Op de Rails – 2021 – nr. 2 (februari)

Nachttreinen van en naar Nederland

door Aad Rühl

  Serie ‘Europees jaar van het spoor’ – deel 2

Na de Tweede Wereldoorlog werd in tien jaar een uitgebreid net van nachttreinen naar en van Nederland opgebouwd, dat meer dan dertig jaar in stand bleef. Vanaf 1989 begon een teruggang, totdat NS in 2007 de laatste nachttrein ophief. DB liet vanaf dat jaar nog drie nachttreinen naar Nederland rijden, maar hief deze in 2016 op. In 2021 rijdt Nightjet weer een nachtrein van Amsterdam naar Innsbruck en Wenen.

Op 8 december 2012 staat CityNightLine 318 ‘Pollux’ van de verbinding München – Amsterdam langs het perron in Emmerich voor een locomotiefwissel. 

Foto: Albert Koch.

De stamboom van de NS 1200

door Peter van der Mark

Vanaf 1951 nam NS 25 elektrische locomotieven in dienst, gebouwd door Heemaf en Werkspoor op basis van een ontwerp en licentie van de Amerikaanse bedrijven Baldwin en Westinghouse. Samen met de Renfe-serie 278 waren zij een unicum: de enige naoorlogse elektrische locomotieven die de Amerikaanse industrie aan Europese afnemers leverde.

GG1’s 4851 en 4859 van Conrail brengen goederentrein VW-1 over de Northeast Corridor naar het zuiden. South Brunswick NJ, 22 oktober 1977.  

Foto: Jack D. Kuiphoff.

Varende treinen (vervolg)

door John Krijgsman

Aan weerszijden van de Bosporus ligt Istanbul, vroeger Constantinopel geheten, met zo’n vijftien miljoen inwoners, tegenwoordig de grootste stad van Turkije en Europa. Tot in 1958 een spoorwegveerdienst werd ingesteld vormde de Bosporus de scheidslijn tussen de twee delen van het Turkse spoorwegnet. In 1891 kwam de eerste trein uit Parijs aan in Sirkeci. Wie zijn reis wilde voortzetten moest per veerboot de Bosporus oversteken. Ook goederen ontkwamen niet aan overladen op schepen om de andere oever te bereiken.

Bij de aanlegplaats van de veerboot in Istanbul Sirkeci rangeert locomotief DH 7001; 27 mei 2010. 

Foto: John Krijgsman.

U-Bahn en tram in Frankfurt (vervolg)

door Maurits van den Toorn

Begin jaren negentig sprak een nieuw rood-groen gemeentebestuur zich uit voor modernisering en uitbreiding van het tramnet, terwijl de in de oppositie terechtgekomen christendemocraten als vanouds voorstander van de U-Bahn bleven. Sindsdien zijn die standpunten amper veranderd en krijgt nu eens de ene, dan weer de andere partij haar zin, afhankelijk van de kleur van de coalitie in het stadhuis. Er zijn verschillende uitbreidingen van het tramnet gerealiseerd, maar door deze tegenstelling gaat het langzaam.

Het voormalige stoomtramtraject naar Neu-Isenburg heeft nog steeds het karakter van een buitenlijn; 3 juli 1992.
Foto: Maurits van den Toorn.