“Trams in Rusland tot 2016”

Een programma van Karel Hoorn

Na de revolutie van 1917 nam de communistische staat alle trambedrijven over. Steden met meer dan 100.000 inwoners kregen standaard een trambedrijf. Na de Tweede Wereldoorlog werden langzaam weer nieuwe trams aangeschaft, meestal van Russisch- en soms Oostduits fabricaat. De Comecon bepaalde dat nieuwe trams vooral uit Praag moesten komen (Tatra’s van CDK). Russische fabrieken van na de oorlog stonden in Riga, Ust-Katav en Leningrad. Al ras bleken de Tatra-trams van betere kwaliteit dan de Russische soortgenoten van de laatste twee fabrieken. Na 2000 ontstonden weinig succesvolle joint ventures met westerse trambouwers, die de Russische industrie wel de beschikking gaven over moderne techniek. De eigen fabrieken moderniseerden hun producten en de boycot samen met de lage roebel deden de import stranden. Grotere trambedrijven werpen zich nu op renovatie van de beste trams. De infrastuctuur blijft, vooral in kleinere steden ver achter, wat vaak tot opheffingen leidt. In de bestaande bedrijven is vaak nog een grote variëteit aan railgebonden werkwagens aanwezig. Er is ook aandacht voor trambedrijven in de voormalige Sovjet-satellieten, waaronder Oekraïne.

Illustratie