Baltische Staten

21 juni 2002

door Paul Muré

Een bezoek aan Estland, Letland en Litouwen staat bij veel NVBS’ers kennelijk hoog op het verlanglijstje, want de 16-daagse SNE-reis naar deze landen trekt uiteindelijk meer dan 80 deelnemers. Dat grote aantal maakt het nodig dat de reis dubbel wordt uitgevoerd, waarbij de tweede groep een week later op pad gaat. Op 21 juni vertrekken aldus de eerste deelnemers richting Polen, waarbij de keus bestaat om via Berlijn en de ‘Ostbahn’ of (deels ’s nachts) via Kutno en Torún te reizen. Op 23 juni treffen beide groepen elkaar in Elblag. Na een verkenning van het trambedrijf wordt de reis voortgezet naar de Russische enclave Kaliningrad, waar de vrije middag naar eigen inzicht wordt besteed.

Aldaar is er de volgende morgen de kennismaking met de ‘Dzherelo’-trein, de Oekraïense hoteltrein, die de komende 9 dagen ons thuis zal zijn. Voor velen is het een weerzien met goede bekenden onder het vele personeel, voor een enkeling misschien toch even wennen. De ontvangst op het emplacement van Kaliningrad is in elk geval feestelijk en gaat gepaard met een eerste optreden van het ‘Dzherelo’-muziekgezelschap, dat ’s avonds na het diner wordt voortgezet. Wie had ooit gedacht dat NVBS-leden nog eens op een emplacement in de voormalige Sovjet-Unie tussen de rijtuigen stonden te dansen? Een tafereel dat zich de volgende avonden – al dan niet rijdend – in het salonrijtuig zal herhalen.

Intussen is dan de rondreis door de Baltische landen begonnen. Via Klaipeda, Liepaja, en Riga bereiken we in Tallinn het noordelijkste punt en zakken via een oostelijker route, langs de smalspoorlijn Gulbene – Alüksne, Daugavpils en tot slot Vilnius weer naar het zuiden af.De spoorwegen zijn in deze streken nog overduidelijk ‘Russisch’ van karakter, maar vormen qua exploitatie geen samenhangend net meer. Het reizigersvervoer beperkt zich tot enkele langeafstandstreinen, die voornamelijk de verbinding met de voormalige Sovjet-Unie onderhouden. Daarnaast is er in de drie hoofdsteden Tallinn, Riga en Vilnius een elektrisch voorstadsnet en worden met dieseltractie nog enkele lokale diensten onderhouden. Het overige interlokale vervoer vindt thans per bus plaats. Ons uitstapje vanuit Liepaja naar Ventspils gaat daarom ook over de weg. Daarentegen is het goederenvervoer nog omvangrijk, vooral het transport naar de havensteden.

Op tramgebied lijdt Kaliningrad duidelijk onder een gebrek aan middelen om versleten spoor en materieel te vervangen. Tallinn staat aan de top, met perfect onderhouden materieel en een fraaie huisstijl. Riga heeft het grootste net, met als bijzonderheid trolley-exploitatie en soms merkwaardige werktrams. De kleine bedrijven van Liepaja (één lijn) en Daugavpils (drie lijnen) zijn vooral interessant vanwege de enkelsporige trajecten, vaak door straten met houten huizen en – in Daugavpils – de exploitatie met Riga-trams, eveneens met trolleystang. In de andere steden rijdt Tatra-materieel.Qua sfeer zijn de Baltische landen zeer afwisselend. In Sovetsk (in de Duitse tijd Tilsit geheten) worden we losgelaten in een stadje waar je je zó in de vijftiger jaren waant: verstilde straten met soms fraaie oude bebouwing en grote bomen, vrijwel geen verkeer, een rustig plein (met Lenin nog op zijn sokkel!) en hier en daar wat straathandel. Een wandeling vanaf het station van Klaipeda voert door woonstraten naar een centrum met gerestaureerde vakwerkhuisjes. Is dit Denemarken of Noord-Duitsland? Er passeert een donkerrode ex-Amsterdamse stadsbus, je ziet Litouwse opschriften, iedereen spreekt Russisch, maar je kunt er prima met Engels terecht als je iets vraagt. In de trein keren we terug in Oekraïense sferen. Steeds weer rijst de vraag of we nu in het Westen of het Oosten van Europa zijn, en vooral in welk land!

De vele grenspassages worden een vast ritueel, dat uiteindelijk met ‘ieder in zijn eigen hok’ het beste blijkt te werken: de douane werpt een blik in de coupé, de douanehond snuffelt wat onder de banken, de paspoorten worden gestempeld en tot besluit vindt men het allemaal wel goed.In Liepaja vinden we straten met kinderhoofdjes en houten huizen. De in felle reclame-kleuren gestoken trams detoneren enigszins. Het station is prachtig opgeknapt, maar…er komt geen enkele reizigerstrein meer! De middagexcursie langs de kust naar Ventspils gaat per bus naar een openluchtmuseum met smalspoor-stoomtrein.Het dagelijkse optreden van het ‘Dzherelo’-muziekgroepje loopt al weer op een eind als de trein rond middernacht in Riga aankomt, waar het voorstadsstation Zemitani onze basis wordt. De Letse hoofdstad is een belangrijke haven- en industriestad. Natuurlijk bezoeken we de grote fabriek van spoorwegmaterieel RVR. De stoffige hallen getuigen van de diepe economische crisis en liggen bezaaid met onderdelen. Toch probeert men de draad weer op te pakken, deels met revisie, deels met nieuwbouw. Bij het locdepot van Riga biedt vooral de voetbrug een imposant uitzicht: lange goederentreinen worden geheuveld op het rangeerterrein en grote diesellocs rijden af en aan. Dit is nog een écht spoorwegbedrijf!

Een dag later doet de enorme regenval in Tallinn menigeen besluiten eerst maar een treinritje te gaan maken. De keurig volgens Europese richtlijnen geprivatiseerde spoorwegen van Estland geven wellicht een beeld van wat ons nog te wachten staat: aparte loketten voor elke treinsoort en een versnipperde informatievoorziening. De conductrice in de trein verkoopt veel goedkopere kaartjes, maar de trambestuurder veel duurdere dan in de voorverkoop…Als de regen ophoudt is Tallinn een prachtige stad, met een schitterend gerestaureerd centrum. Terug in Letland wordt de smalspoorlijn van Gulbene naar Alüksne bereden. Deze staat in zijn geheel op de monumentenlijst, is nu eigendom van de gemeenten, maar wordt ook normaal geëxploiteerd. Onze extra trein vergt kennelijk wat veel van de dieselloc, want er vormt zich een wat angstaanjagende steekvlam van brandende olie in de uitlaat.

De beperkte tijd in Daugavpils wordt zo effectief mogelijk benut om in razend tempo een indruk van het trambedrijf te krijgen. Direct daarna volgt het afscheidsdiner en de afscheidsavond van het personeel van onze trein. Ook nu weer heeft het gehele ‘Dzherelo’-team bijzonder zijn best gedaan om er een prachtige reis van te maken en is er alle reden voor een laatste feestje.

Als we op 3 juli in Vilnius ietwat weemoedig de ‘eigen’ trein verlaten, is de tweede groep al onderweg naar Kaliningrad, waar zij de volgende dag ‘inschepen’ voor de tweede ronde. Wij reizen terug naar Polen en beleven, naast lange stukken sporen, nog één hoogtepunt: de rit met stoom over de smalspoorlijnen vanuit Elk. Ten slotte keren we vol bijzondere indrukken van deze ‘nieuwe’ Europese landen via Warschau en Berlijn op 6 juli 2002 terug naar Nederland.