Op de Rails – 2014 – nr. 1 (januari)

Een rondreis met de buurtspoorwegen in 1945

door Maurits van Witsen

Het klassieke beeld van Henegouwen. Marchienne, La Docherie, in de tijd van nijveremijnen en staalfabrieken met lijn 92 naar Anderlues – Thuin; 7 juli 1956. Foto: J. Bazin.

In Op de Rails van september 2013 heeft de auteur zijn herinneringen aan de Brabants buurtspoorwegen vastgelegd, maar wegens de Duitse bezetting moesten die verkenningsreizen telkens tot een dag beperkt blijven. Begin september 1944 werd België bevrijd. Dat bood de gelegenheid om een meerdaagse rondreis te maken in het voorjaar van 1945. Ziehier het verslag van deze reis in twee etappes, eerst oostwaarts in Wallonië, daarna westwaarts in Vlaanderen.

Spoorwegen in en om Amsterdam (vervolg)

door J.M. ten Broek

Station Abcoude zoals het er tot 1973 uitzag, met centraal het seinhuis uit 1901; 28 oktober 1959. Foto: J.G.C. van de Meene.

In een periode van veertig jaar is heel veel veranderd in de spoorweginfrastructuur in Amsterdam en wijde omgeving. Parallel daaraan veranderden de dienstregeling, de planning en de uitvoering mee. Vier decennia van groei en verandering zullen we nu eens niet alleen bekijken aan de hand van politieke besluitvorming, data en schema’s, maar vooral in de vorm van herinneringen van een spoorman die veel van de Amsterdamse ontwikkelingen van de jongste vier decennia van nabij heeft meegemaakt. Een paar schoolverlaters kwamen vroeg in de jaren zeventig bij de Nederlandse Spoorwegen in dienst om een leidinggevende functie in het lagere of middenkader te gaan vervullen. Zij liepen de stages van hun opleiding in Amsterdam en een aantal van hen is er pas vele jaren later weggegaan, een van hen pas 38 jaar later. Deels aan de hand van hun ervaringen zullen we een tocht door de tijd maken en door wat in spoorland tot ‘het Amsterdamse’ gerekend wordt.

Varende treinen (vervolg)

door John Krijgsman

Aankomst in Trelleborg van een veerboot uit Sassnitz, 11 juni 1992. Slechts een kabel met vlaggetjes vormt de laatste afscheiding met het water. Foto: John Krijgsman.

In 1850 maakte voor het eerst een trein een overtocht met wat toen nog een ′drijvende spoorweg′ werd genoemd. Het was het begin van een periode van meer dan een eeuw waarin spoorveerboten op honderden plekken op de hele wereld werden ingezet om rivieren, meren en zeeën over te steken, met aan dek of in hun buik railvoertuigen. Als je het per schip vervoeren van railvoertuigen nader onderzoekt vind je overigens al in 1835 de vermelding van een ‘coal waggon boat’ die werd ingezet om karretjes met kolen van de Monkland and Kirkintilloch Railway in Schotland te transporteren over het Forth and Clyde Canal. Desondanks wordt 1850 in het algemeen gezien als het beginjaar van spoorwegveerdiensten omdat er toen voor het eerst sprake was van het op en van een schip rijden van wat men als regulier spoorwegmaterieel kon beschouwen. Europa kent nu nog maar een tiental verbindingen waar spoorwegmaterieel wordt verscheept. Het betreft vooral goederenvervoer; het dagelijks overzetten van reizigerstreinen gebeurt nog maar op twee routes. Buiten Europa zijn er ook nog enige tientallen spoorveerdiensten.