Op de Rails – 2013 – nr. 10 (oktober)

Goederendienst Nederland, stand van zaken september 2013

door Emiel de Block

Aanvoer van grondstoffen voor biologische brandstoffen en afvoer van deze producten over het spoor nemen toe. Locomotief 6508 van DB Schenker passeert met trein 47791 Bremen – Kijfhoek de hefbrug over de Gouwe in Gouda op 19 augustus 2013. De wagens met biobrandstof gaan naar Standic in Dordrecht.Foto: Bruno Batenburg.

Op het Nederlandse railgoederengebied zijn momenteel weinig wijzigingen te melden. Het vervoerde volume schommelt licht en de concurrentie met water- en wegmodaliteiten blijft onveranderd hoog. Op politiek gebied zijn de projecten en studies die deel uitmaken van tot het Programma Hoog frequent Spoor (PHS), momenteel in de aandacht. Onderdeel daarvan is het Aanvalsplan Goederenvervoer, dat de concurrentiepositie van het railgoederenvervoer moet verbeteren. Voor het goederenvervoer in ons land en naar de buurlanden zullen hoofdroutes tussen economische centra geschikt worden gemaakt voor intensiever en toekomstvast railgoederenvervoer. Vooral de corridor Kijfhoek – Venlo en de route van de Betuweroute naar Bad Bentheim moeten worden aangepast aan eisen en wensen op gebied van veiligheid, doorstroming, milieuaspecten en het vervlechten met het toenemende reizigersvervoer. In 2020 moeten meer dan tweemaal zo veel goederen per spoor worden vervoerd, 87 miljoen ton tegen ruim veertig miljoen in 2012.

Kleurrijke tractie rond Westbury

door Sicco Dierdorp

Uiterlijk een class 66 met een opvallende kleur, maar in feite de voorloper ervan die al in de jaren tachtig op de sporen verscheen. De 59002 van Yeoman trekt op 16 juni 2010 een steentrein komende van de Mendips en is net begonnen aan haar rit over de Berks & Hants-route. De trein passeert Fairwood Junction en neemt de avoider; de aftakkende lijn rechts is de verbinding met Westbury. Foto: Sicco Dierdorp.

Het klinkt bijna als het begin van een flauwe mop: ‘Wat is de relatie tussen een Engelse steengroeve en de meest voorkomende lijndiesellocomotief in West-Europa?’ Toch ligt de oorsprong van de opkomst van het locomotieftype JT42CWR, beter bekend als class 66, wel degelijk in het fraaie, glooiende landschap van oostelijk Somerset in Engeland. Die zelfde relatie leidde ook tot een van de interessantste en zeker kleurrijkste goederenstromen per spoor in Groot-Brittannië. Het sterke verhaal van Mendip Rail en waartoe de aankoop van een Amerikaanse switcher leidde.

Een DE3 van NS naar Denemarken

door P.W. van der Vlist

De Nederlandse DE3 11 in de loods van het depot Helgoland in Kopenhagen. Naast de DE3 staat het Deense motorrijtuig Mo 556; 11 augustus 1946. Foto: James Steffensen (verzameling Hans de Herder/SNR; archief Danish Railway Model Club).

In de grote collectie foto’s van de Stichting NVBS Railverzamelingen (SNR) bevinden zich enkele foto’s van James Steffensen. Het zijn fraaie plaatjes van een zo te zien mooi in de verf staande DE3 in wat een loods van een NS-werkplaats lijkt, met naast de DE3 een ’verdwaald’ buitenlands rijtuig. Het blijkt echter niet om een buitenlands rijtuig op bezoek in ons land te gaan, maar om een DE3 die stond geparkeerd in een Deense loods. Het treinstel bracht in 1946 een bezoek aan Kopenhagen met aan boord een gezelschap van ruim 120 man, waaronder een voetbalelftal en een muziekkapel. Verslag van een wel érg uitgebreide proefrit.

De Elektrische Staatsspoorwegen op Java

door Harry Hondius

Serie 3000 BBC/SLM op het nog niet vernieuwde station Passarsenen in 1925. Foto: BBC.

De Staatsspoorwegen op Java waren in veel opzichten technisch vooruitstrevend. Onlangs kwam de elektrificatie van het voorstadsnet rond Batavia aan de orde, maar ook voordien was er bij de SS al sprake van efficiënte competentie. Zo ontwierp de SS omstreeks 1916 het Javadraaistel, dat ook op de treinstellen van de ESSJ toepassing vond. Dit draaisteltype had een gecombineerde primaire vering van schroef- en bladveren en een wieg met bladveren, die een zo breed mogelijke veerbasis gaf. Dat was interessant voor brede rijtuigen op smalspoor (de spoorwijdte in Indië was Kaapspoor, 1067 mm). Het werd een wijdverbreid draaisteltype, vooral bij tramwegmaatschappijen.

Tatra’s in Duitsland, de actuele situatie

door Maurits van den Toorn

Een stel Tatra KT4-trams op de Alexanderplatz in het hart van Berlijn. Hoewel er steeds meer lagevloertrams worden afgeleverd, zal dit materieel hier nog een aantal jaren te zien zijn; 11 mei 2013. Foto: Maurits van den Toorn.

De trams van de Tsjechische fabrikant ČKD reden vroeger in zulke enorme aantallen in Oost-Europa dat het bijna vervelend werd. Een van de beste klanten van de firma was de vroegere DDR. De Tatra’s hier zijn in de jaren negentig vaak ingrijpend gemoderniseerd, maar inmiddels is het zover dat het ooit overal aanwezige materieel zowaar zeldzaam begint te worden. Een beknopt overzicht van de huidige situatie geeft inzicht in wat nog waar kan worden aangetroffen.

Het verzamelen van spoorkaartjes

door Gerrit C. van Straaten

In veel kleine stations behoort de verkoop van kaartjes tot het verleden. Niet alleen in Nederland; ook in andere landen zijn veel loketten gesloten en moet men zijn heil zoeken bij een automaat of bij het trein-personeel. In het niet meer bemande station van Björnfjell (N) aan de Ofotbane is nog een gaaf exemplaar met een dubbele ‘muizenval’ aanwezig;7 juli 2013.Foto: Sjoerd Bekhof.

Een stukje gekleurd karton, rechthoekig met een gaatje in het midden. Het Edmondsonkaartje gaf je toegang tot het perron, nog liever tot een fel begeerde treinreis. De droom van een schooljongen, zo’n dertig jaar geleden. En dan de kunst om na de reis zo’n trofee te mogen houden, want de spoorwegen waren zuinig en het karton kon worden hergebruikt. Over het verzamelen van trein- en tramkaartjes is in het meinummer 1932 van het NVBS Maandblad een kort artikel gepubliceerd door Egbert Vreedenberg, samen met zijn broer Hans een van de vroegst bekende verzamelaars van vervoerbewijzen binnen onze vereniging. Hij noemde daarin een aantal aspecten van deze toch redelijk exclusieve tak van de railhobby, die vandaag de dag nog steeds gelden. Want ondanks het gewenste kaartloos reizen zijn nog steeds vele soorten papieren plaatsbewijzen in omloop.