Van tram naar station

Samengesteld door Ciril van Hattum

Vroeger kon je in bijna elke Nederlandse stad met de tram het spoorstation bereiken. Soms met een paardentram, soms met een stoomtram maar in veel steden ook al elektrisch. Nu er alleen nog in de vier grootste steden trambedrijven bestaan, lukt dit niet meer natuurlijk. Helaas hebben de plannen tot herintroductie van de tram in steden als Nijmegen en Groningen allemaal schipbreuk geleden. In deze serie, geput uit de onmetelijke voorraad waarover de SNR beschikt, oude plaatjes van een aantal plaatsen met de tram bij het plaatselijke NS-station. We gaan heel Nederland af, van noord tot zuid.


Motorwagen 4 van lijn 3 staat voor het Groninger Centraal Station. De Tweede Wereldoorlog is nog niet uitgebroken; het is 28 augustus 1936. Lijn 3 reed van de Grote Markt naar het Centraal Station.Precies vier jaar nadat de paardentram zijn intrede had gedaan werd op 1 maart 1910 het elektrische net in gebruik genomen. Motorwagen 4 behoort tot de eerste serie van zestien motorwagens die door MAN in Duitsland werden gebouwd. Er kwamen in totaal vijf tramlijnen plus een “kolenlijn” naar de gasfabriek. Eén van deze vijf lijnen was een buitenlijn met als eindpunt Haren De Punt.Foto: J.A. Bonthuis (129.175C)

Motorwagen 4 van lijn 3 staat voor het Groninger Centraal Station. De Tweede Wereldoorlog is nog niet uitgebroken; het is 28 augustus 1936. Lijn 3 reed van de Grote Markt naar het Centraal Station. Precies vier jaar nadat de paardentram zijn intrede had gedaan werd op 1 maart 1910 het elektrische net in gebruik genomen. Motorwagen 4 behoort tot de eerste serie van zestien motorwagens die door MAN in Duitsland werden gebouwd. Er kwamen in totaal vijf tramlijnen plus een “kolenlijn” naar de gasfabriek. Eén van deze vijf lijnen was een buitenlijn met als eindpunt Haren De Punt. Foto: J.A. Bonthuis (129.175C)

Groningen kende nog een tweede station, meestal aangeduid als “Halte NS” of “Noorderstation”. Ook hier kon je als reiziger per tram naar toe, getuige deze foto van de fraaie motorwagen 39 op lijn 1 aan het eindpunt bij dit station. Toen deze foto werd gemaakt was de Tweede Wereldoorlog al afgelopen: 3 september 1945. Het andere eindpunt lag aan de Esserweg. De Gemeente Tram Groningen schafte in 1921 dertien van deze rijtuigen aan (36-48) die door het Duitse HAWA werden geleverd. Helaas is er na de opheffing van het trambedrijf in 1949 geen een bewaard gebleven. De HTM bood echter uitkomst; zij had in hetzelfde jaar soortgelijke rijtuigen bij dezelfde fabrikant aangeschaft. Eén daarvan, nummer 267 en later pekelmotorwagen H16, werd in 1980 verbouwd tot museumwagen GTG 41.Foto: J.A. Bonthuis (129.189C)

Groningen kende nog een tweede station, meestal aangeduid als “Halte NS” of “Noorderstation”. Ook hier kon je als reiziger per tram naar toe, getuige deze foto van de fraaie motorwagen 39 op lijn 1 aan het eindpunt bij dit station. Toen deze foto werd gemaakt was de Tweede Wereldoorlog al afgelopen: 3 september 1945. Het andere eindpunt lag aan de Esserweg. De Gemeente Tram Groningen schafte in 1921 dertien van deze rijtuigen aan (36-48) die door het Duitse HAWA werden geleverd. Helaas is er na de opheffing van het trambedrijf in 1949 geen een bewaard gebleven. De HTM bood echter uitkomst; zij had in hetzelfde jaar soortgelijke rijtuigen bij dezelfde fabrikant aangeschaft. Eén daarvan, nummer 267 en later pekelmotorwagen H16, werd in 1980 verbouwd tot museumwagen GTG 41. Foto: J.A. Bonthuis (129.189C)

De sneltram uit Joure levert op deze foto reizigers af op het emplacement bij het NS-station te Heerenveen. Locomotief 44 trekt deze tram van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) die de meeste tijd ook in deze stad was gevestigd. De NTM exploiteerde vele paardentram- en later stoomtramlijnen. Nederlands laatste paardentram was ook van de NTM en reed tussen Harkezijl en Makkum, opgeheven op 16 juli 1930. Reizigersverkeer is in 1948 gestopt maar vele trajecten bleven liggen voor goederenvervoer. Het bekendst is de lijn Groningen-Drachten, waar ook de NVBS met een excursie nog aanwezig is geweest.Foto: J.A. Bonthuis (129.613C)

De sneltram uit Joure levert op deze foto reizigers af op het emplacement bij het NS-station te Heerenveen. Locomotief 44 trekt deze tram van de Nederlandsche Tramweg Maatschappij (NTM) die de meeste tijd ook in deze stad was gevestigd. De NTM exploiteerde vele paardentram- en later stoomtramlijnen. Nederlands laatste paardentram was ook van de NTM en reed tussen Harkezijl en Makkum, opgeheven op 16 juli 1930. Reizigersverkeer is in 1948 gestopt maar vele trajecten bleven liggen voor goederenvervoer. Het bekendst is de lijn Groningen-Drachten, waar ook de NVBS met een excursie nog aanwezig is geweest. Foto: J.A. Bonthuis (129.613C)

Op deze foto uit de oorlogstijd, 23 mei 1944, zien we een tram van de Eerste Drentsche Stoomtramweg Maatschappij (EDS) met een reizigerstram aankomen bij het NS-station van Dedemsvaart. We kijken achterop de tram met als laatste de rijtuigen AB 15 en AB 17. Kleinere plaatsen als Dedemsvaart hadden vroeger vaak een eigen tramwegmaatschappij, zoals hier de Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij (DSM) met een lijn naar Zwolle en nog andere in de omgeving. Persoonlijk heb ik moeite de EDS en DSM uit elkaar te houden omdat ze zo in elkaars gebied opereerden.Foto: J.A. Bonthuis (129.005C)

Op deze foto uit de oorlogstijd, 23 mei 1944, zien we een tram van de Eerste Drentsche Stoomtramweg Maatschappij (EDS) met een reizigerstram aankomen bij het NS-station van Dedemsvaart. We kijken achterop de tram met als laatste de rijtuigen AB 15 en AB 17. Kleinere plaatsen als Dedemsvaart hadden vroeger vaak een eigen tramwegmaatschappij, zoals hier de Dedemsvaartsche Stoomtramweg Maatschappij (DSM) met een lijn naar Zwolle en nog andere in de omgeving. Persoonlijk heb ik moeite de EDS en DSM uit elkaar te houden omdat ze zo in elkaars gebied opereerden. Foto: J.A. Bonthuis (129.005C)

Hier is zo'n tram van de DSM/EDS uit Dedemsvaart in Zwolle aangekomen op het tramstation vlakbij de NS. Als trekkracht zien we loc 26 “Emmer Compascuum”. Het is nog steeds oorlog: 26 augustus 1942.Foto: J.A. Bonthuis (129.001C)

Hier is zo’n tram van de DSM/EDS uit Dedemsvaart in Zwolle aangekomen op het tramstation vlakbij de NS. Als trekkracht zien we loc 26 “Emmer Compascuum”. Het is nog steeds oorlog: 26 augustus 1942. Foto: J.A. Bonthuis (129.001C)

Enschede had vroeger geen stadstrambedrijf maar een interlokale lijn in oostelijke richting naar de Duitse grens bij Glanerbrug. Deze lijn werd in 1908 geopend. De Twentsche Electrische Tramweg Maatschappij (TET) kocht in tegenstelling tot veel andere bedrijven de motorwagens niet in Duitsland maar in eigen land: in Den Haag bij Pennock en in Rotterdam bij Allan, negen in totaal. Veel van de aanhangwagens waren tweedehandsjes. Deze foto van motorwagen 1 is gemaakt voor het station in februari 1933, even voor de sluiting. Het lijkt erop dat enige tramliefhebbers zich daarom nog snel met hun geliefd vervoermiddel wilden laten vereeuwigen voor het te laat zou zijn.Foto: R.G. Klomp (1191.070A)

Enschede had vroeger geen stadstrambedrijf maar een interlokale lijn in oostelijke richting naar de Duitse grens bij Glanerbrug. Deze lijn werd in 1908 geopend. De Twentsche Electrische Tramweg Maatschappij (TET) kocht in tegenstelling tot veel andere bedrijven de motorwagens niet in Duitsland maar in eigen land: in Den Haag bij Pennock en in Rotterdam bij Allan, negen in totaal. Veel van de aanhangwagens waren tweedehandsjes. Deze foto van motorwagen 1 is gemaakt voor het station in februari 1933, even voor de sluiting. Het lijkt erop dat enige tramliefhebbers zich daarom nog snel met hun geliefd vervoermiddel wilden laten vereeuwigen voor het te laat zou zijn. Foto: R.G. Klomp (1191.070A)

Bij het Arnhemse spoorstation, om precies te zijn in de Utrechtse straat, zien we een tramstel van lijn 4. Op deze lijn rijden niet de nieuwste vierassige motorwagens maar oudere uit de begintijd. Motorwagen 16 dateert uit 1912 en is op dit moment, 22 mei 1944, dus al 32 jaar oud. Maar in de oorlog moest alles wat rijden kon dit ook doen. Aanhanger 52 is nog veel ouder en afkomstig van de Arnhemsche Tramweg Maatschappij, de voorloper van de Gemeentelijke Electrische Tram Arnhem (GETA). Deze exploiteerde vanaf 1880 paardentramlijnen in Arnhem en Velp en de 52 is uit de begintijd van déze maatschappij. Door hevige gevechtshandelingen moest het trambedrijf op 17 september 1944 worden stilgelegd. Er was te veel verwoest aan materieel en infrastructuur om de dienst na de oorlog te hervatten. Gelukkig rijden er nog altijd trolleybussen.Foto: J.A.Bonthuis (129.054C)

Bij het Arnhemse spoorstation, om precies te zijn in de Utrechtse straat, zien we een tramstel van lijn 4. Op deze lijn rijden niet de nieuwste vierassige motorwagens maar oudere uit de begintijd. Motorwagen 16 dateert uit 1912 en is op dit moment, 22 mei 1944, dus al 32 jaar oud. Maar in de oorlog moest alles wat rijden kon dit ook doen. Aanhanger 52 is nog veel ouder en afkomstig van de Arnhemsche Tramweg Maatschappij, de voorloper van de Gemeentelijke Electrische Tram Arnhem (GETA). Deze exploiteerde vanaf 1880 paardentramlijnen in Arnhem en Velp en de 52 is uit de begintijd van déze maatschappij. Door hevige gevechtshandelingen moest het trambedrijf op 17 september 1944 worden stilgelegd. Er was te veel verwoest aan materieel en infrastructuur om de dienst na de oorlog te hervatten. Gelukkig rijden er nog altijd trolleybussen. Foto: J.A.Bonthuis (129.054C)

Ook naburige stad Nijmegen heeft elektrische trams gekend die het tot 1956 hebben volgehouden. Als tiener heb ik nog het geluk gehad met mijn ouders een rit te kunnen maken met “bergspoorlijn” 2 naar Berg en Dal, een onvergetelijke ervaring. Als deze lijn nog zou bestaan, had Nijmegen er een toeristische attractie van formaat bij. Helaas. Maar in deze serie gaan we per tram naar het station, zo ook hier; motorwagen 8 staat al klaar op het Stationsplein om zo meteen naar St. Anna te vertrekken. De foto is gemaakt op 15 augustus 1948 toen de 8 al 37 jaar oud was. Het is de laatste uit de eerste serie elektrische motorrijtuigen uit 1911 (1-8). De spoorwijdte bedroeg 1067 mm en de bovenleidingspanning was hoger dan elders: 785 V vanwege de hellingtrajecten.Foto: : J.A. Bonthuis (129.328C)

Ook naburige stad Nijmegen heeft elektrische trams gekend die het tot 1956 hebben volgehouden. Als tiener heb ik nog het geluk gehad met mijn ouders een rit te kunnen maken met “bergspoorlijn” 2 naar Berg en Dal, een onvergetelijke ervaring. Als deze lijn nog zou bestaan, had Nijmegen er een toeristische attractie van formaat bij. Helaas. Maar in deze serie gaan we per tram naar het station, zo ook hier; motorwagen 8 staat al klaar op het Stationsplein om zo meteen naar St. Anna te vertrekken. De foto is gemaakt op 15 augustus 1948 toen de 8 al 37 jaar oud was. Het is de laatste uit de eerste serie elektrische motorrijtuigen uit 1911 (1-8). De spoorwijdte bedroeg 1067 mm en de bovenleidingspanning was hoger dan elders: 785 V vanwege de hellingtrajecten. Foto: : J.A. Bonthuis (129.328C)

Een lange tram van een motorwagen (77) met drie aanhangwagens van de Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij (NBM) is aangekomen op het tramstation van Amersfoort vanwaar het NS-station in een paar minuten is te bereiken. Bewoners van de streek tussen Zeist en Amersfoort konden sinds de elektrificatie van deze lijn in 1924 veel sneller het station bereiken. De 77 is van een serie van veertien door Werkspoor speciaal voor deze smalspoorlijn gebouwde vierassige motorwagens. Het rijtuig heeft zijn laatste jaren nog dienst gedaan bij de GETA. De NBM bestreek een groot gebied tussen Utrecht en Arnhem. Plaatsen als Zeist, Doorn, Amersfoort en Rhenen werden bediend.Foto: H.G. Hesselink (170.736A)

Een lange tram van een motorwagen (77) met drie aanhangwagens van de Nederlandsche Buurtspoorweg Maatschappij (NBM) is aangekomen op het tramstation van Amersfoort vanwaar het NS-station in een paar minuten is te bereiken. Bewoners van de streek tussen Zeist en Amersfoort konden sinds de elektrificatie van deze lijn in 1924 veel sneller het station bereiken. De 77 is van een serie van veertien door Werkspoor speciaal voor deze smalspoorlijn gebouwde vierassige motorwagens. Het rijtuig heeft zijn laatste jaren nog dienst gedaan bij de GETA. De NBM bestreek een groot gebied tussen Utrecht en Arnhem. Plaatsen als Zeist, Doorn, Amersfoort en Rhenen werden bediend. Foto: H.G. Hesselink (170.736A)

Op het Utrechtse Stationsplein zien we op deze foto motorrijtuig met nummer 36 ingetuigd als lijn 2B. Lijn 2 was een ringlijn die in beide richtingen werd bereden door lijn 2A in de ene en door lijn 2B in de andere richting. De gezamenlijke lengte in kilometers van de vijf tramlijnen bedroeg eveneens 36. Net als in de meeste andere tramsteden betrof het in Utrecht een gemeentebedrijf. Je krijgt echter de indruk dat de heren in het stadsbestuur niet zo veel op hadden met de tram. Op de twaalf motorwagens van Werkspoor uit 1927 na, bestond het materieel uit rijtuigen uit het begin van de Twintigste Eeuw aangevuld met tweedehands aangeschafte bijwagens. Geen wonder wellicht dat de laatste tram in januari 1939 heeft gereden.Foto: fotograaf onbekend (100.057)

Op het Utrechtse Stationsplein zien we op deze foto motorrijtuig met nummer 36 ingetuigd als lijn 2B. Lijn 2 was een ringlijn die in beide richtingen werd bereden door lijn 2A in de ene en door lijn 2B in de andere richting. De gezamenlijke lengte in kilometers van de vijf tramlijnen bedroeg eveneens 36. Net als in de meeste andere tramsteden betrof het in Utrecht een gemeentebedrijf. Je krijgt echter de indruk dat de heren in het stadsbestuur niet zo veel op hadden met de tram. Op de twaalf motorwagens van Werkspoor uit 1927 na, bestond het materieel uit rijtuigen uit het begin van de Twintigste Eeuw aangevuld met tweedehands aangeschafte bijwagens. Geen wonder wellicht dat de laatste tram in januari 1939 heeft gereden. Foto: fotograaf onbekend (100.057)

Amsterdam telt verschillende stations. Bij het Weesperpoortstation eindigde de tram van de Gooische Tramweg Maatschappij die de passagiers uit het Gooi op comfortabele wijze, maar niet elektrisch, naar de hoofdstad bracht. Het is een robuust geheel, deze motorwagen 17 met de 54 en 58 erachter. Tegenwoordig zouden we zoiets waarschijnlijk “light rail” noemen. De foto is gemaakt op 22 mei 1938.Foto: W.D.J. Cramer (119.324D)

Amsterdam telt verschillende stations. Bij het Weesperpoortstation eindigde de tram van de Gooische Tramweg Maatschappij die de passagiers uit het Gooi op comfortabele wijze, maar niet elektrisch, naar de hoofdstad bracht. Het is een robuust geheel, deze motorwagen 17 met de 54 en 58 erachter. Tegenwoordig zouden we zoiets waarschijnlijk “light rail” noemen. De foto is gemaakt op 22 mei 1938. Foto: W.D.J. Cramer (119.324D)

De meeste tramlijnen deden natuurlijk het Amsterdamse Centraal Station aan. De niet meer bestaande lijn 27 op deze foto uit 1968 toont een drieassig tramstel van een serie die het Gemeentevervoerbedrijf kort na de oorlog bij Werkspoor had besteld. Dit in tegenstelling tot Rotterdam en Den Haag die allebei ongeveer tegelijkertijd bestellingen deden voor vierassers. Motorwagen 916 heeft een zogenaamde “bloedneus” welke op een zwartwit foto moeilijk te zien is. Deze bloedneus gaf aan dat op de motorwagen geen conducteur meer dienst deed.Foto: J.W.A.Jekel (1129.825A)

De meeste tramlijnen deden natuurlijk het Amsterdamse Centraal Station aan. De niet meer bestaande lijn 27 op deze foto uit 1968 toont een drieassig tramstel van een serie die het Gemeentevervoerbedrijf kort na de oorlog bij Werkspoor had besteld. Dit in tegenstelling tot Rotterdam en Den Haag die allebei ongeveer tegelijkertijd bestellingen deden voor vierassers. Motorwagen 916 heeft een zogenaamde “bloedneus” welke op een zwartwit foto moeilijk te zien is. Deze bloedneus gaf aan dat op de motorwagen geen conducteur meer dienst deed. Foto: J.W.A.Jekel (1129.825A)

De “Noord-Zuid-Hollandsche” oftewel de NZH verzorgde het openbaar stadsvervoer in en rond Haarlem. Voor het station staat hier motorwagen A45 van lijn 4 klaar voor vertrek naar het andere eindpunt Leidschevaart. De NZH is een opvolger van de ENET, de Eerste Nederlandsche Electrische Tram. Zoals de naam al aangeeft: zij was de allereerste in ons land met elektrische trams, al aan het eind van de 19e eeuw. Op de foto zien we daar een mooi voorbeeld van: de A45 van plaatselijke fabrikant Beijnes dateert uit 1899. Deze oudjes gingen in 1934 uit dienst, dus het plaatje moet van voor die tijd zijn.Ondanks het feit dat de laatste tram in 1961 heeft gereden, spreekt “de blauwe” zoals de NZH vaak wordt genoemd nog altijd tot de verbeelding van veel hobbyisten. Misschien komt dat doordat velen deze trams hebben gekend: het netwerk liep van Alkmaar tot Den Haag.Foto: J.H.E. Reeskamp (188.912)

De “Noord-Zuid-Hollandsche” oftewel de NZH verzorgde het openbaar stadsvervoer in en rond Haarlem. Voor het station staat hier motorwagen A45 van lijn 4 klaar voor vertrek naar het andere eindpunt Leidschevaart. De NZH is een opvolger van de ENET, de Eerste Nederlandsche Electrische Tram. Zoals de naam al aangeeft: zij was de allereerste in ons land met elektrische trams, al aan het eind van de 19e eeuw. Op de foto zien we daar een mooi voorbeeld van: de A45 van plaatselijke fabrikant Beijnes dateert uit 1899. Deze oudjes gingen in 1934 uit dienst, dus het plaatje moet van voor die tijd zijn. Ondanks het feit dat de laatste tram in 1961 heeft gereden, spreekt “de blauwe” zoals de NZH vaak wordt genoemd nog altijd tot de verbeelding van veel hobbyisten. Misschien komt dat doordat velen deze trams hebben gekend: het netwerk liep van Alkmaar tot Den Haag. Foto: J.H.E. Reeskamp (188.912)

Het statige Staatsspoorstation aan de Rijnstraat heeft al jaren geleden plaats moeten maken voor het huidige Centraal Station in Den Haag, dat op dezelfde plek is verrezen. Voor het station lagen veel sporen voor de tramlijnen die hier hun beginpunt hadden. Er werd ook gerangeerd over deze sporen want er waren geen keerlussen. Op de foto van 9 juli 1949 zien we motorwagen 175 van lijn 1. Deze hoefde niet te rangeren want de nooit erg drukke lijn 1 reed meestal zonder aanhanger. Wel logisch dat deze lijn enige tijd later werd verbust. Allan-motorwagen 175 begon zijn leven in 1914 als RET 165 maar kwam in 1946 bij de HTM terecht als een van de veertien wagens die de HTM kort na de oorlog van Rotterdam kon overnemen om het materieeltekort te verminderen. Aan de lijnnummerfilm is zijn afkomst nog te herkennen.Foto: J.A. Bonthuis (109.957C)

Het statige Staatsspoorstation aan de Rijnstraat heeft al jaren geleden plaats moeten maken voor het huidige Centraal Station in Den Haag, dat op dezelfde plek is verrezen. Voor het station lagen veel sporen voor de tramlijnen die hier hun beginpunt hadden. Er werd ook gerangeerd over deze sporen want er waren geen keerlussen. Op de foto van 9 juli 1949 zien we motorwagen 175 van lijn 1. Deze hoefde niet te rangeren want de nooit erg drukke lijn 1 reed meestal zonder aanhanger. Wel logisch dat deze lijn enige tijd later werd verbust. Allan-motorwagen 175 begon zijn leven in 1914 als RET 165 maar kwam in 1946 bij de HTM terecht als een van de veertien wagens die de HTM kort na de oorlog van Rotterdam kon overnemen om het materieeltekort te verminderen. Aan de lijnnummerfilm is zijn afkomst nog te herkennen. Foto: J.A. Bonthuis (109.957C)

Rotterdam is weliswaar een grote stad, maar vijftig tramlijnen? De dakreclame geeft uitsluitsel: het RET-Mannenkoor bestond in 1968, het jaar van de foto, vijftig jaar. De 125 staat voor het fraaie station van Van Ravensteijn, dat net als in Den Haag plaats heeft moeten maken voor een volgende generatie. Rotterdam heeft stevig ingezet op de ontwikkeling van een metronet, maar gelukkig zijn er nog tramlijnen overgebleven. Na de totstandkoming van de Erasmusbrug is het tramnet zelfs fors gegroeid omdat de stadsdelen ten zuiden van de Nieuwe Maas nu weer konden worden bereikt.Foto: J.W.A. Jekel (1129.844A)

Rotterdam is weliswaar een grote stad, maar vijftig tramlijnen? De dakreclame geeft uitsluitsel: het RET-Mannenkoor bestond in 1968, het jaar van de foto, vijftig jaar. De 125 staat voor het fraaie station van Van Ravensteijn, dat net als in Den Haag plaats heeft moeten maken voor een volgende generatie. Rotterdam heeft stevig ingezet op de ontwikkeling van een metronet, maar gelukkig zijn er nog tramlijnen overgebleven. Na de totstandkoming van de Erasmusbrug is het tramnet zelfs fors gegroeid omdat de stadsdelen ten zuiden van de Nieuwe Maas nu weer konden worden bereikt. Foto: J.W.A. Jekel (1129.844A)

Dit is een heel bijzondere foto, want gewoonlijk was het niet zo druk met trams voor het Vlissingse NS-station. Het is bekend dat van alle Nederlandse verenigingen de ANWB de meeste leden heeft. Dat het er negentig jaar geleden ook al redelijk veel waren, bewijst deze foto. Elk jaar werd een zogenaamde Bondstocht georganiseerd, en deze ging in 1924 gedeeltelijk per tram. We zien twee convooien van motorwagen met drie aanhangers voor het station klaar staan. Waarschijnlijk kwamen en gingen alle aanwezige bondsleden per trein van en naar huis. Een politieagent of militair met fiets houdt toezicht. Op Walcheren reed tot oktober 1944 een elektrische tram tussen Middelburg en Vlissingen Stad, met een zijlijn naar het excentrisch gelegen NS-station. Evenals in Arnhem waren gevechtshandelingen de oorzaak van de stillegging.Foto: M. van Witsen (295.137D)

Dit is een heel bijzondere foto, want gewoonlijk was het niet zo druk met trams voor het Vlissingse NS-station. Het is bekend dat van alle Nederlandse verenigingen de ANWB de meeste leden heeft. Dat het er negentig jaar geleden ook al redelijk veel waren, bewijst deze foto. Elk jaar werd een zogenaamde Bondstocht georganiseerd, en deze ging in 1924 gedeeltelijk per tram. We zien twee convooien van motorwagen met drie aanhangers voor het station klaar staan. Waarschijnlijk kwamen en gingen alle aanwezige bondsleden per trein van en naar huis. Een politieagent of militair met fiets houdt toezicht. Op Walcheren reed tot oktober 1944 een elektrische tram tussen Middelburg en Vlissingen Stad, met een zijlijn naar het excentrisch gelegen NS-station. Evenals in Arnhem waren gevechtshandelingen de oorzaak van de stillegging. Foto: M. van Witsen (295.137D)

Noord-Brabant timmert tegenwoordig behoorlijk aan de weg en wil graag de Randstad evenaren, maar in het verleden stelde deze provincie, tenminste op tramgebied, minder voor. Immers, met Friesland en Drenthe is het de enige provincie zonder elektrisch trambedrijf in het verleden. Daarom hier een heel oude foto, uit 1903, met paardentram 34 die het station van ′s-Hertogenbosch (Ed. Cuypers; 1896) met de binnenstad verbond. Omdat het stadsbestuur geen stoomtrams toestond, moesten reizigers uit Vught bij het station overstappen. Dit is sindsdien al tweemaal vernieuwd maar het enige dat onveranderd bleef is het Drakenmonument. Gezien het vele publiek er omheen is de foto waarschijnlijk gemaakt bij de onthulling ervan.Foto: verz. W.J.M. Leideritz

Noord-Brabant timmert tegenwoordig behoorlijk aan de weg en wil graag de Randstad evenaren, maar in het verleden stelde deze provincie, tenminste op tramgebied, minder voor. Immers, met Friesland en Drenthe is het de enige provincie zonder elektrisch trambedrijf in het verleden. Daarom hier een heel oude foto, uit 1903, met paardentram 34 die het station van ′s-Hertogenbosch (Ed. Cuypers; 1896) met de binnenstad verbond. Omdat het stadsbestuur geen stoomtrams toestond, moesten reizigers uit Vught bij het station overstappen. Dit is sindsdien al tweemaal vernieuwd maar het enige dat onveranderd bleef is het Drakenmonument. Gezien het vele publiek er omheen is de foto waarschijnlijk gemaakt bij de onthulling ervan. Foto: verz. W.J.M. Leideritz

Als laatste de provincie Limburg, waar Heerlen in de tijd van de Staatsmijnen die er hun hoofdkantoor hadden, erg belangrijk was. Op het beginpunt aan het Stationsplein staat motorwagen 607 gereed voor vertrek naar Brunssum. Het elektrische net strekte zich uit tot Sittard. Sommige NVBS-ers zullen zich dit materieel nog herinneren, ondanks dat deze lijnen in 1950 hun diensten staakten. De HTM heeft namelijk een aantal motor-en aanhangwagens overgenomen voor haar buitenlijnen, waar zij tot 1963 dienst hebben gedaan. Eén ervan is als museumwagen bewaard gebleven en opgenomen in het bestand van het Haags Openbaar Vervoer Museum, nummer 90.Foto: J.A. Bonthuis (129.418C)

Als laatste de provincie Limburg, waar Heerlen in de tijd van de Staatsmijnen die er hun hoofdkantoor hadden, erg belangrijk was. Op het beginpunt aan het Stationsplein staat motorwagen 607 gereed voor vertrek naar Brunssum. Het elektrische net strekte zich uit tot Sittard. Sommige NVBS-ers zullen zich dit materieel nog herinneren, ondanks dat deze lijnen in 1950 hun diensten staakten. De HTM heeft namelijk een aantal motor-en aanhangwagens overgenomen voor haar buitenlijnen, waar zij tot 1963 dienst hebben gedaan. Eén ervan is als museumwagen bewaard gebleven en opgenomen in het bestand van het Haags Openbaar Vervoer Museum, nummer 90. Foto: J.A. Bonthuis (129.418C)


16 mei 2014