Rondje Oostzee

17 mei 2006

door Ronald Bokhove en Han Duijve

Op een onbeduidend Zweeds station is het op zaterdag 27 mei 2006 een drukte van belang als twee extra treinen geruime tijd langs het perron staan. Het geeft de deelnemers aan de beide Oostzee-reizen de gelegenheid bij te praten en de inwendige mens te versterken. De ontmoeting in het aan de Finse grens gelegen Haparanda is niet slechts bedoeld voor de gezelligheid, het spaart ook twee ledigmaterieelritten uit omdat de excursietreinen weer gevuld terugkeren naar Luleå respectievelijk Oulu.

Terwijl groep A (36 deelnemers) van Finland naar Zweden treint, reist groep B (45 deelnemers) in tegengestelde richting. De Zweedse tractie bestaat uit een diesellocomotief T44 met drie rijtuigen, terwijl op het Finse breedspoor twee gekoppelde dieselmotorwagens Dm7 voor ons worden ingezet. De motorwagens brengen beide groepen tot over de poolcirkel naar Kelloselkä, niet ver van de Russische grens. Het baanvak is bedreigd, dus het zou wel eens de laatste keer geweest kunnen zijn… In Noord-Zweden wordt nog meer materieel gehuurd; met een elektrisch tweewagenstel X21 gaat het van Stockholm naar Luleå en na een dag rust met de andere groep weer terug naar Gävle, waarbij een aantal dwarsverbindingen naar de kust wordt meegenomen. Reizigersvervoer vindt op de noord-zuidlijn nauwelijks plaats: er rijden slechts twee doorgaande nachttreinen. Wel krijgt het goederenvervoer hier ruim baan; menigmaal moet onze trein dan ook aan de kant voor een kruising. De natuur in het hoge noorden is overweldigend, maar na een paar dagen van bossen en meren, nog meer bossen en nog meer meren raakt zelfs de ware liefhebber enigszins verzadigd.

De voor velen eerste kennismaking met de Finse spoorwegen bevalt prima; er zijn de laatste jaren omvangrijke moderniseringen doorgevoerd; de treinen zijn er bovendien snel en comfortabel. Ook in een dubbeldekker is de klant koning en de restauratieve voorzieningen zijn er uitstekend, wat de A-reizigers ervaren tijdens een gezamenlijke maaltijd in de intercity tussen Riihimäki en Joensuu. Ook in het zuiden van Finland worden treinen gehuurd, zij het hier voor dagexcursies. Vanuit de hoofdstad Helsinki rijdt een enkele Dm7 naar het historische Porvoo (hier brandt de kerk tussen het bezoek van beide groepen uit!) en stoom voert de boventoon op de enige nog bestaande smalspoorlijn (750 mm) tussen Humppila en Minkiö. In Helsinki wordt het omvangrijke tramnet met twee gehuurde trams verkend.

Scandinavië telt vele railmusea, waarvan een aantal al of niet in groepsverband wordt bezocht. We noemen de nationale spoorwegmusea van Denemarken (Odense), Zweden (Gävle) en Finland (Hyvinkää), de trammusea van Stockholm en Helsinki en als buitenbeentje het Noord-Zweedse spoorwegmuseum van Karlsvik, dat volledig is gewijd aan het omvangrijke ertsvervoer in deze streek.

De reisvarianten A en B zijn niet geheel identiek. Reis A bevat een overtocht per boot van Stockholm naar Turku en een rondvaart in het merengebied van Kuopio. Op de weg terug wordt met een aantal omzwervingen Zuid-Zweden doorkruist en wordt in Malmö op het museumtramnet gedurende twee uur een heuse twintigminutendienst opgezet met twee historische voertuigen. Op de laatste reisdag blijkt het treinverkeer in een deel van Jutland vanwege een aanrijding gestremd, zodat we zijn aangewezen op busvervoer. De Deense Spoorwegen hebben hun zaakjes echter goed voor elkaar en zo zitten we bij aankomst in Flensburg een half uur voor op schema!

Terwijl groep A Pinksteren benut om thuis alle indrukken te verwerken, brengt groep B een lang weekeinde door in Sint Petersburg dat in stijl met een extra stoomtrein wordt bereikt. In Ruslands tweede stad is vrije tijd voorhanden – de Hermitage is in trek – en wordt een deel van het enorme tramnet met historische materieel bereden. Natuurlijk worden ook het spoorwegmuseum en het zomerpaleis van de tsaar even buiten de stad niet overgeslagen. Een nachtrit naar de Wit-Russische hoofdstad Minsk wordt gevolgd door een tramrondrit met de enige aldaar aanwezige gelede lagevloertram, bestuurd door de chef techniek en begeleid door de directeur van het trambedrijf.

Ook de kinderspoorlijn mag zich in een warme belangstelling verheugen. Het is verrassend te merken dat in de laatste dictatuur van Europa het bezoek gladjes en ongedwongen verloopt. Tot slot wordt tussen Minsk en Düsseldorf bijna 24 uur in een Russische slaapwagen doorgebracht, alvorens tijdens de overstap en in alle vroegte een ontbijtje wordt genuttigd. Als twee uur later het gezelschap in Venlo arriveert, behoren twee geslaagde Oostzee-reizen tot het verleden.