Op de Rails – 2012 – nr. 12 (december)

De Bayerische Oberlandbahn

door Frans Blanker

Drie Integral-trein stellen zijn op weg naar München Hbf en steken aan de zuidkant van München de Isar over; 1 november 2008.Foto: Wolfgang Mletzko.

Het vervoerbedrijf Bayerische Oberlandbahn is in 1998 opgericht door de Deutsche Eisenbahn Gesellschaft. Doel is het exploiteren van het reizigersvervoer op het gelijknamige netwerk, waarvan de aanbesteding net was gewonnen. Een innovatief exploitatieconcept en dito materieel in de vorm van zeventien Integraltreinstellen zorgden voor hoge verwachtingen. Door het splitsen van treindelen onderweg worden alle stations vanaf München Hbf rechtstreeks bereikbaar gemaakt. Voor dit exploitatiemodel is de inzet van snel koppelbare treinstellen een vereiste. Gekozen werd voor dieseltreinstellen van het type Integral S5D95, ontwikkeld en gebouwd door Integral Verkehrstechnik (IVT), een dochterbedrijf van Jenbacher Werke in Oostenrijk. De keuze was vooral ingegeven door de in de aanbesteding opgenomen eis Beierse bedrijven zoveel mogelijk bij de bouw van het materieel te betrekken en zo de lokale economie te stimuleren. Daardoor werd op het criterium ‘bijdrage aan de Beierse economie’ een groot voordeel op concurrent DB Regio behaald. Een dergelijke bevoordeling van de lokale industrie in een aanbesteding is tegenwoordig verboden.

De spoorwegdienstregeling 2013

door Hans Scherpenhuizen

Op 9 november 2012 nam de pers alvast een kijkje op station Kampen Zuid aan de Hanzelijn.Foto: Koen Brouwer.

De dienstregeling met ingangsdatum 9 december 2012 kenmerkt zich door een omvangrijke uitbreiding van het aantal treinverbindingen. Met de opening van de Hanzelijn is ruim vijftig kilometer nieuw spoor in gebruik genomen; het integreren van deze lijn leidde tot ingrijpende mutaties, waardoor het de grootste wijziging is van het spoorboekje sinds 2007. Tussen Groningen en Zwolle vond een frequentieverhoging plaats naar twee intercity’s (die alleen stoppen in Assen) en twee sprinters per uur. Dit was al eerder voorgenomen (in 2007 én 2010) maar is nu gerealiseerd. Tussen Eindhoven en Sittard rijdt nu ieder kwartier een intercity: twee keer per uur Eindhoven – Heerlen en twee keer per uur Eindhoven – Maastricht, dus zonder splitsen en combineren in Sittard. Tussen Deventer en Hengelo rijden nu ook meer treinen doordat de intercity naar Berlijn hier (zeven keer per dag) naast de binnenlandse intercity’s rijdt. Deze kreeg Amsterdam Centraal in plaats van Schiphol weer als beginpunt. Doordat de Fyra naar Brussel over de HSL ging rijden, veranderde ook het nodige in Zeeland.

De Antwerpse premetro

door Kars Cleveringa en Alex Krakowsky

De tunneluitrit op de linkeroever bij de halte Blancefloerlaan. Dit zal ook in de verre toekomst het westelijke uiteinde van het Antwerpse premetronet blijven. Inmiddels rijdt lijn 3 door naar Zwijndrecht; 10 februari 2001.Foto: Maurits van den Toorn.

In 1975 werd het eerste gedeelte van de Antwerpse premetro geopend tussen het Centraal Station en de Groenplaats. Uiteindelijk bouwde men dertienenhalve kilometer aan tunnels en negentien stations. Er zijn nu ruim acht kilometer en elf stations in dienst, de rest wacht nog steeds op afwerking en indienstneming. Het project valt inmiddels onder de noemer ‘nutteloze bouwwerken’. Er gloort hoop: waarschijnlijk in 2018 wordt nog drie kilometer in gebruik genomen. Zelfs dan is nog maar een gedeelte van de oorspronkelijke plannen gerealiseerd, want er was aanvankelijk sprake van drie assen, die exact het stratenpatroon volgden. Deze bevonden zich in het hartje van de stad. Er zou in totaal ruim dertien kilometer aan tramtunnels gegraven worden en er zouden achttien stations geopend worden – dit alles in het centrum van Antwerpen!

De nieuwe tunnels van Amsterdam C

door Michiel van Ballegoijen de Jong

De sporen 2, 3 en 4 van station Amsterdam C zijn tijdelijk opgebroken. Daardoor onstaat goed zicht op de werkzaam heden voor de westelijke passage, het overdekte deel van de midden tunnel en de oostelijke passage; 2 november 2012.Foto: Michiel van Ballegoijen de Jong.

‘Amsterdam Centraal het drukst bezochte monument van Nederland ondergaat een metamorfose’. Dit stond te lezen op de hekken langs de opgebroken sporen en het is niet te veel gezegd voor een rijksmonument waarmee met de grootste omzichtigheid moet worden omgegaan. Aan de buitenkant verandert weinig, maar des te groter zijn de aan passingen van de hal en onder de sporen. Het station heeft de laatste vijftien jaar veel moeten doorstaan: verbreding van de westtunnel, waarvoor de werkzaamheden begonnen in 1998, herstructurering van het emplacement, nieuwe beveiliging, verlenging van de perrons aan de westzijde, uitbreiding van het Ibis hotel over de sporen 1-43), voorbereidingen voor de aanleg van de Noord-Zuid metrolijn en de aanleg hiervan. En dan nu, als laatste grote ingreep, de bouw van twee nieuwe tunnels of passages, bestemd voor passanten van het centrum naar de veerponten aan het IJ en omgekeerd: ruim 35.000 per dag. Zij maken nu, net als het merendeel van de 185.000 dagelijkse reizigers, nog gebruik van de westtunnel. Maar straks als de OV-chipkaart-poortjes echt in functie komen, kan dat niet meer. De oplossing is een poortjesvrije passage.