Railvervoer in België en Luxemburg

Presentatie door Bert van der Kruk

Let op, deze bijeenkomst is verplaatst naar 22 maart. In het gedrukte programmaboekje kan nog een oude datum staan.

Onze reis begint vanavond in Amsterdam, vanwaar de D284 ons naar België brengt. Na enkele historische opnamen van de internationale treinen die vroeger over de Oude Lijn reden bereiken we Brussel. Al snel wordt duidelijk dat een bezoek aan onze zuiderburen in de jaren zeventig en tachtig beslist de moeite waard was. Het elektrificatieprogramma is nog niet geheel voltooid en veel reizigerstreinen rijden nog met – voor Nederlandse begrippen – zware diesels. Ook dieselstellen en oudere elektrische locomotieven zijn nog volop in dienst.

We bezoeken oude trams in Brussel, Antwerpen, Gent, Verviers en Charleroi en de laatste restanten van de eens zo omvangrijke buurtspoorwegen in het grauwe industrielandschap van Henegouwen. We vervolgen onze reis naar Luxemburg, een klein maar zeer veelzijdig land, waar materieel uit vier landen te zien is. Ook hier gaan we de befaamde ‘Bolle Neuzen’ tegenkomen, maar ook het elektrische paradepaard van de Luxemburgers: de bruine ‘Krokodil’. Tijdens de rondreis door beide landen zullen ook de modernere tractie­soorten niet ontbreken.

Twee ‘Bolle Neuzen’ van de reeks 53 op de Athus-Meuselijn ter hoogte van Wiesme in 1989. Foto: Bert van der Kruk.

De elektrische tractie bij de Luxemburgse spoorwegen CFL werd verzorgd door de reeks 3600, die nagenoeg identiek is aan de Franse ‘Krokodillen’. Luxemburg, 1989.