Vanwege materieeltekort huurde NS van 1979 tot 1984 Duitse diesellocs: op 14 mei 1982 staat DB 216-151 in Enschede voor de trein naar Zwolle(foto: Evert Heusinkveld).

In 2015 konden we vieren dat 150 jaar geleden de spoorlijnen Almelo – Salzbergen en Zutphen – Hengelo in gebruik genomen werden door de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (SS). En in 2016 vieren we 150-jaar Hengelo – Enschede. Daarmee waren de eerste spoorwegen in Twente en de Achterhoek na vele mislukte plannen een feit.

In de volgende decennia ontstond een net van hoofd- en lokaalspoorwegen waarmee de streek ontsloten werd. De eerste plannen voor de aanleg van lokaalspoorwegen voorzagen in een lijn Winterswijk – Hengelo en Winterswijk – Zevenaar met als exploitant de HSM. In Enschede had zich een Comité ter bevordering van Spoorwegverbindingen met Enschede gevormd. In dit comité zaten de plaatselijke textielfabrikanten. Het comité wilde bereiken dat de spoorlijnen Boekelo – Enschede en Neede – Ruurlo – Doetinchem in de plannen werden opgenomen. Daardoor zou een concurrerende verbinding met de SS-lijn Zutphen – Hengelo – Enschede ontstaan en daarvan verwachtte men in Enschede verlaging van de vrachttarieven.

De aanvoer van kolen uit het Ruhrgebied via Winterswijk zou kunnen concurreren met de SS-overgang naar Gronau. In 1884 kwamen de door de Geldersch-Overijsselsche LokaalSpoorweg­maatschappij (GOLS) aangelegde lijnen Ruurlo – Neede – Hengelo en Winterswijk – Neede gereed en werden door de HSM in exploitatie genomen. In 1885 volgden de lijnen Boekelo – Enschede, Winterswijk – Doetinchem – Zevenaar en Ruurlo – Doetinchem. De HSM nam ook de door de NV Locaal Spoorweg Maatschappij Dinxperlo – Varsseveld (DV) gebouwde lijn Dinxperlo – Varseveld in 1904 en de door de Lokaalspoorweg- Maatschappij Neede – Hellendoorn (NH) aangelegde lijn Neede – Hellendoorn in 1910 in exploitatie.

Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in augustus 1914 kwam onder druk van de oorlogsomstandigheden in 1916 een belangengemeenschap tot stand tussen SS en HSM. Hierdoor werden voortaan de door de SS en HSM geëxploiteerde lijnen gemeenschappelijk als "Nederlandsche Spoorwegen” geëxploiteerd. Daarmee verviel de concurrentie tussen HSM en SS en bleef in de Achterhoek alleen het lokale vervoer, dat aanzienlijk verminderde, vooral in de crisis in de jaren 1930.

De fiets en de autobus waren een geduchte concurrent voor het lokale reizigersvervoer geworden. De autobus bracht de reizigers tot midden in de dorpen en was veel comfortabeler. Tussen 1936 en 1937 werd het reizigersvervoer op de lijnen van de GOLS, DV en NH opgeheven. Alleen Winterswijk – Zevenaar bleef in exploitatie, waarbij de treinen al sinds 1918 doorreden naar Arnhem. Autobussen van de Geldersche Tramwegen namen het vervoer over.
Het goederenvervoer bleef op delen gehandhaafd tot 28 mei 1972. Toen verviel de vervoerplicht wat betreft het goederenvervoer voor NS en werden vrijwel alle los- en laadplaatsen gesloten. Met het vervallen van het contractvervoer van graan naar de losplaats Aalten op 2 juni 1991, verdween het laatste goederenvervoer per spoor uit de Achterhoek.

Evert Heusinkveld zal in deze presentatie met historische beelden de ontwikkeling van het spoorvervoer in Twente en de Achterhoek belichten.

In Zenderen werd op verzoek van de bevolking in 1888 een stopplaats ingericht. Het stationnetje werd gesloten in 1941 en in 1960 gesloopt. Tegenwoordig zijn er plannen om het karakteristieke en cultuurhistorisch waardevolle stationgebouwtje te herbouwen (foto uit 1938).

Langs het perron van station Winterswijk staat Blauwe Engel DE2 naar Zutphen gereed. Op de voorgrond staan 3 x NS2200 diesellocs met een lege gasbuizentrein (foto: Evert Heusinkveld, 8 februari 1972).