Op de Rails – 2020 – nr. 7 (juli)

De RegioSprinter – een kleine revolutie

door F rans Blanker-Halstein

De RegioSprinter is het eerste moderne treinstel dat volledig door de voertuigindustrie is ontwikkeld. Het lagevloer-treinstel was geconstrueerd volgens de nieuwste inzichten voor licht materieel, waarbij gebruik is gemaakt van componenten uit de bus- en tramindustrie. De lage prijs moest een financieel verantwoorde exploitatie van regionale spoorlijnen mogelijk maken. Ondanks de geplande gebruiksduur van vijftien jaar deden de treinstellen ruim twintig jaar dienst; ze zetten hun carrière voort in Oostenrijk en Tsjechië.

De RegioSprinters waren vele jaren het gezicht van de Dürener Kreisbahn. Op 7 april 2009 zijn twee treinstellen bij Zerkall onderweg naar Heimbach. Foto: Frans Blanker-Halstein.

Buisrail

door Jan Roos

Het moge bekend zijn dat er naast de tegenwoordig algemeen gebruikte platvoetrail (ook vignole genoemd) nog andere rails gebruikt worden, zoals de bullhead rail die in Groot-Brittannië nog steeds op hoofdsporen voorkomt en de double champignon rail die je in Frankrijk nog op nevenlijnen en zijsporen vindt1. Dat is ooit anders geweest. Vanaf het begin van het ontstaan van de spoorwegen zijn er vele tientallen soorten rails bedacht en deels ook in gebruik geweest. Eén van die soorten is de buisrail.

Tekeningen bij de ingezonden brief van J.R. in Mechanics’ Magazine, 29 april 1837.

De stations van London Underground

door Erwin Voorhaar

Het Londense metrostelsel heeft een lange en gecompliceerde geschiedenis. Dat is nog steeds af te lezen aan de grote verscheidenheid aan stations, met veel interessante voorbeelden van architectuur en detaillering. We maken een reis door de metrohistorie, onder- en bovengronds.

In Paddington Station is de cut-and-covermethode nog te zien, inclusief de open ruimte om rook uit de tunnels weg te houden. Een S-type (21563) op de Circle line rijdt het station binnen op 30 mei 2018. Foto: Erwin Voorhaar.

Hoe de tram overleefde in Liberec

door Ciril van Hattum

Veel kleine en middelgrote steden in Europa verloren na de Tweede Wereldoorlog hun trambedrijf. Maar niet allemaal, sommige wisten met meestal beperkte middelen het onderhoud en de noodzakelijke vernieuwingen te realiseren en hielden stand. Een daarvan is Liberec in Bohemen.

Sinds 2005 is het eindpunt Horní Hanychov weer per tram bereikbaar, nu op normaalspoor. De 45 van lijn 3 op de Ješt?dska met de Ješt?d op de achtergrond; 23 juli 2006. FotoCiril van Hattum.