Architectuur, railvervoer en nog meer …….. op Scheveningen

Frits Kwakkel

In 1818 stichtte Jacob Pronk een badhuis op Scheveningen. Er kwam een houten gebouwtje dat een ontvangstruimte en vier badkamertjes bevatte, waarin de deftige gasten baden in verwarmd zeewater konden nemen. Daarna werden de kuurders met een koetsje het water ingereden. Een badknecht of badvrouw dompelde de gasten snel even onder. Het badhuis wordt gezien als de start van Scheveningen als badplaats.
Binnen enkele tientallen jaren groeide Scheveningen uit tot een badplaats/kuuroord van internationale allure. Middelpunt werd het Gevers Deynootplein met er om heen luxe hotels, restaurants, cafés, tentoonstellingsgebouwen. Zelfs een kerk … de oude Badhuiskapel. In zee kwam een pier … het Wandelhoofd Wilhelmina.
Goed openbaar vervoer werd steeds belangrijker. De paardentram, een korte periode de accutram, gevolgd door de elektrische tram met bovenleiding. Verder de stoomtram en de trein.

Foto: ±1890, de paardentram komt aan op het Gevers Deynootplein.

Het is in meerdere opzichten de omgekeerde wereld. Seizoenen omgekeerd, zon op het noorden, klok in onze winter precies twaalf uren vooruit. Maar ondanks dat het aan de andere zijde van onze planeet ligt – ten opzichte van Nederland althans – is er heel veel herkenbaar. Abel Janszoon Tasman liet het na een onfortuinlijke eerste confrontatie met de Maori voor wat het is, de Engelsen hebben zich er wel gevestigd. En bouwden ook de nodige spoorlijnen. In het kort een overzicht van wat er heden ten dage aan personenvervoer per trein in dit land aanwezig is. Het lijkt mij leuk een impressie te laten zien over mijn reis naar (midden) Zweden en Noorwegen van januari jl. Tijdens deze reis heb ik e.e.a.op foto en film vastgelegd in winterse omstandigheden van zowel staats- als particuliere vervoerders. Daar het spoor in Nederland letterlijk bij één vlokje sneeuw ontregeld is, trekken de Zweden en Noorden zich weinig aan van de soms barre omstandigheden en rijden ongestoord door met hun degelijke locomotieven van de serie RC6 (SJ), Class MZ (# Inlandståg AB) en BM93/BM73 (NSB). Tevens heb ik in Trondheim een bezoek gebracht aan de Gråkallbanen, wat ooit de meest noordelijke tramlijn ter wereld was.. Eén van de bekendste toeristische attracties in Duitsland is wel het landschappelijk fraaie Rijndal tussen Keulen en Rüdesheim met de vele kastelen en historische dorps- en stadskernen. Maar ook voor de spoorweghobbyïst is dit een geliefd reisdoel om het drukke treinverkeer op de spoorlijnen die op de beide oevers het kronkelige verloop van de rivier volgen, te fotograferen. Naast het regionale en Intercityverkeer gaat dan de belangstelling vooral uit naar het gevarieerde goederenvervoer voor zowel het binnenlandse- alswel het transietvervoer tussen o.a. Italië, Zwitserland, Oostenrijk en de Noordzeehavens, waarbij DB en particuliere vervoerders voor de nodige afwisseling zorgen.
Hoewel er volop keuze is, genieten opnamen met de Rijn op de achtergrond of de imposante tunnelportalen natuurlijk de voorkeur.
Een korte impressie van dit alles wordt u gepresenteerd door Bert van der Kruk

De Rijn ter hoogte van Assmannshausen; 10 mei 2017. Foto: Bert van der Kruk

Een station is meer dan een plek waar treinen stoppen en vertrekken en forenzen zich naar hun werk haasten of ervan terugkeren. Het is een plaats van herinnering, waar mensen soms na jaren worden herenigd, en waar soms voor altijd afscheid wordt genomen. Waar liefdes beginnen of eindigen. En daartussen werkt het personeel – de rangeerders, de machinisten, de seinhuiswachters – stug door om alles vlot te laten verlopen. Naarmate je langer op een station komt, worden de herinneringen talrijker. Ook als het station teloor gaat blijven die bestaan. Hans van Lith kwam al als jongen op Den Haag Staatsspoor. Hij vergist zich nog wel eens als hij spreekt over Staatsspoor, terwijl hij Den Haag Centraal bedoelt.