Sporen uit het Verleden 18: de Haarlemmermeer
door Frank Hoogenboom
Inleiding, even wat geschiedenis
Op de ochtend van de Algemene Ledenvergadering, 7 april 2018, had de SNE weer een mooie korte spoorzoekers-excursie uitgezet, dit keer langs het net van de voormalige Hollandsche Electrische SpoorwegMaatschappij (HESM). Deze maatschappij, opgericht op 6 mei 1898 te Amsterdam, had plannen om in het gebied tussen Amsterdam, Haarlem, Leiden en Utrecht een net van elektrische spoorlijnen aan te leggen. Grote broer HSM zag de maatschappij als een ongewenste concurrent en kocht daarom nog voor de aanleg van het net was begonnen de meerderheid van de aandelen. Tenslotte realiseerde de HESM een net van lokaalspoorlijnen met een lengte van in totaal 110 km, dat vanaf het begin door de HSM met stoomtractie werden geëxploiteerd. Het net werd geopend tussen 1912 en 1918 en het merendeel ervan leed een kwijnend bestaan. In 1936 werd ruim de helft alweer gesloten en na 1950 was er nergens personenvervoer meer. Het resterende deel leverde NS nog nuttige diensten bij de bouw van de Schiphollijn en voor de afvoer van materieel naar de bekende sloperij van Koek, maar op 1 juni 1986 werd ook dat geschiedenis met de sluiting van het laatste stuk: Uithoorn – Nieuwersluis. De Elektrische Museumtramlijn Amsterdam (EMA) rijdt nu tussen het Haarlemmermeerstation en Bovenkerk met het elektrische materieel waar plannenmaker ir. Sanders destijds misschien wel van droomde. Tijdens onze excursie deed het gerucht de ronde dat de gemeente Amsterdam plannen heeft om een belangrijk deel van het terrein bij het Haarlemmermeerstation te bebouwen, wat de EMA zijn remise zou kunnen kosten. 100 jaar na dato doemen dus weer donkere wolken op voor het laatste deel van de Haarlemmermeerlijnen waar nog spoor ligt… Zie https://www.museumtramlijn.org/ voor nadere informatie en een petitie!
Station Rijksstraatweg, wie heeft er tegels over?
Voor de excursiedeelnemers stond dit keer een uit de kluiten gewassen touringcar van Connexxion gereed bij station Haarlem Spaarnwoude. De bus was volbezet, naar verluidt moest een enkeling zelfs teleurgesteld worden. Allereerst togen wij richting Haarlem alwaar onze chauffeur zijn stuurmanskunsten alvast bewees met een korte kering die ons langszij het voormalige station Rijksstraatweg bracht. We gingen er niet op bezoek, maar voor wie er meer van wil weten: de huidige eigenaar heeft het schitterend gerestaureerd en houdt een prachtige website bij: http://www.christiaanrasch.nl/stationrijksstraatweg/.
Onze deskundige begeleider was deze keer journalist Wim Wegman die enkele boeken over de restanten van de Haarlemmermeerspoorlijnen op zijn naam heeft staan en inmiddels vele bewoners van bewaard gebleven stations, haltes en spoorwoningen heeft gesproken. Hij vertelde ons dat de eigenaar van station Rijksstraatweg nog altijd op zoek is naar historisch verantwoord materiaal om het mooie tegeltableau te herstellen dat het station siert, maar dat helaas door een eerdere eigenaar bruut is doorboord voor de afvoer van een wasemkap…
Hoewel de Haarlemmermeerlijnen in een tegenwoordig behoorlijk verstedelijkt gebied zijn aangelegd, is er zowel van de lijnvoering als van de gebouwen nog heel wat bewaard gebleven. Op flinke delen van het net liggen nu fietspaden, andere zijn weg geworden en er is zelfs een deel waar met gevoel voor functionaliteit een busbaan is aangelegd.
Vijfhuizen, monumentaal station, de HESM als fortwachter
Tot onze eerste stop, bij Vijfhuizen, slingerden we per bus rond het tracé tussen Haarlem en Hoofddorp dat intussen via GoogleMaps prima te volgen was! Bij Vijfhuizen konden we vanaf de Geniedijk waarachter de lijn ooit met gevoel voor de belangen van defensie was neergelegd, het voormalige station – nu gelukkig een monument – op de gevoelige plaat vastleggen! Intussen vertelde Wim dat hij in het archief van de bouw van de spoorlijn tot zijn verwondering een bestek voor een fortwachterswoning had gevonden. Ooit had de HESM de woning moeten bouwen omdat de oorspronkelijke woning door het spoortracé van het fort zou worden afgesneden. Dat de nieuwe woning kwalitatief veel beter was dan de oude, sprak ook in die tijd al vanzelf. Nadat we de Wilhelminaboom bij de ingang van de stationstoerit er ook nog even op gezet hadden, ging het door richting Hoofddorp.
Hoofddorp, de coupure en vergane allure
Te Hoofddorp stopten we bij de plek aan de Kruisweg waar ooit de lijn Hoofddorp-Leiden de Geniedijk had gekruist. Op deze plaats waren nog de coupure en de fundamenten van de schotbalkloods te zien én de landhoofden van een brug, dit alles aangelegd voor de lijn Hoofddorp-Leiden. Wim hield hier een pleidooi voor meer cultuurhistorisch besef bij de gemeente, hetgeen gezien de deplorabele staat van deze kunstwerken wel op zijn plaats was!
Ook voor restauratie van het voormalige HESM-station van Hoofddorp dat we daarna passeerden, had de gemeente in ieder geval geen aandacht gehad, dus consequent is ze wel.
Van Hoofddorp richting Aalsmeer ligt het spoortracé wederom als een groen lint in het landschap en stelde de ontwerper van onze route, Ronald Bokhove, de stuurmanskunst van onze chauffeur weer op de proef door er zoveel mogelijk in de buurt te komen om alle resten te kunnen bekijken. Wellicht is het tracé hier goed bewaard gebleven dankzij de aanleg van een grote drinkwatertransportleiding in het talud.
Naar Aalsmeer op open-huizendag, goed idee!
Naar Aalsmeer nu. Op dit deel van het tracé liggen dus de nodige leidingen en er loopt even géén fietspad. Toch konden we waarnemen dat er een uit de kluiten gewassen viaduct over de oude loop is gebouwd dat de nieuwe Schiphollijn draagt. Uit respect misschien?
Dan nu het tragische relaas van Woning 4 ofwel de halte Aalsmeerderweg. Prachtige naam, mooi pand, het heeft heel wat geschiedenis aan zich voorbij zien trekken. Gebouwd voor de HESM is het een fraai gebouw geweest met mooie vormen en weer zo’n prachtig tegeltableau dat we bij alle haltes en stations langs de lijn aantroffen. In ons Speurboekje, dat traditioneel bij de start wordt uitgereikt en de belangrijkste foto’s en feiten vermeldt, staat een foto van het gebouw die in 1961 is gemaakt door Roef Ankersmit. Het uitzicht is er nog vrij, alleen is er geen rails meer te bekennen. Tegenover de halte is eerst in de oorlog door de bezetter van hieruit een zijlijntje naar Schiphol gebouwd vanwaar zij met grote raketten Engeland hadden willen bestoken. Bij mijn weten is dat plan door de geallieerden verijdeld. Na de oorlog verdween het lijntje en ook de hoofdlijn naar Aalsmeer en groeide en groeide Schiphol waarbij het gebouw ongeveer onder de Kaagbaan kwam te liggen, terwijl er een ontsluitingsweg voor met name de bus langs het terrein werd gelegd. Dat laatste kwam ons reizigers nu van pas, maar met al die ontwikkelingen is het geen wonder dat alle pogingen van een nieuwe eigenaar om het als woning te verkopen gedoemd waren te mislukken. Bij onze komst was de begroeiing inmiddels zo ver opgerukt dat het alleen met wat omrijden nog mogelijk was er meer dan een glimp van op te vangen. Op de deur een bordje dat er asbest in het pand zat. Een roemloos einde lijkt in het verschiet te liggen. Richting Aalsmeer ging het eerst naar de plek waar ooit een grote (draai)brug over de Ringvaart had gelegen. Er was helemaal niets meer van te zien, al hoopte Wim nog stilletjes dat aan de overkant van de vaart, waar nu de padvinders hun domicilie hebben, iemand ooit nog iets van restanten in het struikgewas zou weten te vinden. Me dunkt ijdele hoop. Intussen vergde deze poging om van niets iets te maken wel de nodige stuurmanskunst van onze chauffeur die daarbij een verkeersdeelnemer over het hoofd zag. Een kwaaie kop was zijn deel.
Dan maar Aalsmeer in waar we halt hielden bij het voormalige station dat na een dip in de jaren 70 inmiddels weer in volle glorie aanwezig was. Aan de verkeerde (straat)kant van het gebouw getooid met een bijna onafscheidelijke Sik en aan de perronkant geheel bebouwd waarbij de gekozen straatnamen – o ironie – het spoorse verleden levend zouden moeten houden. Hier werden we beloond voor onze komst met een kijkje in het huidige interieur van het station dat nu bij een makelaar in gebruik is. In het kader van de open-huizendag was het kantoor in vol bedrijf (dat wil zeggen dat de eigenaar buiten aan zijn auto stond te klussen, maar kniesoor die op dat detail acht slaat). Natuurlijk waren we welkom! Er waren niet veel originele details meer, wellicht doordat het na sluiting van de spoorlijn als politiebureau is gebruikt én een fikse brand heeft moeten doorstaan. Maar de vreugde was er niet minder om, de muren waren wel min of meer behangen met platen uit het roemruchte verleden en ieder deed zijn moeite ook díe even vast te leggen. Tijdens de bezichtiging sprak ik een deelnemer die nog aanwezig was geweest bij de excursie waarmee in 1972 het spoor hier uitgeluid was. Ikzelf was daar helaas niet bij, want nog net te veel een liefhebber-in-de-dop, maar ik heb nog herinneringen aan een bezoek, ergens eind jaren 80, toen alle sporen van de HESM al waren uitgewist. Ik herinner me een bezoekje aan het station van Aalsmeer, maar ook aan het station van Vinkeveen dat in een soort winkel-van-sinkel was veranderd en een wandeling over het oude tracé ergens tussen Vinkeveen en Oukoperdijk waar volgens onze reisleiders van toen het meest afgelegen spoorhuis van Nederland had gestaan (bij de ophaalbrug over de Veldwetering). Mijn geheugen en mijn archief laten me hier lelijk in de steek, want ik heb er tot heden niets over die trip teruggevonden. Het was wél de aanzet voor het latere werk van Wim, want juist tijdens díe excursie werd het idee geboren om de herinneringen die mensen hadden aan de Haarlemmermeerspoorlijnen, te gaan noteren.
En het was de eerste spoorzoekersexcursie avant la lettre!
Halte De Kwakel ziet weer OV en wij kijken mee!
Waar op het eerste deel van het voormalige spoor van Aalsmeer naar Uithoorn nog een fietspad lag, ligt er op het tweede deel tegenwoordig de al eerder vermelde busbaan. Wat zou er nu mooier zijn dan een ritje over deze baan die we met recht toch wel “spoorbaan” kunnen noemen, al ligt er geen rails meer en is de breedte aanzienlijk groter dan die van het normaalspoor. Dus had Ronald de beheerder benaderd met het verzoek ontheffing te krijgen om er met onze touringcar te mogen rijden. Als je daarvoor een officieel verzoek indient, wordt het uiteraard geweigerd. Hoe het kan dat we toch uitleg van Wim kregen bij het passeren van de voormalige halte De Kwakel, het station van Uithoorn en de voormalige spoorbrug over de Amstel, vertelt het verhaal niet. Maar een mooiere route naar onze pauzestop in station Uithoorn viel natuurlijk niet te bedenken! Bij dat station dat al geruime tijd een horecabestemming heeft, hielden we een stop met koffie en versnaperingen en had ieder ruim de tijd om het station zelf met zijn bijgebouwen te bewonderen én de belendende spoor/busbrug over de Amstel met aan de overkant het brugwachtershuis. En natuurlijk ook de niet te vermijden Sik, hier wél aan de spoorzijde neergezet. Terwijl eenieder zich al die lekkernijen goed liet smaken, had Wim het druk om zijn voorraadje boeken met de rechttoe-rechtaantitels “Sporen” en “Sporen 2” en de subtitel “een zoektocht langs de resten van de Haarlemmermeerlijnen” aan de man te brengen. Aangezien ik ze al had, maakte ik van de gelegenheid gebruik om ze te laten signeren.
Gouwsluis, hoog, droog en krap!
Na al dit moois spoorslags verder, niet richting Mijdrecht, maar in zuidelijke richting over het tracé van de lijn naar Alphen aan den Rijn. De tijd drong inmiddels, zodat er nog maar één stop was en we de stations van Nieuwveen en Aarlanderveen vanuit de verte moesten aanschouwen. Het station van Nieuwkoop kon niet meer bewonderd worden, omdat het ten prooi was gevallen aan de slopershamer bij de aanleg van de weg waar wij op reden en die – dat dan weer wel – grotendeels op het oude baanlichaam was gelegd.
De laatste stop was daarmee Gouwsluis dat tegenwoordig als enig restant van een (weinig) roemruchte geschiedenis hoog boven maaiveld uittorent en een formidabel uitzicht over het omliggende vlakke land biedt. Toen in 1936 tot opheffing van de lijn was besloten, zo vertelde Wim, wist de maatschappij niet hoe snel ze het zand van de spoordijk die de lijn hier hoog over de Oude Rijn voerde, moest verkopen. De aannemer had zijn taak grondig uitgevoerd, zodat er zelfs weinig tuin rond de halte was overgebleven…
Onze aankomst bij het gebouw wekte enige beroering omdat de smalle toegangsweg eindigde bij een krappe parkeerplaats en de eigenaar dacht dat wij bewoners waren van de tijdelijke woningen die achter het gebouw waren neergezet voor arbeidsmigranten van elders uit de EU. Nadat dit misverstand was weggenomen en de afspraak dat we er even mochten parkeren bevestigd, draafden we allen vrolijk het talud op en af en nam een enkeling ook nog even de tijd om de naast- en laaggelegen spoorwoning 61 (met huisnummer 64 voor de verwarring) en de lijn van het spoor naar het zuiden op de foto te zetten.
Het zal u opgevallen zijn dat ik het nergens over regen heb gehad, en inderdaad, het was een prachtige dag voor dit werk! Af en toe zon, een frisse bries en aangenaam warm!
Afsluiter van de excursie was het precisiewerk van onze chauffeur die slechts de stevigheid van een bouwhek hoefde te checken bij het draaien op deze bijzondere plek!
Moe maar voldaan leverde hij ons keurig op tijd af bij de Flora in Boskoop waar we voor aardig wat vulling in de zaal gezorgd zullen hebben!
Intussen zien we alweer uit naar de volgende excursie uit de serie, te weten naar de GTW, aan het einde van deze zomer.