Met reeks 43 en 45 naar de Bocq-Vallei

30 april 2009

door Paul Sturm

Ruim voor aankomst van de grote groep deelnemers uit Maastricht was ik al op het perron in Visé waar even later twee motorwagens reeks 43 en 45 werden afgeleverd door “bolle neus” 202020 in klassiek donkergroen met gele belijning. Dat was een leuke toegift leek me, maar het waarom zou later blijken. Intussen waren de overige 149 deelnemers ook gearriveerd en onder onderzoekende blikken van de schaarse Belgische pendelaars richting Luik ging de groep railfanaten aan boord.

Vanuit Visé ging het stel gekoppelde motorwagens met een mooie boog over het enorme spoorviaduct over de Maas richting Tongeren. We zaten gelijk in het golvende landschap met tunnels en sterke stijgingen/afdalingen. Vanuit Tongeren richting Luik via een enkelsporig baanvak met een bochtige afdaling richting Herstal. In Luik reden we het bepaald indrukwekkende hypermoderne station binnen. Een lichte en luchtige glasconstructie die past bij de TGV’s die daar ook stoppen. Van daar uit over de noordelijke oever van de Maas zuidwaarts richting Huy en uiteindelijk Namen. Dit deel van de rit voerde ons door een industrieel landschap van veel verval en vergane glorie. Oude hoogovencomplexen, cokesfabrieken, chemie, veel in verval, met hier en daar tekenen van toch nog recente investeringen. Voor mij als aardrijkskundige een verdraaid interessant deel van de rit.

Vanuit Namen ging het weg van het Maasdal richting Ciney. Daar kop gemaakt om de rit over de nog maar kort weer in gebruik genomen toeristische spoorlijn van de Bocq-Vallei, geëxploiteerd door het Toerisme en Spoor Patrimonium. Een echte Ardeense spoorlijn, kleine stationnetjes, tunnels, bruggetjes over diep onder je ruisende riviertjes. Prachtig! Bekijk eens hun websites www.pfttsp.be en www.cfbocq.be. Wij reden de lijn tot het voorlopige eindpunt Purnode, het laatste stukje tot Yvoir is nog niet heropend. Waarom de motorwagens door die bolle neus afgeleverd werden werd tijdens de rit duidelijk. Bij elke wat langere stop werd een luik in motorwagen 4333 geopend waardoor de wagenbegeleider toegang kreeg tot de dieselmotor. Die bleek wel wat smeerolie te lusten. De man sleepte met grote 25 liter plastic cans met een kraantje eraan en via een trechter verdween er telkens een fikse klets olie in de motor. Ik heb zeker drie van die cans geteld en ze zijn allemaal leeg gegaan!

Na de nodige fotostops waarbij iedereen op een ordentelijke manier aan zijn foto’s wist te komen reden we de lijn terug tot Ciney en vandaar uit naar Marloie (Marche en Famenne). Twee autochtone jongedames keken daar wat teleurgesteld over “dat ouwe, overvolle treintje” waarvan ze dachten dat die een vervangende dienst uitvoerde. Na uitleg in mijn beste Frans dat we een groep Hollandse treinenthousiasten op excursie waren dropen de dames giechelend af. We maakten maar weer eens kop (nou ja…we veranderden van rijrichting) en reden via Marche richting Barvaux waar we bij de Ourthe kwamen en die volgden we slingerend en bruggen en tunnels nemend via Hamoir, Comblain au Pont en Esneux richting Luik. Gaandeweg werd het weer duidelijk dat je in de omgeving van een flinke stad komt, stations die duidelijk gemoderniseerd zijn voor het voorstadsverkeer.

Toch is dan de aankomst in Luik-Kinkempois vrij plotseling. Ineens is het weer druk met sporen en treinen. We stopten daar en er was een aardige line-up van materieel. Een hoop locs in verschillende staten van verval, als plukloc voor museumexemplaren. Hier kwam ik er té laat achter dat er in het personeelsgebouw tussen de sporen in, op de tweede verdieping niet alleen een tentoonstelling was, maar ook geweldige Belgische pinten werden verkocht. Ik zag dat kort voor vertrek toen een deelnemer triomfantelijk met een kelkglas amberkleurig bier voor het open raam verscheen. De rit Marche-Kinkempois was bij tijden met een flinke snelheid verlopen. Het leek bijkans een rollercoaster en dat had niet alleen te maken met het feit dat er wat tijd op het schema goed gemaakt moest worden, maar waarschijnlijk evenzeer doordat er in onze motorwagen geen bruikbaar toilet was / dan wel de dorst enigszins ging overheersen. Dat is dan ook het enige puntje dat ik wil maken t.a.v. een verder perfecte organisatie en geweldige rit; wellicht is het mogelijk om in soortgelijke ritten een wat langere stop in de middag in te lassen op een station waar wat horeca op loopafstand zit. Terug in Visé koppelde de bolle neus weer aan en vertrok met flink wat acceleratie en bijbehorend gebrul. Dat ook nog meegepikt gingen alsnog flink wat deelnemers vlug een bak frites halen of zelfs op het eerste terrasje bij het station lekker zitten eten. Voor ons als deelnemers is de Koninginnedag in elk geval een stuk langer leuk gebleven. Organisatie bedankt en tot volgende rit!


Fotostop tussen Ciney en Spontin met de 4333 en 4506. Foto: Paul Sturm

Pauze in Spontin. Foto: Paul Sturm

Excursietrein op het viaduct nabij het eindpunt Purnode en 4506. Foto: Paul Sturm

De excursietrein nadert het station Van Dorinne-Durnal. Foto: Paul Sturm

De 4333 en 4506 in Luik-Kinkempois, terwijl de deelnemers het museum bezoeken. Foto: Paul Sturm