Stoom op de Balkan

28 augustus 2004

door Peter van Gerdingen

Tegen elf uur in de ochtend van zaterdag 28 augustus 2004 hebben vijftig deelnemers zich op het station Venlo verzameld om vandaar via Düsseldorf en Stuttgart naar München te sporen. In de daar alom aanwezige restaurants en Bierkeller wordt uitgebreid gegeten alvorens de reis echt een aanvang neemt. Om 23.43 uur vertrekt namelijk de nachttrein van München naar Zagreb. Voor de trein een splinternieuwe ÖBB Taurus-locomotief, terwijl ons slaaprijtuig volgens de gegevens, vermeld aan de buitenzijde, nog maar twee weken in dienst is.Het is rond 8.30 uur als wij in Zagreb aankomen en de eenenvijftigste deelnemer zich bij de groep voegt, evenals onze Servische reisbegleider Zoran. Een half uur later vertrekken wij met een drukke trein voor een rit van zes uur naar Doboj in Bosnië. Onderweg vallen de nieuwe en nog in aanbouw zijnde huizen op. Ook zijn er nog vele door het oorlogsgeweld verwoeste huizen te zien. Via Sunja, waar van het stationsgebouw nog slechts een ruïne rest, en Banja Luka wordt in de middag Doboj bereikt. Dit vroegere spoorwegknooppunt is nu de basis van de ‘Servische Spoorwegen in Bosnië’, oftewel van de Republika Srpska. In Doboj worden wij opgewacht door onze tweede Servische reisbegeleider, Janez. Zoran doet alle treinactiviteiten, Janez neemt het hotelwerk en het toeristische gedeelte voor zijn rekening. Voor alle transfers wordt van een touringcar gebruik gemaakt.Eerst volgt een bezoek aan het depot van Doboj. Naast de bekende ex-Joegoslavië-locs zijn hier enkele ex-DB 212’en gestationeerd. Ook zijn hier veel Zweedse en ex-DR-sneltreinrijtuigen te zien. Na het depotbezoek volgt een hartelijk onthaal door directie en medewerkers van wat waarschijnlijk het kleinste ‘staatsspoor’-bedrijf in Europa is. Op een echt Oost-Europese manier wordt ons van alles over hun spoorwegbedrijf(je) verteld. Veel oorkondes, certificaten etc. worden ons getoond. Alles uiteraard onder het genot van hapjes en veel drank. Na afscheid genomen te hebben gaat het per bus naar onze eerste echte overnachtingplaats Tuzla. Vanuit Tuzla brengen wij een bezoek aan de kolenmijn van Banovici. Met de smalspoorstoomtrein wordt het hele traject van de mijn tot aan de overslagbunkers gereden. Onderweg worden enige fotostops gehouden, terwijl tevens het depot bezocht wordt. In de loop van de middag gaat het per bus verder naar Sarajevo. Dit is een mooie en plezierige stad; in het centrum zijn de wonden van de oorlog grotendeels uitgewist, maar elders zijn nog ruïnes en onttakelde flatgebouwen te zien. Ook vallen de in kerkhoven veranderde voormalige sportvelden op. Wij bezoeken eerst het hoofddepot van de ZFBH (Spoorwegen van de Federatie Bosnië-Herzogovina). Daarna worden het tramdepot en het trolleybusdepot bezocht, alsmede een rit gemaakt met ex-Washington PCC 71.De volgende dag gaat het per bus verder via een adembenemend mooie route via Višegrad naar Mokra Gora in Zuidwest-Servië. Hier is een gedeelte van de vroegere smalspoorlijn Belgrado – Sarajevo heraangelegd en in gebruik als museumlijn. Tot onze verrassing blijkt men zelfs bezig om de lijn via de oude grenstunnel Oostenrijk/Servië te verlengen tot ver op Bosnisch grondgebied.In Mokra Gora wordt een rit per smalspoorstoomtrein over het vijftien kilometer lange traject gemaakt. In vijf niveaus, door 22 tunnels en over tien viaducten slingert het spoor zich de Šargan-berg op. Veel deelnemers vinden deze excursie het hoogtepunt van de reis. De volgende twee dagen worden ingevuld met extra SNE-stoomtreinen over normaalspoorlijnen in zuidelijk Servië. De eerste dag wordt van Požega via Cacak en Kraljevo naar Lapovo gereden met een sneltreinloc serie 01, de tweede dag wordt de zijlijn Lapovo – Rešavica gereden met een tenderloc serie 51. Het is intussen zaterdag en wij zijn in Belgrado aangekomen. ’s Ochtends wordt een tramrondrit gemaakt met een tramstel ex-Basel. Ook wordt een bezoek gebracht aan de twee tramdepots van het bedrijf. Na een bezoek aan het Kalemegdanfort aan de noordzijde van de oude stad wordt aan het begin van de avond naar de oever van de Donau gereden, waar in een drijvend restaurant een afscheidsdiner wordt gehouden. Van een deel van de groep wordt afscheid genomen: zij gaan de volgende ochtend via Budapest en Wenen terug naar Nederland. Tevens nemen wij afscheid van onze begeleider Zoran. Tot onze aangename verrassing reist de andere begeleider Janez nog enige dagen met ons mee.De groep vertrekt op zondagochtend met een sneltrein naar Podgorica, de hoofdstad van Montenegro. Een spectaculaire rit over een bijzonder fraaie berglijn met vele tunnels, bruggen en viaducten. In Podgorica nemen wij afscheid van de SNE-voorzitter en een NVBS-Hoofdbestuurslid, die naar Albanië vertrekken. Voor ons breken nu enige dagen zonder railvervoer aan. Vanuit Centinje (de oude hoofdstad van Montenegro) wordt per bus via het adembenemende Lovcengebergte en het stadje Kotor aan de gelijknamige baai naar Dubrovnik gereden. Onderweg wordt een stop gemaakt in Zelenika, bij het nog steeds bestaande station van de voormalige smalspoorlijn naar Dubrovnik. Diverse spoorse zaken zijn hier nog terug te vinden. Na twee vrije dagen in Dubrovnik wordt per nachtboot de oversteek naar Bari in Italië gemaakt. Hier zijn twee vrije dagen beschikbaar om een deel van de vele daar aanwezig zijnde spoorlijnen te berijden. Vrijdagavond wordt per nachttrein vertrokken naar Milaan om van daaruit met dagtreinen direct door te reizen naar Nederland. Een ietwat vermoeiend einde van weer een geslaagde SNE-reis. Dank hiervoor aan de reisleiders Clemens Boomers en Paul Bosman. Ook een woord van dank aan de lokale begeleiders Zoran Veresic voor alle perfect geregelde treinactiviteiten, fotostops en dergelijke, en Janez Smole die op heel plezierige wijze de logistiek in de gaten hield en zonodig de helpende hand bood.