Sporen door de woestijn

20 oktober 2006

door Esther van Nie

Terwijl ik dit verslag schrijf van de Tunesië-reis, die 37 deelnemers van 20 oktober t/m 2 november 2006 maakten, zitten de geplette dadels nog muurvast in het profiel van mijn schoenen, stug spul! Een klein souvenir van de reis, die zich kenmerkte door de verscheidenheid van gebruikte transportmiddelen.We trekken het land binnen tijdens het einde van de Ramadan en het daarop volgende suikerfeest, wat ons de gelegenheid biedt het straatleven te verkennen. Inderdaad is er veel zoetigheid te koop en heeft elk dorp wel een eigen kermisje met hand aangedreven attracties.

In de trein reizen we met de carte bleue, een abonnement dat respect afdwingt bij conducteurs en medereizigers. Treinen van Hongaarse makelij, verkregen in een tijd van actieve ruilhandel, verkeren niet altijd in goede staat, maar als het niet in de fik staat, rijdt het best. Die fik was overigens best spannend, voor je gevoel sta je ineens stil in het pikkedonker van de woestijn. Uit de belendende wagons komen dikke rookwolken op je af, maar als vanzelfsprekend is de comfortklasse vrij van ongemakken. De dromedaris is bij uitstek geschikt voor zinderend zand en kent slechts één klasse: de hobbelklasse. We hobbelen gezellig achter elkaar aan en hebben onderhoudende gesprekken met de kamelendrijver.

Tunesiërs zijn praatgraag, vriendelijk, nieuwsgierig en hebben op de koop toe gevoel voor humor. We verkopen bijna een medereizigster; alleen biedt de man te weinig kamelen. We gaan niet akkoord. Onze 4×4-chauffeur gaat geheel op in zijn werk en lacht pas als we hem koekjes aanbieden. Het hobbelen en schudden in zo’n auto doet niet onder voor de dromedaris, een waardige opvolger. In het oasestadje Tozeur ten slotte schommelen we comfortabel in een koetsje naar het hotel.

Na alle gesprekken onderweg met mannen – de meesten hangen rond in kroegen en theehuizen – zijn we erg blij met de vertraagde trein uit Jendouba naar Tunis. We krijgen op het perron ruim de gelegenheid met twee vrouwen te spreken over Tunesië (mooi land met veel vuilnis), mannen (houden niet van werken), de Fransen (mogen morgen terugkomen), werken (niet in combinatie met mannen), democratie (moeilijk onderwerp), de eerste president Bourguiba (te lang aan de macht), zijn opvolger Ben Ali (ook te lang aan de macht). Terug in Tunis merken we op dat, hoewel dit de Grote Stad is, ook hier de kleinschaligheid van de dagelijkse activiteiten opvallend is. Het is alsof de hele economie zich op microniveau afspeelt. We dompelen ons er nog maar eens in onder en laven ons in de medina aan muntthee, dadelkoekjes en nemen toch zo’n leuk pluche kameeltje mee naar huis.

Naast de foto’s die hier gepubliceerd zijn, zijn er ook nog diverse te vinden op de eigen website van Esther van Nie. http://www.flickr.com/photos/harrymarmot/sets/72157594392334467