Museumsbahn Blumberg, Sauschwänzlebahn

Samengesteld door Rudi Liebrand

In Zuid-Duitsland, even ten noorden van de Bodensee, pendelt de Museumsbahn Blumberg over een route die doet denken aan de Berninaspoorlijn in Zwitserland. Met veel bogen, enkele keertunnels en verschillende viaducten overbrugt deze lijn een hoogteverschil van 231 meter tussen Blumberg-Zollhaus en Weizen. Hemelsbreed is het ongeveer 10 km, het spoor is daarentegen 25 km lang. Het tracé Blumberg-Zollhaus – Weizen is het middenstuk van de Wutachtalbahn, dat vanwege de kronkelige vorm de naam Sauschwänzlebahn (varkensstaart) kreeg.

De Wutachtalbahn werd in 1890 om militairstrategische redenen (conflicten met Frankrijk) aangelegd. De lijn werd enkelsporig aangelegd en om de acht kilometer kwam er- met het oog op het kruisen van militaire treinen – een station met een lang kruisingsspoor, ook wanneer er geen dorp in de buurt was. Alle stations werden standaard uitgevoerd. De bruggen waren berekend op het gewicht van de zwaarste kanonnen uit die tijd. Tunnels en bruggen waren voorbereid op dubbelspoor, dat er overigens nooit gekomen is. Het spoorverkeer op de deze lijn is – ook tijdens oorlogen – niet zeer intensief geweest.

In 1976 werd ook op het laatste stukje van de lijn het personenvervoer beëindigd, waarna in 1977 de Museumsbahn tussen Blumberg-Zollhaus en Weizen, op de Sauschwänzlebahn van start ging. Op het noordelijke gedeelte van de Wutachtalbahn is in 2004 het personenvervoer herstart. Op het zuidelijke gedeelte rijden op dagen dat de Museumsbahntrein rijdt, twee treinenparen.


Kaartje van de Sauschwänzlebahn. Bron: Folder Sauschwänzlebahn.

Loc BB 262 is klaar voor vertrek vanuit Blumberg-Zollhaus. De Museumsbahn Blumberg rijdt de stoomtreinritten met loc BB 262, een unieke loc. In 1950 werd door Henschel in Kassel een ontwerp gemaakt voor een nieuwe moderne 1’D 1’-stoomlocserie 83 voor de DB. Maar de stoomloc werd door de tijd ingehaald, de dieselloc had de toekomst, en type 83 werd niet meer in productie genomen. In 1954 bouwde Henschel op basis van dit concept toch twee locomotieven. Een van beide kwam in dienst van de Frankfurt – Königsteiner Eisenbahn AG (FKE) als FK 262 tot ze 1969 buiten dienst ging. Na allerlei omzwervingen kwam de loc in 2015 onder de naam BB 262 (“Bahnbetriebe Blumberg”) in dienst bij de Museumsbahn Blumberg.

Staande bij station Epfenhofen kun je de trein maar liefst op vijf verschillende locaties zien rijden. Wel handig voor een fotograaf. De trein uit Blumberg is allereerst te zien bij de passage van het ‘Biesenbachviadukt’ (L 252.5, H 24 m).

Nogmaals het ‘Biesenbachviadukt’. Op de voorgrond liggen de rails richting Fützen; die deze trein een minuut of acht later zal berijden.

De tweede locatie is in de grote boog die de trein maakt aan de oostzijde van station Epfenhofen.

De ‘Talübergang Epfenhofen’ is het langste (264 m) en hoogste (34 m) viaduct van de Sauschwänzlebahn.

Via dit viaduct (derde locatie) rijdt de trein weer noordwaarts naar station Epfenhofen.

Hier is goed zichtbaar dat deze brug ingericht is voor dubbelspoor, maar dat is er nooit gekomen.

De stations met een kruisingsspoor zijn voorzien van een klassieke beveiliging, zoals hier bij Epfenhofen.

De vierde fotolocatie is station Epfenhofen zelf.

Na station Epfenhoven buigt de lijn naar het westen; deze boog vormt de vijfde locatie. Op de achtergrond is weer het ‘Biesenbachviadukt’ te zien.

Nadat de loc op het eindpunt bij station Weizen is omgelopen, rijdt deze de retourtocht met ketel vóór. Aankomst bij station Lausheim-Blumegg.

Vertrek bij Lausheim-Blumegg. Een man met een vlag vervangt de overwegbomen.

Hierna volgt de ‘Weiler Kehrtunnel’ (180 graden), de ‘Wutachbrücke’ (L 107.5 m, H 28m), de ‘Grimmelshofener Tunnel’ en de ‘Stockhalde Kreiskehrtunnel’ (360 graden). Vóór de trein station Fützen bereikt, passeert hij nog de ‘Talübergang Fützen’ (L 153 m, H 28 m).

Nog een keer de ‘Talübergang Fützen’.

Gezellige drukte op station Fützen, waar de trein geruime tijd pauzeert.

Nogmaals station Fützen.

In Fützen liggen verschillende zijsporen. Op een ervan staat een van de diesellocs die de Museumsbahn rijk is: Köf 4607, gebouwd door Krupp in Essen in 1934.

Bij vertrek uit Fützen wordt stevig ‘gas’ gegeven.

Na Epfenhofen (station achter het viaduct zichtbaar) moet nog een keer aangezet worden om het hoogteverschil van 47 m tussen Epfenhofen en Blumberg-Zollhaus te overbruggen. ‘Talübergang Epfenhofen’.

De ‘Talübergang Epfenhofen’ ten voeten uit.

De Museumsbahn rijdt frequent; in het seizoen van eind mei tot midden oktober rijdt deze loc twee retourritten op vrijdag tot en met zondag en één retourrit op donderdag. Daarnaast zijn er nog verschillende speciale en dieselritten.

Terug in Blumberg, rijdt de loc om, wordt van water voorzien en klaargemaakt voor de middagtocht.

Bij station Blumberg-Zollhaus is een klein spoorwegmuseum ingericht. Er staan twee oude stoomlocs. In de vroegere goederenloods treft men foto’s aan, documenten, gereedschappen, borden/opschriften en een maquette van de Sauschwänzlebahn.

Het meest imposante van het museum is het Stellwerk (seinhuis) dat voorheen in Konstanz stond. Er staan twee bloktoestellen, enkele tientallen handels en alles is met elkaar verbonden via een opengewerkt linealenstelsel. Foto hierboven: een van de bloktoestellen. Foto hieronder: enkele van de handels.

Het opengewerkte linialenstelsel.

In het station van Blumberg Zollhaus is de huidige bedieningspost te bezichtigen. Twee windwerken voor een overweg, een bloktoestel en enkele handels. Van hieruit worden handmatig de rijweg ingesteld, en worden wissels en seinen aan de westzijde bediend. De bediening van de seinen aan de oostzijde (waar de Museumsbahn in de regel niet komt) was in juli 2018 in voorbereiding maar nog niet in bedrijf.

Een deel van de in gebruik zijnde handels.


3 augustus 2018