Mijnspoorexcursie
door Ronald Bokhove
Op zaterdag 3 september 2011 togen wij onder de best denkbare weersomstandigheden naar Sittard voor de negende editie van ‘Sporen uit het Verleden’. Dit keer stond niet een enkele raillijn of een maatschappij centraal, maar de spoorgeschiedenis van de Limburgse mijnen. We bevonden ons in goed gezelschap, want we hadden mijndeskundige Gerard de Graaf weten te strikken; ook hij startte de dag met koffie en vlaai.
De met 59 deelnemers goed gevulde bus koerste eerst westwaarts naar het Julianakanaal, waar we een indruk kregen van de afvoerlijnen voor het zwarte goud. In Urmond en Steijn vond de overslag plaats van trein op schip en de DSM profiteert hier nog immer van de spoor-waterverbinding. De snelweg naar Valkenburg werd minder saai doordat in de bus een video werd afgespeeld van een dag bij de bruinkoolgroeve Energie te Brunssum in 1943. In de Steenkolenmijn Valkenburg is veel rollend materieel verzameld. We kregen een rondleiding door oud-mijnwerkers en waren onder de indruk van de zware arbeidsomstandigheden waaronder de ‘koempels’ hun werkzaamheden verrichtten. Lawaai, hitte, vocht, mijngas en een grote fysieke belasting: het leven onder de grond moet geen pretje zijn geweest. Oordoppen werden niet verstrekt, want dan hoorde je de schacht niet instorten! Toch kon je er oud mee worden: onze gidsen waren ruim in de tachtig en vertelden vol vuur over de saamhorigheid die tot 1974 in de mijn heerste.
In de Domaniale Mijn Nulland in Kerkrade zwaaiden de deuren voor ons open; ook hier worden pogingen ondernomen om de mijngeschiedenis museaal te laten herleven. De verzameling lorries die nu binnen en buiten de hekken van de luchtschacht staan krijgen hier ongetwijfeld een mooie plek. De jeugd van Kerkrade die in het parkje bij de voormalige mijn Neuprick rondhing, keek verschrikt op toen Gerard juist op hun hangplek de gedenksteen liet zien van deze Duits-Nederlandse onderneming. Via de bekende grensweg Nieuwstraat/Neustraße werd naar Eygelshoven gereden. Het hier rond de voormalige locloods nog aanwezig smalspoor van Mijn Julia was helaas alleen vanachter de hekken te zien. Na de borrel werd gewandeld over het voormalige mijnspoortracé in Hoensbroek. Hoewel alle kunstwerken verdwenen zijn is de baan als wandel- en fietspad goed bewaard gebleven.
Het was een leuke dag en hoewel men in Limburg veel moeite heeft gedaan om alle sporen van het mijnverleden uit te wissen, is men daar gelukkig toch niet volledig in geslaagd. Gerard heeft op de hem bekende wijze (deskundig en onderhoudend) bijgedragen aan het welslagen van de excursie. We laten hem verder met rust, want zijn boek over de Limburgse mijngeschiedenis is nog niet af. Volgend jaar gaan we naar het hoge noorden en staan de overblijfselen van de NOLS op het programma.