Deutsche Bundesbahn van klassiek naar modern (deel 1)

Presentatie door Bert van der Kruk

De Deutsche Bundesbahn heeft altijd een grote aantrekkingskracht gehad op Nederlandse spoorweg­hobbyisten door de grote variatie in tractievoertuigen. Een tweedelig programma was dan ook noodzakelijk om hiervan een bij benadering volledig overzicht te geven over de afgelopen 50 jaar. Begin jaren zeventig waren in de nadagen van de stoomtractie toch nog zo’n 15 series actief, waaronder zelfs nog 2C1-sneltreinmachines. De series 44 en 50 hadden in de goederendienst nog aardig werk en in het Zwarte Woud maakten de P8 en 78 hun laatste kilometers, evenals de BR 23 rondom Crailsheim.

Minstens zo interessant zijn de oudere diesel- en elektrische locomotieven en treinstellen. In het hele land hebben de railbussen en V100’en en V200’en nog een belangrijk aandeel in het vervoer, en met de voortschrijding van de elektrificatie geldt dat eveneens voor de Einheits-elocseries uit de jaren vijftig, zoals de BR 110, 140, 141 en 150. Als laatste item van deze reis – die ons kris-kras door het mooie landschap van Duitsland voert tussen Westerland in het hoge noorden tot Basel in het zuiden – zien we de komst van de BR 103 waarmee een nieuw tijdperk begint waarin een snelheid van 200 km/h heel normaal wordt.

ETA 517 in Bad Ems, 1979. Foto: Bert van der Kruk.