Sporen uit het Verleden 16: de Gooische Stoomtram

8 april 2017

door Frank Hoogenboom

Op de ochtend van de jaarvergadering 2017 behoorde ik tot de gelukkigen die zich een plekje hadden weten te bemachtigen in de bus van Eemland Reizen voor een rit van het Weesperplein in Amsterdam naar station Hilversum langs de routes van de voormalige Gooische Stoomtram. De excursie was met tegen de 60 mannen en vrouwen vol bezet, naar verluidt waren enkelen zelfs uitgeloot. Nadat onze kundige reisleider Ronald Bokhove de werking van zijn meegebrachte geluidsinstallatie helaas niet had kunnen bewijzen, slaagde onze deskundige begeleider Ron Couvée er toch in, balancerend op een brugleuning, onze fantasie te prikkelen door ons te vertellen wat er tot 1940 op het Rhijnspoorplein in Amsterdam te zien was geweest. Vervolgens met zijn allen de bus in waarna we minutieus de vele wegen die de stoomtram ooit had gevolgd zouden verkennen. De stuurmanskunsten van onze chauffeur Ed van der Molen kwamen ons daarbij wel van pas, want zoals gebruikelijk waren er weer de nodige krappe bochten en smalle weggetjes in het tracé opgenomen. Dat die trambesturen daar vroeger nou geen rekening mee hebben gehouden!

Onderweg in Amsterdam aanschouwden we de achtertuinen van de Vrolikstraat waar de tram vroeger samen met het grote spoor ´vrolijk ´ langs bromde. Daarna ging het de drukke Middenweg op, waar het hoofdkantoor van de maatschappij nog altijd in volle glorie aanwezig was en lijn 9 nu de taak van de stoomtram heeft overgenomen. In Diemen bleek de scene zich echter ingrijpend te hebben gewijzigd. Er was heel wat bebouwing verdwenen om de oorspronkelijke rijksweg 1 te kunnen uitbreiden, een uitbreiding die de tram zelf uiteindelijk eind jaren dertig ook noodlottig zou worden. De spaghetti van nieuwe wegen maakte het onmogelijk de plek nog terug te vinden waar de tram ooit de spoorlijn Amsterdam-Hilversum en het Merwedekanaal (nu: Amsterdam-Rijnkanaal) had gekruist. Geen nood, spoorslags langs de Muidertrekvaart door naar het mooie stadje Muiden waar de tram wel maar de bus geen toegang toe had. Een flinke rit om de stad heen bracht ons aan de oostzijde waar we een korte wandeling naar de smalle draaibrug over de Vecht konden maken en eventjes een blik op het trambeeldje bij café -restaurant Graaf Floris konden werpen. Verder ging het naar Muiderberg, in de Zuiderzeetijd volgens Ron voor de Amsterdammers een belangrijkere badplaats dan Zandvoort! Chauffeur Ed was hier zo vriendelijk de bus zo te manoeuvreren dat alle passagiers de kans kregen het historisch besef van de uitbater van het Rechthuis te aanschouwen in de vorm van een bord ´Station st-tram ´ op de gevel. Terug naar de Hakkelaarsbrug en vandaar verder langs de Naardertrekvaart. De echte speurneus herkende links van onze weg nog de loop van het dubbelspoors tracé dat de tramdirectie in 1932 nog zo hoopvol rechtstreeks door de polder richting Muiderberg had gelegd om de zijlijn naar Muiderberg in het hoofdnet op te nemen. Intussen vergastte Ron ons op een verhandeling over het moderne motormaterieel waarmee de Gooische de strijd tegen de autobusconcurrentie had getracht te winnen.

Aangekomen bij de Vesting Naarden moest de bus wederom passen en wij liepen de vestingstad in die de stoomtram ooit moeiteloos doorkruist had, zoals een prachtig uithangbord ons liet zien. Voor de Grote Kerk stond Ron even stil bij de diensten die de tram tot 1943 bewees aan bezoekers van de jaarlijkse uitvoering van de Mattheus Passie. Daarmee was eenieder wel toe aan de traditionele koffie met appelgebak, ons geserveerd in een belendende horecagelegenheid en ook dit keer weer van uitstekende kwaliteit! De andere zijde van de vesting bereikten we via de Utrechtse Poort waar ooit de tram doorheen reed, dit tot verbazing van een passerende moeder met kinderwagen. Hier was nog wel het tracé naar Bussum herkenbaar, maar om der tijdswille had de leiding gekozen om dit deel noch het tracé direct naar Laren te verkennen en onze weg te vervolgen langs de ringlijn naar Huizen.

Op dit punt verstout ik mij onze reisleider te corrigeren die verklaarde dat dit soort excursies alleen maar dienen om de deelnemers te laten zien wat zij al weten. Ik leerde echter waar de halte Drafna haar naam aan dankt, namelijk aan het grote landgoed waar de stoomtram ooit langsreed. Het is nu nauwelijks meer voor te stellen, maar de komst van de tram is destijds het sein geweest voor de ontwikkeling van Het Gooi tot de buitenplaats van Amsterdam. In ieder geval zou ik weinig bezwaar hebben tegen behuizing in een van de vele optrekjes die we er nu in deze lommerrijke omgeving tegenkwamen, dat is zeker! Onderweg naar Huizen passeerden we behalve Drafna ook nog de weg naar Oud Valkeveen, net als Muiderberg ooit een geliefde badplaats waar de Gooische een goede boterham aan verdiende en in dit geval ook de boeren in de omgeving die de gasten de laatste 2,5 km naar het strand vervoerden met paard en wagen! Zoals inmiddels gebruik is, had onze begeleider weer een boekje samengesteld met de nodige informatie en vele oude foto´s van de trajecten die we volgden en meermaals wees hij erop dat we in ieder geval de huizen nog konden zien waar de tram op de foto voor stond. Het voelde ergens als een schrale troost.

Aangekomen in Laren bezichtigden we het monument dat was overgebleven van het object dat ooit bij het tramstation had gestaan en bij het 50-jarig bestaan van de Gooische door het personeel aan de directie was aangeboden. Toentertijd had er een lichtzuil op gestaan, nu stond er een beeld van een conducteur. Dat laatste was dan misschien wel een genoegdoening, want het personeel scheen destijds ´vrijwillig´ aardig in de buidel te hebben getast voor deze gift. Na Laren ging het min of meer in rechte lijn richting Hilversum waar we het genoegen smaakten het voormalige remiseterrein te kunnen bezoeken dankzij Remmelt-Jan Oosting die als medewerker van de huidige exploitant Connexxion de toegang voor ons geregeld had. Zo zagen we niet alleen de diverse loodsen waarvan slechts een klein deel tijdens de tramtijd er al stond, maar kwam ook een aantal deelnemers het jaartal 1884 tegen op de spoorrails die de staanders van het hek langs het terrein vormden!
De ontdekking leidde tot zoveel afleiding dat we spontaan met een aantal mensen het moment van de groepsfoto misten dat Ronald voor de achterzijde van het stationsgebouw voor ons had georganiseerd. Na nog wat foto´s van de voorkant van het prachtig gerestaureerde station te hebben genomen, namen we afscheid van een deel van deelnemers en togen we met de rest richting de ALV in Amersfoort, begeleid door enkele films met oude beelden van de tram én een jubileumvoorstelling met de ´echte´ loc 18 en rijtuig 21 op het voor een weekeinde herlegde spoor in Huizen in 2001.

Al met al een zeer geslaagde excursie en het deed ons dan ook plezier te horen dat er voor augustus en september alweer plannen zijn om Zuid-Beveland en Zeeuws-Vlaanderen met een bezoek te vereren!


Ron Couvée op de brugleuning bij het voormalige Weesperpoortstation in Amsterdam waar de tramdienst van de Gooische tot 1940 startte, terwijl de deelnemers het Speurboekje raadplegen. Links het beeld van wethouder Wibaut. Foto: Ronald Bokhove.

Het voormalige hoofdkantoor van de Gooische Stoomtram op de Amsterdamse Middenweg is een van de weinige tastbare herinneringen aan het interlokale tramverleden. Foto: Ronald Bokhove.

Een uithangbord aan de gevel in de Kloosterstraat in Naarden (waar de tram overigens net níet langsreed) als herinnering aan de tramperiode die hier in 1943 eindigde. Foto: Frank Hoogendoorn.

Groepsfoto aan de achterzijde van het gebouw van Connexxion, in de tramtijd het stationsgebouw van de Gooische Stoomtram en de Gooische Tramweg-Maatschappij in Hilversum. Foto: Geert Gorissen.

Voorzijde van het Connexxion-gebouw in Hilversum, in de gevel is de afkorting GS in sierletters nog te zien. Foto: Frank Hoogenboom.