Op de Rails – 2010 – nr. 12 (december)

De spoorwegdienstregeling 2011

door Hans Scherpenhuizen

Door het aanleggen van een tweede spoor in Sneek Noord kan Arriva een twintigminutendienst aanbieden tussen Leeuwarden en Sneek; 13 november 2010. Foto: Wim Hoekema.

De nieuwe dienstregeling, die ingaat op 12 december 2010, brengt maar een beperkt aantal veranderingen met zich mee. Nieuwe stations zijn Houten Castellum en Emmen Zuid, waarbij het laatste vanaf april 2011 Emmen Bargeres vervangt. De opening van Giessendam West en Boven Hardinxveld volgt pas in de loop van het jaar. Syntus begint een regelmatige uurdienst tussen Hengelo en Bad Bentheim en Arriva gaat vanaf mei 2011 met de treinen naar Zuidbroek doorrijden naar Veendam.
Daartegenover staat dat er een einde komt aan iets wat voor de meeste lezers vanzelfsprekend zal zijn: het spoorboekje. Steeds meer reizigers bedienen zich langs digitale weg van de informatie over aankomsten en vertrekken en het spoorboekje vond steeds minder kopers. NS Reizigers heeft daarom besloten dat de verspreiding van de reisinformatie alleen nog maar digitaal zal geschieden, zij het niet alleen per station, maar ook in de vorm van complete tabellen die als pdf op de NS-website worden gezet.

Museummaterieel van de NMBS

door Arno Verhagen

In 2010 werd in België het 175-jarige bestaan van de spoorwegen gevierd. Als gevolg van een ongeval bij Buizingen heeft de Nationale Maatschappij van Belgische Spoorwegen afgezien van de voorgenomen eigen feestelijkheden. Toch was er in België nog heel wat te doen, ook op het gebied van het museummaterieel. Al organiseerde de NMBS geen festiviteiten, toch gaf de NMBS Holding aan diverse organisaties ondersteuning. Meer dan eens reed stoomlocomotief 29.013 voor pendelritten met een van de drie stammen historische rijtuigen.
Duidelijk is dat de NMBS Holding oog heeft voor het bewaren van historisch materieel. Toch wordt er wel kritisch gekeken, want inmiddels staan her en der in het land locomotieven, rijtuigen en wagens opgesteld ter lengte van ongeveer drie kilometer. Het is de bedoeling in 2011 een kilometer daarvan af te staan aan organisaties die zich inzetten voor het behoud van spoorwegmaterieel. Het gaat dan om langdurige bruikleen of verkoop, waarbij het niet uitgesloten is dat er materieel naar Nederland vertrekt. Een overzicht van wat er allemaal aan museummaterieel aanwezig is.

Het stoomfestival van de CFV3V trok in 2008 twee extra stoomtreinen. Uit Brussel kwam de NMBS Holding met een trein, getrokken door de 29.013. De trein van het TSP had Charleroi als beginpunt en de P8 64.169 als trekkracht. Walcourt, 27 september 2008.Foto: Arno Verhagen.

Klik HIER voor de bijlage bij dit artikel.

De tram in Valenciennes

door Gerard Stoer en Maurits van den Toorn

De nieuwe tram voor het station. Ook de vroegere tramlijn naar St. Amand liep over dit plein; 22 juli 2010. Foto: Maurits van den Toorn.

Naast een beschrijving van het materieel van het oude trambedrijf in dit tweede en laatste deel van dit artikel aandacht voor de nieuwe tramlijn, die precies veertig jaar na de opheffing van het eerste bedrijf van start ging. Valenciennes vormt het middelpunt van een agglomeratie met ongeveer 400.000 inwoners en de daarbij behorende verkeersproblemen. In de loop van de jaren negentig begonnen de autoriteiten daarom na te denken over een manier om het openbaar vervoer te verbeteren. Uiteindelijk leidde dat tot een plan met vier fasen. In maart 1998 viel het besluit tot de aanleg van voorlopig een tramlijn, waarvoor in juli 2001 de Declaration d’Utilité Publique werd verkregen. Er is nu één lijn tussen de universiteit en Denain, de voorbereidingen voor de aanleg van een tweede worden getroffen (het materieel ervoor is zelfs al besteld) en er wordt gedacht aan een derde lijn. Als ook die er is, zijn de belangrijkste takken van het eerste trambedrijf in ere hersteld.

De Riffelalptram

door Raymond Kiès

De twee motorrijtuigen van de Riffelalptram, gevoed door accu′s, arriveren bij het station van de Gornergratbahn; 19 augustus 2010.Foto: Raymond Kiès.

In de Walliser Alpen, op de grens van Zwitserland en Italië, ligt de Matterhorn. In het midden van de negentiende eeuw begon de strijd wie het eerst de 4478 meter hoge berg zou kunnen bedwingen. De pogingen de top te bereiken werden met veel belangstelling gevolgd, waardoor het plaatsje Zermatt, op 1620 meter gelegen aan de voet van de berg, langzaam maar zeker door toeristen werd ontdekt. Zermatt groeide daardoor uit tot een populair vakantieoord. In 1856 nam Alexander Seiler de eerste initiatieven voor een luxe hotel in de omgeving van Zermatt, 2222 meter boven de zeespiegel. In juli 1884 opende het hotel zijn deuren. Enkele jaren later werd in de nabijheid de Gornergratbahn aangelegd. Uiteraard had het Riffelalp-hotel graag gezien dat er naast de deur een station aan de Gornergratbahn zou komen. Dit bleek uit bouwtechnisch oogpunt echter niet mogelijk. Er kwam wel een station Riffelalp, maar dat lag enkele honderden meters van het hotel. Herr Seiler vroeg daarom een concessie aan voor de bouw van een tramlijn tussen het station en het hotel. Deze werd wel verleend en op 13 juli 1899, bijna een jaar na de opening van de Gornergratbahn, was de hoogste en waarschijnlijk ook kortste tramlijn van Europa een feit.