Reis naar de winterzon in Marokko
door Thijs Bennis
Elf deelnemers vertrokken op woensdag 12 februari 2003 per trein naar Marokko voor een alternatieve winterreis: ditmaal geen foto’s van treinen in de sneeuw, maar in de voorjaarszon. Zij werden op vrijdag gevolgd door achttien deelnemers die de reis per vliegtuig maakten. De vliegreizigers arriveerden reeds die zelfde middag op het vliegveld van Casablanca, waarna de eerste treinrit volgde naar de stad. Het hotel lag, zeer comfortabel, direct aan het stationsplein. Dit zou later in meer steden zo blijken te zijn.
De avond was ter vrije besteding. Sommigen gebruikten die gelegenheid om de spoorlijn van Casa Voyageurs naar Casa Port te berijden en vanaf daar de stad te verkennen.
De volgende ochtend stond een bezoek per bus aan het locomotiefdepot van Casablanca op het programma. Daar konden alle typen elektrische locomotieven en een aantal typen diesellocomotieven bekeken en gefotografeerd worden. Hierna bracht de bus ons langs enkele bezienswaardigheden van Casablanca, waaronder het toeristische hoogtepunt: de Hassan II-moskee. Deze immense moskee, ingewijd in augustus 1993, biedt plaats aan ruim honderdduizend gelovigen (binnen en op de pleinen rond de moskee) en heeft een 200 meter hoge minaret. Een 30 kilometer ver reikende laserstraal geeft ’s nachts de richting van Mekka aan. Er bleef ook nog tijd over om de Medina (oude stad met smalle straatjes) te bezoeken.
’s Middags vertrokken we met een eigen trein, bestaande uit ex-NMBS-rijtuigen type K2 en getrokken door een loc uit de serie E1000 (te vergelijken met de Poolse serie ET22) naar Benguerir. Onderweg maakte het vlakke landschap rond Casablanca plaats voor een meer heuvelachtig terrein. Ook werden nog enkele mooie fotostops gehouden. In Benguerir werd overgestapt op de reguliere trein naar Safi. In Safi werd de groep naar het hotel gebracht door een leger petits taxis: kleine taxi’s met een imperiaal op het dak, waar eventuele bagage los ingezet kan worden. De vrees dat de bagage op deze manier niet erg plaatsvast is, werd later op de reis bevestigd: toen een taxi krachtig moest remmen, kwam de bagage op de motorkap terecht.
De volgende ochtend moest al zeer vroeg vertrokken worden, maar aangezien er vanuit Safi maar één trein per dag rijdt, was er geen andere keuze. In Benguerir werd overgestapt op de trein naar Marrakech, waar we aan het eind van de ochtend aankwamen. De rest van deze zondag en de volgende ochtend was ter vrije besteding. De meesten brachten wel een bezoek aan de Medina en de soeks. Het place Jemaa-el-Fna (het plein van de doden, zo genoemd omdat hier vroeger misdadigers werden terechtgesteld) is een zeer levendig plein, waar onder meer slangenbezweerders hun kunsten vertonen.
Op maandagmiddag reisden we met de reguliere trein naar Casablanca, waar we in hetzelfde hotel overnachtten. De volgende ochtend zéér vroeg (6.15 uur) vertrok onze trein naar Tanger, waar we aan het begin van de middag aankwamen. De rest van de dag kon Tanger verkend worden. Vanaf de hoog gelegen Kasbah was de Straat van Gibraltar en zelfs Spanje, zij het met enige moeite, zichtbaar.Op woensdag maakten we weer een rit met een eigen trein: naar Fès, met K2-rijtuigen, getrokken door een loc uit de serie DF (de dieselversie van de Nederlandse 1600). Helaas troffen we een regenachtige dag. Op donderdag werd met dezelfde trein een retourrit naar Taza gemaakt, die onder meer langs een stuwmeer voerde. Het was nog duidelijk te zien dat de spoorlijn voor de aanleg van het stuwmeer naar een grotere hoogte verlegd is.
Op vrijdag had een ieder de gelegenheid Fès te verkennen en ’s avonds werd een afscheidsmaal gehouden. Hoewel de groep bij het restaurant was aangekondigd, verliep de maaltijd typisch Marokkaans: lang wachten op het eten, onduidelijkheid over wie wat besteld had en beperkte voorraden. Bij iedere bestelling, ook voor eenvoudige drankjes, verliet iemand van het restaurant de zaak om elders in de straat de voorraden weer aan te vullen.
De volgende dag splitsten zich de wegen van de trein- en vliegreizigers: de treinreizigers gingen terug naar Tanger en per boot naar Spanje, de vliegreizigers gingen weer naar Casablanca. Maar eerst was er nog een vrije middag in Rabat, de hoofdstad van Marokko. Daar kon bijvoorbeeld een bezoek gebracht worden aan het koninklijk paleis en het mausoleum van Mohammed V. In Casablanca overnachtten we voor de derde maal in hetzelfde hotel, beslist een unicum op een SNE-reis.
Op zondag 23 februari gingen ook de vliegreizigers weer naar huis toe: via Parijs en met een zeer rustige vlucht naar Amsterdam (zoals een deelnemer opmerkte: de meeste stoelen reisden gratis) kwamen we rond negen uur ’s avonds op Schiphol aan. De treinreizigers arriveerden maandag in de loop van de middag.
Dankzij de goede organisatie en begeleiding door Geert Gorissen en Ronald Bokhove (voor de heen- en terugreis per trein) en de ondersteuning door de Marokkaanse Spoorwegen in de persoon van Ali Aazeddine kunnen de deelnemers terugzien op een zeer geslaagde reis.