Op de Rails – 2019 – nr. 4 (april)

Goederendienst Nederland

door Emiel de Block

In 2018 nam het totale goederenvervoer per spoor in Nederland iets toe. Zowel het aantal goederentreinen, de vervoerde volumes als het aantal gereden kilometers van alle goederentreinen lieten een stijgende lijn zien, met name veroorzaakt door lage rivierwaterstanden en omleidingen. Zoals de laatste jaren gebruikelijk wisselden in 2018 veel afnemers en logistieke bedrijven van vervoerder.

Tot half april reed Lineas acht maal per week een kalksteentrein van Yves-de-Gomezée in België door Nederland naar Millingen in Duitsland en leeg terug. De lege trein rijdt ter hoogte van de grens tussen Kaldenkirchen en Venlo met de locomotieven 7789 en 7786.
Foto: Rudi Liebrand.

Brusselse ontwikkelingen

door Luc Koenot

Het Brussels Gewest heeft sinds 1991 de strategie en investeringen voor het openbaar vervoer in eigen handen, zonder inmenging van andere regio’s. Het gewest heeft gekozen voor een sterk openbaar vervoer met metro en tram als ruggengraat van het net. Die keuze resulteerde in meer dan vijfentwintig jaar onafgebroken investeringen in infrastructuur, rijtuigen, exploitatie, comfort en reizigersinformatie.

Een lagevloertram van de serie 2000 onderweg op het nieuwe traject van lijn 8 tussen het Trammuseum en Roodebeek. Woluwelaan, 9 oktober 2018.
Foto: Luc Koenot.

Railerfgoed en samenwerking

door Jaap Nieweg en Kees Wielemaker

Al in 1910 werden de eerste plannen voor een Nederlands Spoorwegmuseum gesmeed, maar het zou tot 1927 duren dat die plannen werkelijkheid werden door middel van de oprichting van de Stichting Nederlandsch Spoorwegmuseum. Opmerkelijk daarbij was dat de basis van de collectie werd gevormd door een particuliere collectie, die bijeen was gebracht door G.W. van Vloten, ambtenaar bij de Staatsspoorwegen en eerste directeur van de stichting. Daarnaast werden, mede op aanraden van de NVBS, door de Nederlandse Spoorwegen enkele historisch belangrijke locomotieven bewaard, die nu nog in het Spoorwegmuseum kunnen worden bewonderd.

Tijdens de Dag voor de railmuseamedewerkers op 3 november 2018 bij de SHM was maar liefst materieel van vier organisaties aanwezig: van de Museumstoomtram Hoorn – Medemblik, de Stoomtrein Goes – Borsele, de Museum Buurtspoorweg en de Stichting Hondekop. Beter kan de samenwerking tussen en de bevlogenheid van de medewerkers van de railmusea niet in beeld worden gebracht!
Foto: Kees Wielemaker.

Stoom tussen Zwolle en Kampen Noord

door Paul Henken

In het artikel van Kasper Haar over het zogeheten Kamper lijntje (OdR 2018-5) wordt over de stoomlocomotieven die er hebben gereden in de NS-tijd, opgemerkt dat deze behoorden tot ‘diverse series’, zonder verdere toelichting. Ondanks het monopolie van de motortractie op deze voormalige NCS-lijn is er tot begin 1955 steeds stoom te zien geweest. Steevast was het depot Zwolle dat alle tractie verzorgde.

Tussen 1926 en 1935 deden C1-locomotieven serie 8400 dienst tussen Zwolle en Kampen. De 8403, die op een onbekende datum met twee ongevallenwagens in Zwolle voor de fotograaf poseert, hield zich vooral bezig met rangeerwerk op de eigen standplaats.
Foto: J. Quanjer, collectie HUA.

Van Kufstein naar Brenner

door Gerrit Nieuwenhuis

De Brennerspoorlijn is één van de meest tot de verbeelding sprekende verbindingen over de Alpen. De lijn kent een bewogen geschiedenis met aan de zuidzijde steeds wisselende grensplaatsen. Het treinverkeer is, zoals het een belangrijke internationale verbinding betaamt, ook in de huidige tijd zeer afwisselend. De bouw van de Brennerbasistunnel, die grote veranderingen in het spoorvervoer teweeg zal brengen, werpt zijn schaduw vooruit. Dit artikel is geheel gewijd aan het Oostenrijkse deel van deze belangrijke corridor.

De spoorlijn van Kufstein naar Brenner kent een omvangrijk goederenvervoer met een veelzijdig beeld van spoorwegmaatschappijen en locomotieftypes. Op 13 juni 2006 rijdt een trein met de locomotieven 185 531 en 185 510 van TX Logistik door St. Jodok.
Foto: Gerard van Buuren.