Door onveilig sein: spoorwegongevallen en automatische treinbeïnvloeding

René Jongerius

Spoorwegongevallen spreken tot de verbeelding en dat geldt vooral voor ongevallen als gevolg van het rijden door onveilig sein: De eenzame machinist die een fout maakt en daarmee de levens van anderen in gevaar brengt. Al vroeg kwam de roep om hulpmiddelen om het rijden door onveilig sein te verhinderen. Niet alleen spoorwegingenieurs maar ook amateuruitvinders stortten zich op het onderwerp, maar meestal met weinig succes. Spoorwegdirecties hadden ook lange tijd weinig trek om in automatische treinbeïnvloeding te investeren.
In zevenmijlsstappen gaan we door de Nederlandse spoorweggeschiedenis. Per periode bekijken we welke ernstige ongevallen zich voordeden en tot wat voor ontwikkelingen dat leidde. Na de ramp bij Harmelen werd dat niet alleen een zaak van het spoorwegbedrijf maar ook van de nationale en zelfs internationale politiek. Zo eindigen we bij een spoorwegnet dat anno 2017 vier systemen voor automatische treinbeïnvloeding kent: ATB-EG, ATB-Vv, ATB-NG en ERTMS.

Schiedam. Foto: H. P. van Keulen.

Harmelen. Foto: J. A. Bonthuis.