Op de Rails – 2011 – nr. 7 (juli)

Het naoorlogse SBB-materieel: de elektrische locomotieven

door Raymond Kiès

De grootste serie elektrische locomotieven van de SBB is de Re 4/4 II. De Re 4/4 II 11206 rijdt de Muhrentunnel bij Gurtnellen in; 13 april 2007. Foto: Georg Trüb.

Tweede deel over de elektrische SBB-locomotieven, dat begint met de komst van de universele locomotief Re 4/4 II en recentere ontwikkelingen beschrijft: de ontwikkeling van een tweede type Gotthardloc, de Re 4/4 IV en de loc 2000, alias Re460.

Toronto, een unieke tramstad

door Brian Doucet

Het moderne Toronto met een CLRV op de in 1997 geopende lijn 510, op het kruispunt van King Street en Spadina Avenue. Dit kruispunt heeft een van de drie Grand Unionkruisingen van het tramnet; juni 2006.Foto: Brian Doucet.

-De tram heeft een lange geschiedenis in Toronto; de eerste elektrische trams reden hier al in de jaren negentig van de negentiende eeuw. De ongebruikelijke spoorwijdte van 1495 mm is tot op de huidige dag blijven bestaan. Als een van de eerste steden besloot het gemeentebestuur de exploitatie in gemeentelijke handen te nemen. In 1921 werd daartoe de Toronto Transportation (nu Transport) Commission gecreeerd die de private lijnen in en rond de stad overnam. In 1970 bevond Toronto zich in Noord-Amerika in een unieke positie: ooit grote tramsteden als Chicago, Los Angeles en New York hadden helemaal geen trams meer en in de steden waar de tram nog wel aanwezig was (Boston, Philadelphia, San Francisco, Pittsburgh) speelde die nog maar een kleine rol. In Toronto speelde de tram nog steeds een grote rol in veel wijken van de stad. Pogingen van het gemeentebestuur om dat te veranderen – de trams werden gezien als te langzaam en te ouderwets voor een moderne, grote stad als Toronto – liepen stuk op de onwil van de bevolking.

JHMD: smalspoor met toekomst

door Frans Blanker

Kenmerkend beeld bij de JHMD: diesellocomotief T47.005 met een Balm/u-rijtuig bij vertrek van de halte Dobesov; 11 mei 2010. Foto: Frans Blanker.

Zo’n twintig jaar geleden kwam een eind aan het communisme in Oost-Europa. Dit bracht grote veranderingen in het spoorweglandschap teweeg. Veel regionale lijnen kwamen in de gevarenzone terecht; een groot aantal daarvan werd opgeheven. De 760 mm-lijnen van de Tsjechische Jindrichohradecké Místní Dráhy (JHMD) in Zuid-Bohemen vormen een uitzondering. Zonder subsidies, maar met veel passie en betrokkenheid van het personeel lijkt de toekomst verzekerd. De JHMD exploiteert twee in Bosnisch smalspoor (760 mm) aangelegde lijnen, die beide hun beginpunt in Jindrichuv Hradec hebben. Op 18 december 1894 werd de concessie verleend voor de aanleg en exploitatie van de 33 kilometer lange lijn naar Nova Bystrice. De aanleg werd uitgevoerd door de AG Lokalbahn Neuhaus-Neubistritz (LNN); de Duitstalige naam van het bedrijf is te verklaren doordat dit deel van Tsjechië toen nog deel uitmaakte van de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Op 1 november 1897 werd de lijn, uiteraard met het nodige feestgedruis, in gebruik genomen. Het smalspoor werd in 1906 uitgebreid met de lijn Jindrichuv Hradec – Obratan.

RSTM, NwSM en HSM

door Dick van der Spek en Peter Kranenburg

Naast het nieuwe NZH-tramstation in Leiden staat het feestelijk versierde tramstel, de A8 met B2, gereed voor de officiële openingsrit naar Katwijk op 16 oktober 1911. Foto: verzameling Historisch Genootschap De Blauwe Tram.

Vervolg en slotgedeelte van de geschiedenis van de Rijnlandsche Stoomtram en opvolgers. De stoomtram wordt opgeheven en vervangen door de modernere elektrische tram van de NZH.