Op de Rails – 2022 – nr. 4 (april)

Spoorwegen in en om Amsterdam (vervolg): Opstelterreinen (2)

door J.M. ten Broek

In 1994 nam de Watergraafsmeer de functie van opstel- en verzorgingsterrein voor reizigersmaterieel over van de Dijksgracht. Het werd daarmee meteen het meest omvangrijke opstelterrein van Nederland, door zijn voorgeschiedenis als rangeerstation en vooral als heuvelstation voor het goederenvervoer. De ontstaansgeschiedenis van de Watergraafsmeer vertoont wel enige overeenkomst met die van de Dijksgracht.

De locomotieven 2444, 2450, 2413 en 2530 terug op de basis na de NVBS-afscheidsrit waarvoor er drie waren overgeschilderd op de verder vrijwel verlaten Watergraafsmeer; 22 juni 1991.

Foto: Marcel van Ee.

Ede-Wageningen in de steigers

door Rudi Liebrand

In een promotiefilmpje over het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) spreekt ProRail van: ‘treinen die korter en sneller achter elkaar rijden waardoor reizigers met een grotere regelmaat hun trein kunnen nemen en er meer ruimte is voor het vervoer van goederen’. PHS wordt gerealiseerd met enorme investeringen, zoals bij Ede-Wageningen.

Een intercity vertrekt vanaf station Ede-Wageningen richting Arnhem. Op de voorgrond wordt met man en macht gebouwd aan de perrontunnel die volgens plan in augustus onder de sporen geschoven wordt; 3 maart 2022.

Foto: Rudi Liebrand.

Station Amersfoort in de jaren zestig

door Jan van Barneveld

Amersfoort, een provincieplaats met een station en uitgebreid emplacement. Anno 1965 waren er naar verhouding nog weinig auto’s, er was nog niet zoveel industrieterrein als nu en de eerste grote uitbreidingen aan de noordkant van de stad waren van start gegaan. De blauwe stadsbussen van Nefkens reden trouw hun rondjes vanaf het station.

Op 21 juli 1969 reed treinstel ElD4 625 de spitstrein 2933 Amsterdam CS – Baarn. Aansluitend reed het als leeg materieel door naar Amersfoort, waar het werd binnengenomen op spoor 8.

Foto: Bert Stortenbeker.

Bezoek aan de trams in Roemenië

door Maurits van Witsen

Na mijn bezoeken aan de DDR in 1967 en 1968 waagde ik het in 1970 erop om door te dringen tot de Balkan. Er was weinig bekend over de trams in deze landen, maar een publicatie in Der Stadtverkehr bracht daar verandering in. Gezien de grote verschillen met de bedrijven in Midden- en West-Europa leek een bezoek aan Roemenië, een land met acht trambedrijven, aanlokkelijk.

Arad, Deviator S. Gai, een stemmig buitentraject van lijn 4 met vierassig motorrijtuig 21 + bijwagen 32; 15 juni 1970.

Foto: Maurits van Witsen.

Het rijdynamische gedrag van trams (vervolg)

door Wolfgang-Dieter Richter

Hoewel al kort na de invoering van lagevloertrams spectaculaire ontsporingen plaatsvonden, veroorzaakt door aanrijdingen met van opzij komende auto’s, werden deze in
de publiciteit beschouwd als banale ongevallen die vooral de aandacht trokken doordat het om een nieuw type tram ging, dat vaak ook nog maar net in dienst was gekomen.

De eerste van vier ontsporingen van een Utrechtse Multigelenkwagen, in dit geval
de 6027, telkens door een aanrijding met een auto. Laan van Maarschalkerweerd;
16 maart 2021.

Foto: Koen Laureij.