik kwam er pas achter bij lezing van het mooie boek over de OLDO van de helaas te vroeg overleden Wiebe van der Velde. Daar stond het inschrijfbiljet van de mannen in op het hoofdcontract voor de grondwerken en de bovenbouw. Ze bouwden bovendien ook de draaibrug over het Overijsselsch kanaal. In het boek van Wiebe van der Velde staat een foto van die brug met op de pijler een man die mijn overgrootvader zou kúnnen zijn. Zijn levensgeschiedenis is bijzonder. Mijn zus had uitgezocht dat hij als kleinzoon van een van de eerste kolonisten van de Maatschappij van Weldadigheid in Frederiksoord aldaar in 1868 was geboren, maar in 1890 de kolonie had kunnen verlaten om zich als timmerman in Zwolle te vestigen. Zijn bedrijvigheid ging al snel over in een aannemerij van woningen, daarna van fabrieken en dus ook van spoorwegwerken. Hij was ook aannemer van de bouw van een van de eerste bruggen in gewapend beton, de Heerebrug in Utrecht. Bovendien blijkt mijn overgrootvader de lagere school in Utrecht gebouwd te hebben waar ik een deel van mijn schooltijd heb doorgebracht. Een andere connectie heb ik met zijn broer Willem die de lichtwachterswoning op Schokland heeft gebouwd. En laat ik daar nou net heel vaak komen vanuit mijn woonplaats Emmeloord!

Terug naar de OLDO. We naderden over de wegen langs het voormalige tracé het dorp Lemelerveld. Dat dorp werd ooit door de spoorbaan en wordt nu via dezelfde route door de weg doorsneden. Van de draaibrug over het Overijsselsch kanaal is dan ook niets meer te zien, en ook is het brugwachtershuis, net als alle baanwachterswoningen, gesneuveld. Van het station Lemelerveld dat in de oorlog is afgebroken, rest alleen nog de fundering van de kelder.

Restanten van de kelderfundering van station Lemelerveld. Foto: Paul Nienhuis.

Reden genoeg om daar tóch even te gaan kijken. Hans Heerink van de Historische Werkgroep Lemelerveld sloot zich hier bij onze groep aan en gaf tekst en uitleg over het heden en verleden van deze plek.
De fundering, zo zei hij, was boven maaiveld gekomen, toen de gemeente er een waterbassin had willen aanleggen naast de provinciale weg. De bewoners van deze streek hebben wel wat met historie, want ook hier troffen we weer een monumentje aan ter herinnering aan de OLDO!

Monumentje als aandenken aan de OLDO en station Lemelerveld. Foto: Paul Nienhuis.

Destijds had Lemelerveld niet alleen een uit de kluiten gewassen station, maar ook liefst 2 koffiehuizen. Het gebouw dat het dichtst bij het station stond, was volgens Hans tot stand gekomen doordat de eigenaar een voordelige gronddeal met de OLDO had kunnen sluiten. Het gebouw had inmiddels plaatsgemaakt voor een garagebedrijf. Maar het tweede stationskoffiehuis dat iets verder van het station stond, staat er nog in volle glorie en daar liepen we nu naartoe. De uitbater Patrick Bouwmeester had een taartje mét spoorfoto voor elk van ons laten maken. We konden ons bovendien te goed doen aan oude foto’s van het pand waar ooit ’19 Stationskoffijhuis 10′ op gestaan had. Inmiddels hangt er een uithangbord ‘café ’t Hoekje’ maar verder is er niet zoveel veranderd.

Een van de twee voormalige stationskoffiehuizen in Lemelerveld, thans Café ’t Hoekje. Foto: Frank Hoogenboom.

Hans Heerink hield binnen een korte presentatie gelardeerd met enkele spandoeken over de geschiedenis van het spoor. Die spandoeken had hij met zijn broer Henk kunnen laten maken, omdat de provinciale weg op een zeker moment was gereconstrueerd en er wat zichtbelemmerende bouwhekken nodig waren die de gemeente dan best wat wilde opleuken. De spandoeken zijn nu met enige regelmaat op tentoonstellingen en in openbare ruimtes te zien.

De werkgroep van Hans en Henk heeft overigens ook een aardige site waarop meer wetenswaardigheden over het spoor en het vroegere smalspoor voor de aanvoer van materialen vanaf de Lemelerberg staan. Zie: https://www.ouddalfsen.nl/54/Historische_Werkgroep_Lemelerveld.html. Ook kun je kijken op www.sukerbiet.nl. De zoekterm OLDO levert daar aardige artikelen op.

Je kunt daar ook lezen dat zich in 1865 in Lemelerveld een suikerbietenfabriek had gevestigd die graag een spooraansluiting wilde en dus ook kreeg met de komst van het spoor. Het gaf de fabriek een extra mogelijkheid voor aan- en afvoer van materialen en producten. Tot dan toe moest alles per schip gebeuren en dat leidde vooral in het oogstseizoen tot lange files in het kanaal! De exploitatie van de fabriek was kennelijk toch niet zo’n succes want in 1917 moest zij haar deuren sluiten. Daarmee viel de belangrijkste klant van de OLDO weg.

Terug naar het tracé, nu provinciale weg, en richting Raalte met nog een blik op de plaats van de halte Posthoorn langs de Oude Twentscheweg, de halte Crisman langs de Crismanweg en halte Linderte langs de Steege. Van al deze haltes restte enkel de plek.
Vlakbij Raalte was het begin van de boog richting het station dat de OLDO deelde met de al bestaande lijn Zwolle-Wierden nog te zien. Vlak voor het station kruiste de lijn samen met de lijn Wierden-Zwolle het Overijssels Kanaal. Hier had de OLDO wél een eigen spoor en was er dus kennelijk geld geweest om een eigen brug aan te leggen. Het station is inmiddels vervangen door een weinig interessant ‘modern’ gebouw. Dus dan maar door naar de volgende boog naar het zuiden. Op die boog ligt nu een weg en we zagen dan ook van een afstand de plek waar de Zwolsestraat het spoor in de boog richting Deventer sneed.

Even verderop lag ooit de stopplaats Langkamp. Daar was nu nog de betonnen brug van het spoor met ernaast een monumentje voor de spoorlijn. Reden genoeg om de bus even aan de kant te zetten en ons over de brug naar weer een gedenkteken te begeven!

Restanten van een betonnen brug bij Raalte. Foto: Paul Nienhuis.

OLDO-monument bij Raalte. Foto: Paul Nienhuis.

Het spoor volgde hier een ander tracé dan de provinciale weg en zo kon ons de plek van de stopplaats Pleegste worden gewezen op de plek waar de lijn de Nieuwe Deventerweg (de provinciale weg) had gekruist. De locatie was enigszins te bevroeden gezien het bijzonder gevormde bosje ten noorden van de weg, maar dat was voer voor fijnproevers. Veel duidelijker waren de insnijdingen die we via de Heetenerdijk konden bereiken. Het spoor had die weg gekruist en was daarna via enkele ingravingen die in het landschap nog te herkennen waren, richting Wesepe gelopen. In die plaats stopten we bij weer een monumentje en liepen langs het tracé naar het station. 

Ook Wesepe heeft zijn OLDO-monument. Foto: Paul Nienhuis.

Groepswandeling over het oude tracé in Wesepe, dat thans als fietspad is uitgevoerd. Foto: Paul Nienhuis.

We konden het vanaf een weg langs het voormalige, deels afgegraven emplacement prachtig op de foto zetten!  De enthousiaste bewoners nodigden ons hartelijk uit om van de voorkant via de tuin naar de achterkant te lopen. Zo ging het in ganzenpas om het station heen dat van buiten nog grotendeels in de originele staat is.

Perronzijde van station Wesepe. Foto: Frank Hoogenboom.

Straatzijde van station Wesepe. Foto: Frank Hoogenboom.

Even na het dorp had reisleider Ronald Bokhove een klein rondje door een woonwijkje geregeld om te zien waar het spoortracé, nu Spoorpad geheten, ooit had gelopen. Voor chauffeur Teun Klein Nagelvoort met de 15-meterbus was dat een behoorlijke opgave. Allereerst stond er een auto nietsvermoedend op de weg geparkeerd, zodat we weer eens een bewoner moesten verzoeken zijn vehikel even te verplaatsen. Hij zal zich wel afgevraagd hebben wat een bus van deze lengte in hemelsnaam in zijn wijkje te zoeken had. Zou hij geweten hebben welke stalen rossen ooit door zijn voortuin hadden geraasd? Maar de nog grotere uitdaging was het ontwijken van een houten tuinhuisje dat sinds de voorverkenning op één van de scherpste hoeken van de lus door het wijkje was verschenen! Zagen wij daar een gelijkenis met de oude wachthuisjes langs de lijn? Met wat heen en weer steken en beproeven van de flexibiliteit van het hekwerk tegenover het tuinhuisje, lukte het Teun om ons weer op de goede weg te brengen.

Voor onze bus was het voormalige station Eikelhof, eveneens nog min of meer in oude staat aanwezig, vanwege de smalle en bochtige toegangsweg niet te bereiken. De huidige bewoner was wel deelgenoot van onze excursie, dus hij kon er wel wat over vertellen, en overigens ook dat zelfs de vuilniswagen soms moeite had om zijn pand te bereiken! In ieder geval is wel duidelijk dat zwaar verkeer naar deze halte nooit het doel zal zijn geweest. Wel had het een verbinding met het klooster Sion dat er in de buurt lag.

Intrigerend was de voormalige overwegboom die bij hem de toegang tot het erf afsloot. Inmiddels heeft Martin uitgezocht dat die boom niet van een overweg van de voormalige lijn afkomstig is. Maar waar hij dan wél vandaan komt? Het spoortracé is tussen de Eikelhof en de golfbaan bij Diepenveen nu als zandpad nog aanwezig en dus prima te belopen. In 1986 had ik daar aan de noordwestkant van het spoor vlakbij de Eikelhof een grenssteen met het opschrift ‘O.L.D.O. 1910-1935’ gefotografeerd. Het moet rond km 8 geweest zijn. De steen komt ook voor in het boek van Bert Terlouw en Wim Gerrits over de OLDO, maar is inmiddels onvindbaar. Wie zou de steen er geplaatst of beschilderd hebben en wie weet waar hij nu is?

De mysterieuze steen die inmiddels weer verdwenen is. Foto (1986): Frank Hoogenboom.

Bij Diepenveen ligt het spoor voorbij de kruising met de Verlengde Randerstraat op wat inmiddels een golfbaan is. Hier lag overigens de halte Hoek. In 1986 was de golfbaan wat kleiner en kon je hier nog het oude tracé volgen. Nu is er in de verte in de vorm van bosschages nog een glimp van op te vangen. Bij hole 7 schijnt nog een bordje met verwijzing naar de OLDO te staan. Ook in 1986 meende ik aan een kleine verhoging in de Boxbergerweg in Diepenveen de voormalige spoorkruising te kunnen herkennen. Heden ten dage is daar niets meer van te zien.

Maar op al deze plekken konden we nu met de bus niet komen en het vereiste ook nog wat draai- en keerkunst van onze chauffeur om in de buurt  van het voormalige station Diepenveen-Oost te komen. Daar parkeerde hij op de drukke uitvalsweg waar ooit een overweg mét bomen geweest was en liet ons eruit voor een bezichtiging van het tegeltableau dat nu, wederom mét een monument, voor een woning opgesteld is die ongeveer op de plek van het station is gebouwd. Bijzonder is dat het station is afgebroken kort voordat ik in augustus 1986 de plek passeerde. In de jaren ervoor schijnt er onder andere een consultatiebureau in gezeten te hebben. Blijkbaar leidde dat niet tot een nieuwe jeugd… Een alerte buurtbewoner heeft tijdens de afbraak het tegeltableau gered en jaren in zijn tuin gehad.

Het tegeltableau van station Diepenveen Oost is van de sloop gered. Foto: Paul Nienhuis.

Om de feestvreugde te verhogen was er tijdens ons vluchtige bezoek net een reddingsactie voor een kat door de brandweer gaande. Ook het voormalige emplacement waar nu een weg overheen ligt, mocht zich in onze belangstelling verheugen. Ook daar staat nog een kunststuk dat een spoorse connotatie heeft én een grenssteen die een opschrift gehad schijnt te hebben waarvan de herkomst niet zo duidelijk is.

En ook Diepenveen heeft zijn OLDO-monumentje. Foto: Paul Nienhuis.

Grenssteen of niet in Diepenveen Oost. Foto: Frank Hoogenboom.

Voor Martin kwamen nu de finest hours, want we konden weliswaar de boog van het spoor richting Deventer niet volgen, maar we konden nog wel van een afstand vanuit de wijk waar hij was opgegroeid, de bosschage zien op de plaats waar ooit het spoor aan de lijn naar Deventer had aangetakt. De voormalige stopplaatsen Platvoet en Boksbergerweg gingen eveneens aan onze neus voorbij, maar de locaties moeten wel vanuit de trein Zwolle – Deventer nog op te sporen zijn.

Waar we nog wel naar konden kijken was het tracé van het aanvoerspoor voor het zand van de baan. Dat liep naar de IJssel waar opgebaggerd zand werd overgeslagen. We werden we afgezet bij de Schouwburg in Deventer met dank aan Teun voor het chaufferen, Martin voor de toelichting en Ronald voor de organisatie. We wachten alweer op de volgende speurreis, dit najaar in Limburg!