Koninginnedagrit 2003

30 april 2003

door Frank Sturm

Ondanks een niet al te uitbundige weersverwachting verzamelden zich een 95-tal al dan niet fervente liefhebbers in het Clapham Junction van Antwerpen, oftewel Berchem. Dit station is op niet-alledaagse manier samengesteld uit omhoog en omlaag lopende perronsporen. Omlaag ga je rechtsaf naar de Scheldetunnel, en omhoog is het rechtdoor naar Lier of Mechelen en Brussel. Aan de gelijkvloerse kant liggen niet veel wissels; de westelijke sporen gaan rechtuit naar het tijdelijk versmalde viaductbaanvak naar Antwerpen Centraal, en de oostelijke gaan de hoek om richting haven en Nederland.

Voorgesorteerd voor rechtsaf naar beneden stond onze museumtrein (de tijdloos fraai gelijnde 5101 met drie A’s van het type K1) aangekondigd als een X-trein naar Gent. Terwijl wij dus feitelijk net niet in Antwerpen zélf vertrokken was het evenmin de bedoeling om in Gent zelve toe te komen. Dat was een verrassing voor één verongelijkte Nederlandse toerist, die er in Sint-Niklaas gauw uitgeholpen werd.Bevrijd van deze confrontatie met het gewone bestaan brachten de SNE mensen vervolgens het uiteindelijke reisschema voorzien van duidelijke kaartjes rond. De lijnenspaghetti op de kaart in de buurt van Gent vormde een schril contrast met het vrijwel kaarsrechte traject waarover we vervoerd werden tot vlak voor het grote goederenstation Gent Zeehaven. Daar zijn we die dag meermalen even geweest en dan werd onze rijdende tribune bij de rangeerheuvel zó neergezet dat we er nog van het heuvelen hebben kunnen genieten terwijl er weer eens kopgemaakt werd. In Zeehaven werd in verband met de diverse uitstapjes een 7700 achteraan bijgeplaatst, zodat we overal steeds gemakkelijk weer kop konden maken. Die reeks 77 ziet er uit als een wat heftiger variant op een 6400. Iets langer en met een aantrekkelijk kleurenschema (zie het OdR 5, pag. 180).

Vanuit Gent Zeehaven hebben we om te beginnen de havens van de oostelijke kanaaloever bezocht, daarna de noordelijke oever van het Kanaal van Gent naar Oostende, waarna we de doorgaande lijn op de westelijke oever van nu weer het Kanaal van Gent naar Terneuzen hebben bereden tot waar het volk vlag en wimpel uitgestoken had ter meerdere feestvreugde over diverse verjaardagen in ons Koninklijk Huis. Hier moesten wij in onze Vlaamse outfit toch maar liever binnen blijven of anders eerst tol betalen. Een andere grens is die tussen land en water. Alzo was het een aparte ervaring om door een in aanleg zijnde havenbekken te rijden, dwars door de in afbouw zijnde kademuren en over het nog niet weggelegde land.

Na deze mijmeringen over verleden en toekomst ronkten wij weer verder (terug) langs een wel erg uit het verleden overgebleven stationsruïne bij Doornzele in de buurt om dichter bij Gent wéér een keer kop te maken op het inhaalspoor van Wondelgem, nu om de zuidelijke oever van het eerder aan de andere kant bezochte Kanaal van Gent naar Oostende te bezoeken. Daarhéén werd ons geen duimbreed in de weg gelegd – al staken de boomtakken wel heel enthousiast de trein in – maar op de terugweg hing er zomaar ineens een veertig meter lange stalen balk dwars door het profiel van vrije ruimte. Het zou trouwens een slecht moment geweest zijn om de trein in een cabrioletmodel te veranderen, want het was net heel licht gaan regenen. De balk werd weggehesen zodat wij weer verder konden op weg naar huis, pardon, Gent Zeehaven, waarna er nog tijd over was voor een extra slag naar een kolenhaven, waar onze trein wel een schaalmodel leek midden onder een van de enorme overslagkranen die daar over het spoor staan.

Daarna voor de laatste keer naar Gent Zeehaven, waar de reeks 77 ons verliet en de 51 omliep om ons terug naar het Antwerpse te vervoeren. Waar je je dan in de piekuurdrukte weer eens realiseert dat je met A-rijtuigen een leuke dag op B-(spoor-)wegen kunt doorbrengen als de NMBS ons opsluit tussen een DE- en een DH-lok. De reizigers bedanken de medewerkers van het Stoomcentrum Maldegem voor de lekkere broodjes en koffie; elkaar voor het aangename gezelschap, en tenslotte de SNE voor het bedenken en realiseren van deze dag, die voor veel hoofdbrekens heeft gezorgd maar anderzijds ook elf keer kopmáken opleverde.