Op de Rails – 2008 – Nr. 1 (Januari)

Spoorwegen op Java

door Henry van Amstel

De Indonesische spoorwegen maken vrijwel uitsluitend gebruik van dieseltractie. Een personentrein arriveert in de laatste minuten daglicht te Yogyakarta.9 oktober 1994. Foto: Maurits van den Toorn.

-Java is het belangrijkste en dichtstbevolkte eiland van Indonesië. Hoewel slechts driemaal zo groot als Nederland, herbergt het 120 miljoen inwoners. Het spoorwegnet op Java omvat verbindingen tussen alle grote steden, van noord naar zuid en – wat op het langgerekte eiland belangrijker is – van oost naar west. In vergelijking met het dichte spoorwegnet dat Nederlands-Indië vroeger kende, is er echter veel verdwenen. Uitgezonderd de spoorlijnen in de stedelijke bebouwing van Jakarta, Bandung en Surabaya en een enkele uitloper ten oosten van Jakarta is het gehele net enkelsporig. Op sommige plaatsen zijn nog restanten uit de Nederlandse tijd aan te treffen. Uiteraard geldt dat voor veel stationsgebouwen, maar ook – vooral op Oost-Java – voor klassieke beveiliging. Een van de fraaiste stationscomplexen in dit opzicht is dat van Malang. Wie dit laatste nog wil zien, zal zich echter moeten haasten.

Restanten van de Halvezolenlijn

door Paul Henken

Trein 55008 Kijfhoek ”” Oosterhout Weststad passeert in juli 1995 wachterswoning 7 in Hooge Zwaluwe. Foto: Paul Henken

-De ruim 46 kilometer lange enkelsporige lijn vormde ooit de kortste verbinding tussen Rotterdam en ‘s-Hertogenbosch en kwam tussen 1886 en 1890 tot stand. Al in 1928 werd de concurrentie van particuliere autobusdiensten gevoeld, die zeker bijdroeg aan het staken van het reizigersvervoer op 1 augustus 1950. Goederentreinen bleven tot die datum gebruik maken van de gehele lijn; het gedeelte Geertruidenberg – Raamsdonk werd sindsdien niet meer bereden. NS staakte de exploitatie van de oostelijke tak (‘s-Hertogenbosch – Raamsdonk) per 28 mei 1972. Vanaf het resterende gedeelte Lage Zwaluwe – Geertruidenberg kreeg Oosterhout Weststad in 1976 een spooraansluiting, die ter hoogte van Made afsplitst. In Op de Rails van september 1999 kwam de geschiedenis van deze zogenoemde Halvezolenlijn uitvoerig voor het voetlicht. De ‘spoorzoeker’ kan anno 2007 bij een bezoek aan het tracé nog steeds het een en ander verwachten.

DR-locomotieven in Zwitserland

door Raymond Kiès

Een goederen-locomotief uit de voormalige DDR met een reizigerstrein in Zwitserland was ooit volstrekt ondenkbaar. De 250 252, in dienst van de SOB met een spitsuur-trein naar Zürich Hbf.Zürich Wiedikon; 29 april1991. Foto: Raymond Kiès.

-In het najaar van 2007 raakte elektrische locomotief Ae 476 012 van de Schweizerische Südostbahn (SOB) ernstig defect en het is vrijwel zeker dat de loc niet meer zal worden hersteld. Op zich is dit niet wereldschokkend, want bijna elke dag wordt wel ergens afscheid genomen van een locomotief of treinstel. In dit geval liggen de zaken anders, omdat het verscheiden van de Ae 476 012 het einde betekent van een tijdperk waarin elektrische locomotieven uit de voormalige DDR in Zwitserland reden. Het ging om locomotieven van de (DR-)series 242, 243 en 250, die na de Wende in hun ‘thuisland’ overtollig waren geworden door het instorten van het vervoer – en dat kwam goed uit, want de SOB zat op dat moment zo om locomotieven verlegen dat het al in kranten had geadverteerd. Aanvankelijk werden enkele locs gehuurd, maar midden jaren negentig werden er zo’n twintig stuks overgenomen.

Opkomst en ondergang van ’s werelds grootste tramfabrikant Ringhoffer Tatra ČKD

door Ciril van Hattum

Een klassiek beeld: de Praagse burcht met op de voorgrond een stel Tatra T3-trams, die al decennialang deel uitmaken van het straatbeeld.Mánesův Most, 1 maart 1998. Foto: Maurits van den Toorn.

Ruim anderhalve eeuw geleden werd in Praag door ene Franz Ringhoffer al een fabriek voor railvoertuigen opgericht. Gaandeweg specialiseerde de onderneming zich in de bouw van trams. Vooral na 1945 groeide het genationaliseerde en in CKD Tatra vernoemde bedrijf als kool en bouwde het in totaal zo’n 25.000 trams voor de meeste Oostbloklanden. Vooral het op de Amerikaanse PCC-car gebaseerde type T3 was daarbij uitzonderlijk succesvol, met name in de Sovjet-Unie waar het grootste deel van de productie heenging. Met een aantal modernere types had het bedrijf gaandeweg minder succes en na de omwenteling van 1989/’90 lukte het de firma uiteindelijk niet om op te boksen tegen de Westerse concurrentie. Toch worden er tegenwoordig opnieuw trams gebouwd in Tsjechië, zij het niet door (nazaten van) Tatra, maar door andere firma’s.

-Java is het belangrijkste en dichtstbevolkte eiland van Indonesië. Hoewel slechts driemaal zo groot als Nederland, herbergt het 120 miljoen inwoners. Het spoorwegnet op Java omvat verbindingen tussen alle grote steden, van noord naar zuid en – wat op het langgerekte eiland belangrijker is – van oost naar west. In vergelijking met het dichte spoorwegnet dat Nederlands-Indië vroeger kende, is er echter veel verdwenen. Uitgezonderd de spoorlijnen in de stedelijke bebouwing van Jakarta, Bandung en Surabaya en een enkele uitloper ten oosten van Jakarta is het gehele net enkelsporig. Op sommige plaatsen zijn nog restanten uit de Nederlandse tijd aan te treffen. Uiteraard geldt dat voor veel stationsgebouwen, maar ook – vooral op Oost-Java – voor klassieke beveiliging. Een van de fraaiste stationscomplexen in dit opzicht is dat van Malang. Wie dit laatste nog wil zien, zal zich echter moeten haasten.