Op de Rails – 2017 – nr. 4 (april)

Rijnspoorweg 1860-’70: Diensttijden en veiligheid

door René T. Jongerius

Het emplacement van Arnhem met de Diaconessenbrug, gezien naar het oosten, net na voltooiing in 1867 of 1868. Onder het viaduct twee locomotieven van de serie 1-36, uit 1855-’56. Rechts achter het viaduct een van de (houten) stations- seinpalen van Arnhem. Onder het viaduct door is tevens een wachthuisje met daarvoor een wachter zichtbaar. Foto: Gelders Archief, 1501-04-14468.

In oktober 1863 ontving de minister van Binnenlandse Zaken een anonieme klacht van wachters van de Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS) in en om Utrecht over hun extreem lange diensttijden. Dat was het begin van een zich jaren voortslepende discussie over de diensttijden, niet alleen van de wachters, maar ook van het locomotiefpersoneel. Justitie bemoeide zich ermee, de pers roerde zich, de directie van NRS sprak van ‘vijandige agitatie’. Uit de archiefstukken en krantenberichten rijst een akelig beeld op van de diensttijden, arbeidsomstandigheden en sociale verhoudingen bij de Rijnspoorweg honderdvijftig jaar geleden.

Duikbrillen

door Date Jan de Vries

De ‘Duikbrillen’ uit de jaren zeventig zijn nog volop actief, zoals de 757 019 van de Slowaakse spoorwegmaatschappij ZSSK die op 12 september 2016 Jelsovce passeerde met een sneltrein Prievidza – Bratislava.Foto: Gunar Kaune.

Wie in Tsjechië en Slowakije is geweest, heeft ze als treinenliefhebber ongetwijfeld opgemerkt: de ‘Brejlovec’ genaamde diesellocomotieven. ‘Brejlovec’ betekent letterlijk vertaald uit het Tsjechisch brilslang. Gezien het uiterlijk van de locomotieven dekt de naam de lading goed. Door Duitse en Nederlandse treinenliefhebbers worden de locomotieven vaak aangeduid als ‘Taucherbrille’ of ‘Duikbril’.

Trams in Frankrijk (vervolg)

door Arthur Staal

Zuid-Franse sfeer in Montpellier met ringlijn 4A op de Place Edouard Adam; 10 augustus 2016. Foto: Tim Boric.

Het zou 36 jaar duren voordat er in Toulouse weer een vorm van stedelijk railvervoer ontstond. In 1993 kwam metrolijn A in dienst, in 2007 gevolgd door metrolijn B. Het gaat in beide gevallen om lijnen van het type Véhicule Automatique Léger (VAL), automatische kleine metro’s. Verder zijn er de voorstadsspoorlijnen C en D van de Franse spoorwegmaatschappij SNCF.

Varende treinen (vervolg)

door John Krijgsman

Het Deense IC3-treinstel 5282, onderweg van Kopenhagen naar Hamburg, verlaat op 27 maart 1994 in Puttgarden de veerboot. Foto: Richard Latten.

In deze aflevering komen de treinveerdiensten tussen Duitsland en Denemarken aan bod. Eén daarvan vaart nog altijd, met om de paar uur een dieseltreinstel aan boord. Treinen tussen Duitsland en Kopenhagen konden vanaf 1883 gebruik maken van de Deense treinveerdiensten over de Kleine en Grote Belt. Voor reizen tussen het midden en oosten van het toen nog ver oostwaarts reikende Duitse Rijk en Kopenhagen was deze route via Jutland echter een veel te grote omweg. Het duurde nog tot 1903 alvorens een treinveerdienst tussen Warnemünde (bij Rostock) en Gedser (op het Deense eiland Falster) van start ging.