Hoe de Amsterdamse tram overleefde (deel 1, 1945-1970)

Presentatie van Karel Hoorn

Moede oude trams nemen het in de zomer van 1945 op tegen veel te veel reizigers. Hiervan bijgekomen en aangevuld met nieuwe drieassers staat in 1950 een aantal jaren met opheffingen voor de deur. De tram is ouderwets en de reiziger kiest voor brommer en auto. De gelede tram is een verrassing voor het publiek en doet hoop gloren. Rond 1960/61 keert het opheffingstij. De houding van de politie blijft echter anti-tram; steeds weer duiken er plannen op waarbij de tram uit bepaalde straten moet wijken. Acties pro-tram worden algemener en de gemeenteraad discussieert over nota′s tot wijziging van het tramnet. Begin 1968 verdwijnt de laatste tweeasser uit de reizigersdienst. Karel Hoorn presenteert een interactief programma: bezoekers kunnen aanvullingen geven en vragen stellen, waardoor ook het eindpunt van de avond flexibel is. Deel 1 wordt afgesloten met een sprong naar het heden met de Combino.

Kort na de oorlog was er in Amsterdam veel vraag naar openbaar vervoer. Rijtuigen 871+236-300 met trossen reizigers op de Linnaeusstraat op 14 juli 1945. (foto: verzameling Karel Hoorn).