Hoe de Amsterdamse tram overleefde – deel 3

Een presentatie door Karel Hoorn

Na twee seizoenen zal Karel vanavond proberen met dit derde deel zijn programma af
te ronden. We gaan opnieuw interactief verder met de tramgeschiedenis in Amsterdam, Drieassers verdwenen, nieuw materieel kwam. Het tramnet werd met subsidies uitgebreid. De conducteur keerde terug. Het materieelpark wordt eenvormiger door de aanschaf van 155 combino’s, Kinderziektes slaan zo hard toe dat alle wagens naar de "intensive care" van Siemens terug moeten. De oude geledes van het model 1956 en de luchtwagens verdwijnen, Enkele rekken hun leven in Poznan. Het lijnennet verandert weer. De zwakke lijn 6 sneuvelt. Een fraaie lijn 26 komt erbij. Intussen strijdt het GVB om zijn voortbestaan tegen de verliezen en raakt daarbij "out of control". Er is sprake van een hoog aantal uitvallende trams. Op bepaalde momenten rijden zelfs medewerkers van de Museumlijn diensten met hun eigen trams uit Rotterdam, Den Haag, Wenen en Kassel op de normale lijnen. Na veel zoeken is André Testa de Flamboyante directeur geworden. De reclametram verdwijnt, Wit en blauw is de nieuwe kleurstelling. Een aantal Blokkedozen gaan naar Sarajevo. Het bedrijf wordt zelfstandiger en begint in deze gewijzigde situatie winst te maken. De nieuwe combino’s vernielen de infrastructuur sneller. Er komt een chipkaart, vooral ten gunste van het bedrijf, Het passagiersbelang raakt ver op de achtergrond, op de voorgrond staan de managers met hun computers.