Treinramp uitgelicht in Maand van de Geschiedenis

1 oktober 2022

Oktober is de Maand van de Geschiedenis, het grootste geschiedenisevenement van Nederland. Het motto is ‘Ontdek gisteren, begrijp vandaag’. Het Spoorwegmuseum blikt terug op de grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis, in 1962 bij Harmelen.

Van persoonlijke rampen tot catastrofes die de samenleving ontwrichten: rampen zijn van alle tijden. In een periode waarin pandemieën, oorlogen, bosbranden en overstromingen de kranten en talkshowtafels in hun greep houden, onderzoekt de Maand van de Geschiedenis in oktober 2022 met het thema ‘Wat een ramp!’ niet alleen de verwoestende kracht van rampen. We brengen ook een ode aan de veerkracht en weerbaarheid die een ramp in de mens kan opstuwen. En aan de creativiteit, samenwerking en innovatie die uit een vreselijke gebeurtenis kunnen voortvloeien.

Spoorwegramp Harmelen

Op 8 januari 1962 botsten in dichte mist bij Harmelen twee treinen frontaal op elkaar. Met 93 doden en 52 gewonden is het tot op de dag van vandaag de grootste treinramp uit de Nederlandse geschiedenis. Oorzaak van het ongeluk was een menselijke fout. Hoe werkte de beveiliging van het spoor destijds en wat veranderde er na het ongeluk?

De foto’s van de ravage na het ongeluk laten zien hoe heftig de gevolgen waren. In een filmpje vertellen overlevende Andre Smeding en nabestaande Robert Tiggelman hun aangrijpende verhaal. Ir. A.M. Tordoir, districtsingenieur voor de tractie van NS, deed op de dag van het ongeluk onderzoek op de rampplek. Hij nam daarbij de snelheidsmeter van Locomotief 1131, de locomotief van de sneltrein, mee voor onderzoek. De meter geeft 107 km/h aan. Het is de snelheid die de trein had toen de botsing plaatsvond. De snelheidsmeter is door de nazaten van Ir. A.M. Tordoir aan het museum geschonken. Het is een stille getuige van het drama in Harmelen.

De tentoonstelling Treinramp Harmelen is tot en met 30 oktober 2022 te zien in het Spoorwegmuseum, in de hal van de bibliotheek tegenover de toegangscontrole.

Bron: persbericht Spoorwegmuseum