Oliebollenrit met DE1 41

16 december 2000

door Pleun Benard

Een rit met de ‘blauwe engel’ DE1 41 van het Spoorwegmuseum stond reeds lang op het verlanglijstje van de SNE. Omdat dit motorrijtuig niet over ATB beschikt, bestond het risico dat deze na 1 januari 2001 niet meer op het Nederlandse spoorwegnet zou worden toegelaten. Het SNE bestuur vond dat voldoende reden om, ondanks de hoge kosten, de traditionele ‘Oliebollenrit’ met dit motorrijtuig uit te voeren. De belangstelling was zo groot dat er veel meer aanmeldingen werden ontvangen dan er zitplaatsen beschikbaar waren. Overwogen is om de rit een week later nogmaals uit te voeren. Omdat dan lang niet alle plaatsen bezet zouden zijn, bleek dat financieel echter niet haalbaar. Daardoor moesten ruim 40 deelnemers worden teleurgesteld. Als pleister op de wonde hebben zij de dienstregeling van de rit gekregen. Normaal gesproken wordt die door de SNE alleen aan betalende en meereizende deelnemers verstrekt.Vanuit Utrecht Centraal werd via Amersfoort, Apeldoorn en Deventer, Zutphen bereikt. Vervolgens werd over het historisch verantwoorde traject Zutphen – Winterswijk gereden. In Lichtenvoorde-Groenlo was er kort de gelegenheid om de DE1 41 te fotograferen met een kruisende DE3-wagenstel plan U (inmiddels ook historie).

Winterswijk werd weer snel verlaten om via Doetinchem naar Arhem te rijden. De geplande fotostop in Didam werd ingeruild voor een langere stop op spoor 2 in Zevenaar. Daardoor ontstond de mogelijkheid om de ‘blauwe engel’ te fotograferen met de ICE naar Keulen.Omdat de ICE in Zevenaar, al of niet toevallig, erg langzaam reed, hebben de deelnemers daarvoor ruimschoots de gelegenheid gehad. Voorbijrijdende en kruisende ‘buffels’ zorgden voor mogelijkheden om dieselmaterieel voor secondaire lijnen van de eerste en jongste generatie vast te leggen. In Arnhem was een lunchpauze ingelast. Naast de verplichte pauze voor het personeel moest worden getankt en is gekeken naar koppelingsmogelijkheden met materieel plan U. Dit laatste bleek helaas niet mogelijk te zijn. Voor zover de deelnemers niet voldoende hadden aan de door de bestuursleden van de SNE geserveerde oliebollen, koffie, thee en andere dranken, was er voldoende tijd om dat naar behoefte in diverse gelegenheden in de stad aan te vullen.Fotostops op stations tussen Arnhem en Tiel zouden storingen in de overwegbediening hebben opgeleverd of waren om veiligheidsredenen niet mogelijk. Daarom werd non-stop naar Tiel gereden. Daar was uitgebreid de mogelijkheid de DE1 41 vanuit alle denkbare hoeken te fotograferen. Later ook samen met het elektrische vierwagenstel mat.’54, 766.

De als verrassing bedoelde, en daarom geheim gehouden ontmoeting in Tiel met de 766, bleek, mede door verspreiding van het bericht over Internet, nogal wat liefhebbers aan te trekken. Jammer dat veel van die, overigens niet betalende, liefhebbers moeite hebben om de aanwijzingen ten behoeve van hun eigen veiligheid en die van anderen op te volgen. Voor de volhouders werd er nog een extra fotostop ingelast in Geldermalsen waarna de excursie eindigde waar hij was begonnen. Mede door het uiterst gedisciplineerde gedrag van de deelnemers kan worden teruggezien op een gezellige en geslaagde dag.