Ferrovie Méditerranée 2.0

14 juni 2018

door Geert Gorissen

Dit maal geen verslag van een reiziger, maar van de reisleider zelf. Want wie een reis door Frankrijk naar Italië met als zwaartepunt Sardinië wil organiseren roept wat over zich af. De aanleiding was het feit dat sinds de vorige SNE-reis in 1999 de trambedrijven in Cagliari en Sassari zijn geopend, terwijl op de heenreis ook nog een stop in Nice ingepland kon worden voor een bezoek aan de tram aldaar. De reis begon op 14 juni 2018 met 38 deelnemers voorspoedig, hetgeen een bijzonderheid is. De Beneluxtrein heeft immers niet de reputatie punctueel te zijn, maar onze aansluiting op de TGV in Brussel verliep perfect. Dat de TGV reed was ook een meevaller, want er waren al een weken lang stakingen bij de Franse spoorwegen, gelukkig net niet op onze vertrekdag. In Lyon kwam er toch nog een kink in de kabel. Ten gevolge van een defecte trein op de hogesnelheidslijn werd onze trein over het klassieke spoor omgeleid, met als gevolg een twee uur latere aankomst in het hotel in Nice. Dus voor de reisleider de nodige telefoontjes met het hotel om te zorgen dat er een laat (buffet)diner werd verzorgd, waarbij we ons zelf moesten bedienen omdat de obers al naar huis waren.

Van de eerste tot de laatste dag van de reis hebben we maar één regenbuitje gehad, wat eigenlijk niet de moeite van het vermelden waard is. Het goede weer bleek dan ook de voorbode van een lange, droge en hete zomer, zelfs in Nederland. Dit betekende ook dat de deelnemers geen moeite hadden om de vrije dagen in Nice, Cagliari, Sassari en Milaan door te komen. In al deze steden konden tramritjes worden gemaakt en met uitzondering van Sassari was er ook voldoende toeristisch vermaak. Vanuit Civitavecchia werd de nachtboot naar Cagliari genomen. Het programma op Sardinië heeft tot de nodige hoofdbrekens geleid. Want naast het bezoek aan de tramsteden stonden twee excursies over het smalspoornet op het programma. Vanuit drie plaatsen wordt er een reguliere dienst op het smalspoornet uitgevoerd. Daarnaast zijn er nog vele lijnen waar een toeristische dienst wordt uitgebaat. Bij de voorbereiding van de reis, eind 2017, was er van het smalspoorbedrijf de toezegging dat er op twee lijnen een excursie georganiseerd kan worden. Nadat de inschrijving voorde reis gesloten was en het definitieve aantal deelnemers bekend was, was het dus zaak om in april 2018 een bevestiging voor de excursies te vragen. Snel kwam antwoord terug met de vraag of de mail van februari niet was ontvangen, waarin (volledig in het Italiaans) werd gemeld dat vanwege de slechte spoortoestand geen enkele extra rit mogelijk is! Tja, wat kun je als reisleider de deelnemers dan als alternatief bieden? Na enkele mails was er een aanbieding om met een normaalspoorstoomloc een excursie te maken, een bijzonderheid omdat vanwege brandgevaar vanaf juni geen stoomtreinritten op het eiland gemaakt mogen worden. De stoomloc was echter zo prijzig dat de rit buiten het budget viel. Gelukkig bleek de helft van de groep belangstelling te hebben voor een rit met een reguliere trein naar Carbonia, om daar een mijnmuseum te bezoeken. Men heeft er een ondergrondse mijngang nagebouwd, die dusdanig laag is dat de helmen die werden uitgereikt hun diensten goed hebben bewezen.

Het smalspoorbedrijf bleek wel een excursie te kunnen organiseren op de lijn van Macomer naar Nuoro, waar ook reguliere treinen rijden. Dit paste mooi in het programma op de transferdag van Cagliari naar Sassari. We hebben gereden met een LDe-dieselloc en twee rijtuigen, terwijl hier normaal motorrijtuigen rijden. We moesten tussen de normale dienst door, dus het aantal fotostops was beperkt. Dit werd dan weer goed gemaakt door het uitzicht vanuit de trein. Met name vlak voor het einde van de lijn, waar de trein hoog boven het dal, langs steile hellingen naar Nuoro rijdt. Per toeval ontdekte ik dat de Treno Verde een toeristische trein vanuit Palau naar Tempio organiseerde tijdens ons verblijf in Sassari. Nu was het vertrek uit Palau, in het uiterste noordoosten, voor ons per bus niet bereikbaar. Een trein-vakantie en een vertrek per bus om 6 uur ’s ochtends gaan immers niet samen. Gelukkig is er bij de meeste Italiaanse toeristische treinen een zeer lange middagpauze. Dus misschien konden wij die tijd wel gebruiken om met de trein vanuit Tempio een ritje op en neer te maken. Dit bleek waarachtig mogelijk, want we konden op en neer rijden naar San Antonio di Gallura. Wederom met een dieselloc en voor een kleine toeslag konden we er ook een extra rijtuig bij krijgen. Ter plaatse leek het of men dit rijtuig uit het lokale museum had gehaald: het teak glimde, het koper straalde en het rode pluche deed aan vervlogen tijden denken. Kort voor de reis werd de dienstregeling aangepast, want vanwege de slechte spoortoestand kon men niet zo snel rijden. Op de dag zelf was de stationschef in paniek. In gebrekkig Engels werd duidelijk gemaakt dat de locomotief van de toeristentrein onderweg defect was gegaan, waardoor men de reserveloc, die onze trein zou trekken, eerder nodig had. Of wij dus maar snel op en neer naar San Antonio wilden rijden… Dat hebben we gedaan en van het slechte spoor was niets te merken. Het personeel was zeer met ons begaan en heeft enkele mooie fotostops georganiseerd, waaronder een op de brug over het stuwmeer. Daarnaast werd op het eindpunt omslachtig gerangeerd en werd voor de videografen naar de overkant van het dal gereden, wat mogelijk was doordat de spoorlijn een grote U-bocht maakt.

De terugvaart naar het vasteland geschiedde met een dagboot van Olbia naar Piombino, zodat van Piombino Marittima de treinreis naar Siena kon worden voortgezet. Hier stond nog een excursie over de Ferrovia Val d′Orcia op het programma. Dit is de spoorlijn die van Siena via Asciano, Monte Antico en Buonconvento terug naar Siena gaat. Afgelopen jaren heeft hier regelmatig de historische dieseltrein Aln 772 3265 gereden. In 2015 lukt het niet om een excursie met deze motorwagen uit de jaren ’40 te maken. En nu was het maar de vraag of dit oude besje niet een of ander euvel zou hebben op onze excursiedag. De vrees van de reisleider kwam echter niet uit. De bruine motorwagen stond in prima conditie glanzend in de zon klaar aan het perron van Siena. De nodige fotostops werden op de gedeeltelijk stilgelegde spoorlijn gemaakt. In de dienstregeling was de gebruikelijke lange Italiaanse lunchpauze opgenomen. Het idee om deze in te korten door wat extra stops onderweg te maken kon niet verwezenlijkt worden. Achteraf bleek dit maar goed ook. Want bij de voormalige overwegwachtpost van kilometer 280 werd gestopt. In de schaduw van enkele bomen waren picknicktafels opgesteld en de barbecue lag vol met vlees. Met het uitzicht op de Toscaanse heuvels vol cipressen smaakte de lunch prima en vloeide de wijn rijkelijk. Voor sommige deelnemers was dit het hoogtepunt van de reis.

Toen was het toch tijd voor de terugreis. Deze werd onderbroken in Milaan zodat Nederland met dagtreinen bereikt kon worden. In Milaan werd nog een stadsrondrit met museumtrams 609 en 1723 gemaakt. Fotostops waren niet mogelijk. Enerzijds omdat de tram door drukke straten tussen de reguliere dienstregeling doorrijdt en anderzijds omdat de trambestuurders alleen vloeiend Italiaans spraken – en de reisleider niet. Op 27 juni kwam de groep weer gezond terug in Nederland en kon de reisleider zijn gedachten laten gaan of hij Italië opnieuw als reisbestemming zou kiezen. Aan de gezellige groep, de mooie Italiaanse steden en het verrukkelijke eten zal het niet liggen.


Op een van de vrije dagen heeft de helft van de groep het mijnmuseum in Carbonia bezocht, 17 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Een stoomloc-monument onder de kap van het station van Cagliari, 17 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Een zusterboot bij het vertrek uit Civitavecchia, 16 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De tram in het zonnige Nice, 15 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Vanaf het dak van de dom krijgt men een bijzondere blik op het gebouw en de stad, 26 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

We verlaten Milaan op weg naar Nederland, 27 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De bekende Peter Witt tram voor La Scala in Milaan, 26 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De 2-assige excursietram in Milaan, 25 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Na de excursie was er nog tijd om het historische centrum van Siena te bezoeken, 24 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Een groepsfoto kan niet ontbreken, 24 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De voortreffelijke lunch bij overwegwachtpost km 280, 24 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De watertoren in Monte Amiata vormt een mooi decor voor onze trein, 24 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De Aln 772 3265 passeert het noordelijkste punt waar nog cactussen kunnen groeien, 24 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Velen maakten op de vrije dag een uitstapje per smalspoortrein naar Alghero, 21 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De tram van Sassari voor het station, 20 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Fotostop bij het stuwmeer, 20 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Tijdens het rangeren neemt de groep nog een drankje op het perronterras van Tempio Pausiana, 20 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Het salonrijtuig wordt door LDe 502 uit het ‘museum’ gehaald, 20 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Op het normaalspoor rijden moderne treinen van CAF, ATR 365 005 in Macomer, 19 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Drie generaties smalspoormaterieel in Macomer, 19 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Op weg naar Nuoro: onze excursietrein met LDe 611 op een stenen boogbrug vlak voor Bortigali, 19 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De ‘mooi’ beschilderde motorwagen eindigt in Dolianova vanwege werkzaamheden in de richting van Mandas, 18 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

De tram van Cagliari rijdt over een voormalige spoorlijn, 18 juni 2018. Foto: Karel Koploper.

Zicht vanuit de bovenstad van Cagliari op de haven, 17 juni 2018. Foto: Karel Koploper.